Verschillen tussen schattingen van flexibele en vaste arbeidsrelaties

1. Inleiding

Ondanks de recente afname is zowel het aantal als het aandeel werknemers met een flexibele arbeidsrelatie in Nederland sinds de eeuwwisseling flink toegenomen. Het gaat om werknemers met een tijdelijk dienstverband, oproepkrachten en uitzendkrachten. Over de oorzaken en gevolgen van deze ontwikkeling is zowel veel maatschappelijk als wetenschappelijk debat. Dit debat vraagt om gedetailleerde en recente informatie over deze werknemers.

Het CBS publiceert over de arbeidsrelatie van werknemers zowel uit de Polisadministratie (Polis) als uit de Enquête beroepsbevolking (EBB). De EBB is een onderzoek onder personen waarin de respondenten vijf keer worden benaderd om vragen te beantwoorden over hun arbeidspositie. Tussen de benaderingen zitten steeds drie maanden. De Polis is een register waarin de meeste Nederlandse inkomstengegevens worden opgeslagen en bevat gegevens over kenmerken van banen. Deze gegevens over banen zijn afkomstig uit de loonaangifte door werkgevers en worden maandelijks waargenomen.

De uitkomsten over vast en flexibel werk vanuit Polis en EBB laten verschillen zien, ook als zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de verschillen die er tussen de bronnen zijn in de afbakening van de populaties en de definitie van het soort arbeidscontract. Mogelijk andere verklaringen voor deze verschillen zijn dat beide bronnen onnauwkeurigheden in de meting bevatten en dat er nog conceptuele verschillen resteren. Onnauwkeurigheid in de EBB kan bijvoorbeeld ontstaan doordat respondenten de vragen over het type dienstverband niet goed begrijpen of omdat ze niet goed weten wat voor arbeidscontract ze hebben. In de Polis kunnen onnauwkeurigheden ontstaan door bijvoorbeeld administratieve vertraging, zoals het pas op een later tijdstip veranderen van het soort arbeidscontract dan dat het contract is veranderd (Bakker & Daas, 2012). Conceptuele verschillen kunnen overblijven omdat in de EBB ook informele afspraken over het dienstverband mee kunnen tellen.

Het CBS heeft onderzoek gedaan naar de onnauwkeurigheden met behulp van zogenaamde meetmodellen. Het onderzoek was gericht op het beantwoorden van onder meer de volgende vragen:

  1. Hoe groot is de onnauwkeurigheid in de meting van werknemers met een vaste en met een flexibele arbeidsrelatie in de Polis en in de EBB?
  2. Hoe heeft de onnauwkeurigheid in de meting zich ontwikkeld in 2017 en 2018?

De resultaten van het onderzoek zijn te vinden in een technische rapportage. In dit artikel worden de belangrijkste uitkomsten en enkele aanbevelingen voor vervolgonderzoek besproken.