Auteur: Monique Sjauw

Kwaliteitsrapport Algemene Ouderdomswet Uitkeringenstatistiek (AOW)

Over deze publicatie

Het Kwaliteitsrapport Algemene Ouderdomswet Uitkeringenstatistiek (AOW) geeft Inzicht in doel, proces, methodiek en publicatiebeleid bij de totstandkoming en het gebruik van de statistiek vanaf januari 2013. Het betreft uitkeringen en personen met uitkering in het kader van de AOW in Nederland en buitenland.

1 Inleiding

Dit rapport beoogt gebruikers inzicht te geven in onder meer doel, proces, methodiek en publicatiebeleid bij de totstandkoming en het gebruik van de uitkomsten van de Algemene Ouderdomswet-uitkeringenstatistiek, of kortweg de AOW-uitkeringenstatistiek. Ook wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van de output.

De AOW-uitkeringenstatistiek wordt verder conform het Jaarplan en jaarverslag CBS van het CBS gepubliceerd. Maatregelen die gelden voor alle statistieken van het CBS, komen in dit rapport niet aan de orde. Denk hierbij aan maatregelen om de vertrouwelijkheid van de data en de kwaliteit van de output en processen te waarborgen.

1.1 Behoeften en gebruikers

Een belangrijke gebruiker is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met het ministerie wordt jaarlijks een contract afgesloten voor het leveren van aanvullende statistische diensten, waaronder de AOW.

2. Beschrijving van de statistiek

2.1. Algemeen

De AOW-uitkeringenstatistiek geeft inzicht in het aantal uitkeringen en het aantal personen met een uitkering in het kader van de Algemene Ouderdomswet.

De AOW is een algemene, voor de gehele bevolking geldende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd) een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

In principe is iedereen die nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten of hebben verricht waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich vrijwillig verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.

Iemand heeft recht op een volledige AOW-uitkering als hij/zij verzekerd was geweest tussen de startleeftijd van de AOW-verzekering en de AOW-leeftijd. De startleeftijd is gekoppeld aan de AOW-leeftijd. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar en de startleeftijd 15 jaar. Vanaf 2013 wordt de AOW-leeftijd jaarlijks gewijzigd en hierdoor verandert ook de startleeftijd. In 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar en één maand, de startleeftijd was toen 15 jaar en één maand. De jaren tussen de startleeftijd van de AOW-verzekering en de AOW-leeftijd waarin niet in Nederland is gewoond en/of de premie AOW niet is betaald, leiden tot een korting op de uitkering van 2% per jaar.

De AOW-uitkeringen worden afgeleid van het netto minimumloon. Voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/samenwonenden gelden verschillende bedragen. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt. Deze statistiek is inclusief de personen met een AOW-uitkering in het buitenland.

Met ingang van het verslagjaar 2013 is in de AOW-uitkeringenstatistiek een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Het gaat om de volgende zaken: meer nadruk in publicaties op personen met een AOW-uitkering in plaats van AOW-uitkeringen verstrekt aan personen, aanpassing van de meetmethodiek, introductie van een raming voor de meest recente cijfers en aanpassing van de leeftijdscategorieën als gevolg van de nieuwe AOW-leeftijd vanaf 2013.

Het verwerkingsproces en de kwaliteit van de AOW-statistiek worden ook in het kort beschreven in de zogeheten korte onderzoeksbeschrijving:

Korte onderzoeksbeschrijving Algemene Ouderdomswet uitkeringenstatistiek

2.2. Wet- en regelgeving

In de CBS-Wet staat vermeld dat overheidsinstanties hun registraties moeten leveren aan het CBS indien zij deze nodig heeft voor het maken van haar statistieken. Op basis van deze wet worden registratiegegevens omtrent AOW-uitkeringen verkregen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

In de gegevensleveringsafspraak tussen het CBS en de SVB is beschreven dat het CBS op reguliere wijze informatie van de SVB ontvangt over uitkeringen in het kader van onder meer de Algemene Ouderdomswet.

2.3. Statistische eenheid

Onderwerp van meting

Uitkeringen verstrekt in het kader van de Algemene Ouderdomswet, en de personen aan wie deze zijn verstrekt.

Meetmethodiek

Maandcijfers over uitkeringen worden gebaseerd op het aantal AOW-uitkeringen zoals die in de desbetreffende maand zijn verstrekt en als zodanig zijn geregistreerd in de administratie van de SVB. Deze methodiek wordt ook wel kort aangeduid als registratie-methodiek.

De gemeten uitkeringen zijn inclusief nul-uitkeringen. Nul-uitkeringen zijn uitkeringen die niet tot uitbetaling komen, onder andere door verrekeningen van te veel betaalde uitkeringen, boetes en of maatregelen. Deze leiden niet altijd tot een nul-uitkering maar kunnen ook leiden tot een lagere uitkering dan oorspronkelijk werd vastgesteld.

2.4. Populatie

Voor de statistiek over het aantal personen met een AOW-uitkering wordt de populatie gevormd door personen die, als gevolg van het bereiken van de AOW-leeftijd, aan het eind van de verslagperiode een AOW-uitkering ontvingen.

2.5. Variabelen

De teleenheid personen wordt in de statistiek uitgesplitst naar persoonskenmerken van de ontvangers. De persoonskenmerken zijn geslacht, leeftijd en migratieachtergrond en zijn afkomstig uit de Basisregistratie Personen (BRP).

2.6. Meeteenheid

Aantal personen en aantal AOW-uitkeringen in het kader van de Algemene Ouderdomswet.

2.7. Verslagperiode

Maand.

2.8. Tijdreeks

Vanaf januari 2013.

2.9. Landen

Nederland en buitenland.

Nederland is inclusief de personen met een AOW-uitkering van wie de woon- of verblijfplaats in Nederland onbekend is. Aangezien er ook de regionale categorie onbekend is, is Nederland gelijk aan de optelling van alle regionale categorieën. Een uitkering kan binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU) naar het buitenland worden overgemaakt. Onder buitenland vallen landen uit de Europese Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) en verdragslanden. Alle personen met een AOW-uitkering, ongeacht woonland, worden geteld en meegenomen in het totaal. Bij het totaal aantal personen worden de personen in Nederland en buitenland bij elkaar opgeteld.

 

3. Statistisch proces

3.1. Primaire waarneming

Niet van toepassing.

3.2. Secundaire waarneming

Maandelijks levert de SVB gegevensbestanden aan over de AOW-uitkeringen zoals die aan het eind van die desbetreffende maand in de uitkeringsadministratie staan geadministreerd. Zie hoofdstuk 2.1 Algemeen’ voor meer informatie.

3.3. Steekproeftrekken

Niet van toepassing. De SVB levert een volledige (integrale) registratie aan.

3.4. Respons

Binnen zes weken na het einde van de verslagmaand is het inputbestand van de SVB doorgaans ontvangen. Zo nodig wordt gerappelleerd.

3.5. Gaafmaken

Bestanden worden geautomatiseerd gaafgemaakt. De relevante velden worden gecontroleerd op het juiste waardenbereik en er vinden relationele controles plaats. Ook mogen geen onverklaarbare verschillen voorkomen met de cijfers van de vorige maand.

Waar mogelijk worden waarden van variabelen gecorrigeerd. Als het aantal signaleringen van onjuiste waarden relatief hoog is, wordt gevraagd om een verklaring en/of herlevering.

3.6. Imputeren

Er is geen noodzaak om gegevens te imputeren.

3.7. Wegen en ophogen

Weging en ophoging vinden niet plaats, omdat er sprake is van integrale waarneming.

3.8. Transformeren

Er is geen noodzaak om de betekenis van velden aan te passen.

3.9. Koppelen

De microgegevens in bestandsvorm worden opgenomen in het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB). Met gegevens uit het SSB worden door het CBS over uiteenlopende onderwerpen statistieken gemaakt en wordt sociaal-wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd, ook door externen (zie ook 4.4).

De microbestanden met personen met een AOW-uitkering worden binnen het CBS ten behoeve van publicaties op Statline, gekoppeld met gegevens van de BRP. Hieruit worden gegevens zoals geslacht, geboortedatum en migratieachtergrond overgenomen. Deze gegevens kunnen afwijken van de input van de SVB, maar de BRP is hierin leidend om consistentie binnen het CBS te waarborgen. Ook worden de bestanden verrijkt met regio-informatie uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

3.10. Corrigeren

In de registratiebestanden van de SVB zitten administratieve vertragingen. Daarom is er behoefte om te kunnen compenseren voor een vertraging van een aantal maanden.

Om de gegevens van de personen met een uitkering voor een bepaalde maand (t) vast te stellen, wordt gebruik gemaakt van de informatie behorend bij de verslagmaand (t) en van de drie daaropvolgende maanden (t+1, t+2 en t+3). Informatie over de verslagmaand die daarna (t+4 en later) nog beschikbaar komt, wordt niet meer meegenomen. De nagekomen informatie is vooral van belang voor een juiste bepaling van aanvang en beëindiging van een uitkering. Ook de betalingen die zijn gedaan in het kader van de betreffende uitkering zijn belangrijk. Zo wordt een uitkering die in de verslagmaand en in de drie maanden aansluitend op de verslagmaand niet daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, niet als een lopende uitkering beschouwd. Wanneer in één van de drie opvolgende maanden wel een betaling heeft plaatsgevonden, wordt de uitkering wel als lopend beschouwd.

De methodiek waarbij vertraagde informatie in de verslagmaand wordt opgenomen en betaling een voorwaarde is, wordt ook wel aangeduid als transactiebetalings-methodiek.

Bij het gaafmaken (paragraaf 3.5) worden indien nodig variabelen gewijzigd/gecorrigeerd. Zo krijgen variabelen de waarde voor ‘Onbekend’ als waarden voorkomen die niet binnen het waardenbereik vallen. Ook als bij relationele controles tussen variabelen niet-plausibele waarden voorkomen, worden in een aantal gevallen de variabelen gecorrigeerd of krijgen de waarde voor ‘Onbekend’.

4. Publicaties

4.1. StatLine-tabellen

Dit rapport heeft betrekking op de volgende actieve StatLinetabel:

Personen met AOW-uitkering; geslacht, leeftijd en migratieachtergrond

De cijfers voor het aantal personen met AOW zijn beschikbaar vanaf januari 2013 en worden maandelijks gepubliceerd, waarvan de laatste 3 maanden op voorlopige basis. De status van de cijfers van de overige maanden zijn nader voorlopig.

Classificatiesysteem

De cijfers in de tabel zijn uitgesplitst naar de volgende classificaties:
geslacht, leeftijd en migratieachtergrond.

Frequentie

Publicatie voor de tabel vindt maandelijks plaats waarvan de laatste 3 maanden op voorlopige basis.

Revisies en bijstellingen

Bijstelling van voorlopige cijfers tot nader voorlopige cijfers en vervolgens definitieve cijfers vindt, op enig moment, altijd plaats. Aanpassing (herziening) van de definitieve cijfers wordt alleen overwogen in geval van calamiteiten. Dit beleid is geldig voor alle uitkeringsstatistieken en is vastgelegd in een intern protocol.

4.2. Gerelateerde StatLine-tabellen

Daarnaast zijn er een aantal gerelateerde tabellen waarin ook cijfers voorkomen over (personen met) AOW-uitkeringen.

Personen met een AOW-uitkering:
1. Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort
2. Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio
3. Personen met een uitkering; kenmerken uitkeringsontvangers
4. Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2020

De tabellen geven inzicht in het aantal personen dat een uitkering heeft. Het betreft uitkeringen die te maken hebben met onder meer arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom of bijstand. Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dit kunnen zijn:

  • uitkeringen van eenzelfde type, bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de WAO of
  • twee uitkeringen van verschillend type, zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering.

In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer bij de WAO. Bij de categorie personen met een uitkering Totaal wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

Middellange tijdreeks (kerncijfers)
5. Sociale zekerheid; kerncijfers uitkeringen naar uitkeringssoort

Deze reeks loopt van 1998 tot heden. Dit worden ook wel de kerncijfers genoemd. Het betreft maandcijfers gebaseerd op het aantal AOW-uitkeringen zoals die voor de desbetreffende maand zijn vastgelegd in de administratie van de SVB. Deze methodiek wordt ook wel kort aangeduid als registratie-methodiek. De voorlopige cijfers worden binnen twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Twee maanden na publicatie worden de cijfers definitief.

Lange tijdreeks:
6.  Tijdreeksen sociale zekerheid (1900 – heden)

Deze reeks loopt van 1900 tot heden en bevat jaarcijfers over de sociale zekerheid. AOW-cijfers zijn aanwezig vanaf 1947, de inwerkingtreding van de Noodwet  Ouderdomsvoorziening (1947-1956) en de Algemene Ouderdomswet (vanaf 1957) tot heden.

Opgebouwde AOW-rechten:
7. Opgebouwde AOW-rechten van personen tussen de 15 en 70 jaar

De tabel geeft inzicht in het gemiddelde aantal verzekerde jaren en het gemiddelde opbouwpercentage voor de AOW van inwoners van Nederland tussen de startleeftijd  van de AOW-verzekering en de AOW-leeftijd, aan het eind van het verslagjaar.

Maatwerktabel
8. Bruto uitgekeerde bedragen aan AOW-uitkering

De sector Overheidsfinanciën en Consumentenprijzen (EOC)  publiceert financiële gegevens over de AOW in de tabel Overheid; sociale uitkeringen. Er zijn conceptuele verschillen met de financiële gegevens uit de AOW- uitkeringenstatistiek. Zo worden bij EOC-publicaties bijvoorbeeld ook uitvoeringskosten meegerekend.

Stopgezet maar nog wel toegankelijk via StatLine of het archief:
9. AOW-uitkeringen; kenmerken van uitkeringsontvangers, 2006-2018

Dit is de voorganger van de tabel die in dit rapport worden besproken.

10. AOW-uitkeringen naar regio, 2006-2018

4.3. Nieuwsberichten

Er worden niet standaard nieuwsberichten gepubliceerd over het aantal personen met een AOW-uitkering. Op de CBS-website staat onder de rubriek Volg ons een publicatieplanning voor de nieuwsberichten.

4.4. Microdata

Aan gebruikers die van CBS Microdata Services toestemming hebben gekregen, kunnen onder voorwaarden microdatabestanden, waaronder die behorend tot het SSB, voor specifiek onderzoek beschikbaar worden gesteld via CBS Microdata Services. Op dit moment zijn de volgende bestanden over de AOW beschikbaar:

  • Kenmerken van AOW-uitkeringen vanaf januari 2006;
  • Kenmerken van uitkeringsperiodes van personen met een uitkering vanaf januari 2013;
  • Maandbedragen personen met een AOW-uitkering vanaf januari 2017.

4.5. Overige publicaties

Op de CBS-website bestaat de themapagina Arbeid en sociale zekerheid. waar informatie te vinden is over personen met een uitkering.

In het statistisch jaarboek ‘Trends in Nederland’ is informatie over het aantal personen met een uitkering te vinden, b.v. Trends in Nederland 2019.

5. Kwaliteitsmanagement

Onderdeel van het kwaliteitsmanagement is dat wordt gestreefd naar integrale waarneming. Daarnaast vindt in het statistisch proces zowel een technische controle plaats op het waardenbereik van de velden in de records als een statistische controle waarbij relaties tussen kenmerken onderling en bepaalde volgtijdelijke ontwikkelingen tussen opeenvolgende verslagmaanden worden beoordeeld. Wanneer er sprake is van (relatief) veel fouten wordt gevraagd om een herlevering.

Verder vindt er controle plaats op de tijdige binnenkomst van bestanden.

Tot slot is er sprake van een eindcontrole op diverse kwaliteitsaspecten van het gehele proces.

5.1. Volledigheid

Alleen als de brongegevens van onvoldoende kwaliteit zijn, wordt er niet gepubliceerd. Aanloop¬problemen bij nieuwe of aangepaste regelingen kunnen aanleiding zijn om niet of later dan gebruikelijk te publiceren.

5.2. Nauwkeurigheid

Er is sprake van integrale waarneming: input voor de statistiek zijn de bronbestanden van de SVB. In de bron wordt wanneer het recht op een uitkering vaststaat, hiervoor een record opgenomen. Het aantal uitkeringen wordt gebaseerd op het aantal AOW-uitkeringen zoals die in de desbetreffende maand zijn geregistreerd in de administratie van de SVB. Belangrijkste fouten in de bronbestanden zijn ontbrekende of onjuiste gegevens van één of meer variabelen. Ook burgerservicenummers kunnen ontbreken of fout zijn. Wanneer er sprake is van (relatief) veel fouten, dan wordt gevraagd om een herlevering.

In de registratiebestanden van de SVB zitten administratieve vertragingen. Daarom is er behoefte om te kunnen corrigeren voor nuluitkeringen en nagekomen informatie in de drie maanden volgend op de verslagmaand. Dit wordt gedaan bij het bepalen van het aantal personen met een AOW-uitkering. De uitkomsten van de drie meest recente maanden zijn het minst nauwkeurig, vanwege het nog (gedeeltelijk) ontbreken van nagekomen informatie. Voor deze maanden is dan ook een ramingsmethode noodzakelijk. De uitkomsten van eerdere maanden kunnen nauwkeuriger worden bepaald, omdat voor deze maanden de transactiemethode kan worden toegepast.

6. Vergelijkbaarheid

6.1. Vergelijkbaarheid tussen landen

Het sociale stelsel van de verschillende landen wijkt te veel van elkaar af om de gegevens direct te kunnen vergelijken. Er zijn wel soortgelijke regelingen in de landen van de Europese Unie (EU) maar de voorwaarden voor  het verkrijgen van een AOW-uitkering als ook de bedragen verschillen sterk.

6.2. Vergelijkbaarheid in de tijd/reeksbreuken

De cijfers zijn in de periode 1947 tot heden in zekere mate vergelijkbaar. De gegevens geven een beeld van de ontwikkeling van het totaal aantal uitkeringen ingevolge de Noodwet Ouderdomsvoorziening (1947-1956) en de Algemene Ouderdomswet (vanaf 1957).

Per 1 april 1985 heeft in de AOW, een algemene volksverzekering ten behoeve van een welvaartsvast ouderdomspensioen bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, een aanpassing plaatsgehad aan de EG-richtlijnen inzake de gelijke behandeling van man en vrouw. De gehuwde man en vrouw hebben sindsdien ieder een zelfstandig recht op ouderdomspensioen als zij 65 jaar zijn. Het pensioen is gesteld op 50% van het netto-minimumloon. Voordien maakte men slechts onderscheid tussen een uitkering voor gehuwden en ongehuwden. De cijfers vanaf 1985 zijn hierdoor niet zonder meer vergelijkbaar met die van eerdere jaren. De aantallen betreffen standcijfers per 31 december.

Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Voor elk jaar dat we langer leven, gaat tot en met 2025, de AOW-leeftijd met 1 jaar omhoog. De AOW-leeftijd is tot en met 2025 als volgt:

  • Tot 2013: 65 jaar
  • 2013: 65 jaar en 1 maand
  • 2014: 65 jaar en 2 maanden
  • 2015: 65 jaar en 3 maanden
  • 2016: 65 jaar en 6 maanden
  • 2017: 65 jaar en 9 maanden
  • 2018: 66 jaar
  • 2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
  • 2022: 66 jaar en 7 maanden
  • 2023: 66 jaar en 10 maanden
  • 2024-2025: 67 jaar.

Na 2025 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.

Voor een echtgenoot/partner die de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, had een uitkeringsgerechtigde mogelijk recht op een toeslag, maar het inkomen van de partner is van invloed op de hoogte van de toeslag. Met ingang van 2015 is deze AOW-toeslag afgeschaft. Personen die zijn geboren vóór 1942 kunnen, op basis van een overgangsregeling, voor de periode tussen de 15e verjaardag en 1 januari 1957 extra verzekerde jaren toegekend krijgen. Van toekenning van extra pensioenjaren is sprake wanneer de desbetreffende persoon Nederlander is, en in Nederland woont, en gedurende 6 jaar na zijn 59ste verjaardag al dan niet onafgebroken in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba heeft gewoond.

In de tabel Personen met AOW-uitkering; geslacht, leeftijd en migratieachtergrond staan aantallen vanaf 2013. De tabellen ‘Personen met een uitkering’ (zie 4.1 Gerelateerde StatLine-tabellen) bevatten ook cijfers over personen met AOW vanaf 2013.
Het aantal AOW-uitkeringen wordt gepubliceerd in de kerncijfers (zie de gerelateerde tabellen) en is beschikbaar vanaf 1998-2006 (tot en met 3e kwartaal) op kwartaalbasis. Vanaf 2006 november op maandbasis. Vóór de introductie van StatLine was er sprake van diverse papieren publicaties met detailtabellen.

7. Samenhang en consistentie

7.1. Samenhang van concepten

Verschil tussen aantal personen en aantal uitkeringen

Er zijn belangrijke verschillen tussen de aantallen personen met een uitkering en het aantal uitkeringen, die ook op StatLine worden gepubliceerd. Hieronder worden de verschillen tussen het aantal personen en het aantal uitkeringen voor de AOW toegelicht.

Het aantal AOW-uitkeringen is in principe gelijk aan het aantal personen. Door het corrigeren voor vertragingen in de administratie en het verwijderen van nul-uitkeringen volgens de transactiebetalings-methode (zie 3.10) is het verschil tussen het aantal personen en uitkeringen eveneens te verwaarlozen.

7.2. Consistentie tussen voorlopige en definitieve cijfers

De cijfers over de drie meest recente maanden hebben als status voorlopig en zijn samengesteld op basis van een ramingsmethode. Voorlopige cijfers over een verslagmaand worden drie maanden na afloop van die maand gepubliceerd. Nader voorlopige cijfers en ook de definitieve cijfers, worden bepaald op basis van op de registratiecijfers aangeleverd voor een verslagmaand gecorrigeerd voor o.a. drie maanden nagekomen informatie (zie 3.10).

7.3. Consistentie met andere statistieken (plausibiliteit)

De cijfers van de StatLine-tabel Personen met AOW-uitkering; geslacht, leeftijd, migratieachtergrond komen overeen met het aantal ‘Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort- AOW’ in de StatLinetabel ‘Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort’.

7.4. Modelmatige consistentie

Modelmatige consistentie met andere cijfers is niet van toepassing.

7.5. Consistentie tussen aggregaten en microdata

Aggregaten voor bijvoorbeeld totalen naar geslacht en gepubliceerd in de Statlinetabel, zijn zonder verdere bewerking afgeleid van de microdata betreffende personen met een AOW-uitkering.

8. Afkortingen en begrippen

Afkorting of BegripBeschrijving of definitie
Aantal personen met een uitkering op registratiebasisHet aantal personen met een uitkering zoals vastgelegd in de administratie van de SVB op het einde van de verslagmaand.
Aantal personen met een uitkering op transactiebasisAantal personen met een uitkering op registratiebasis, gecorrigeerd voor nagekomen informatie in de drie maanden volgend op de verslagmaand (in het bijzonder informatie over het begin of einde van de uitkering), rekening houdend met betalingen. Een uitkering die meer dan twee opeenvolgende maanden niet daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, zal als beëindigd worden beschouwd.
AOWAlgemene ouderdomswet
BAGBasisregistratie Adressen en Gebouwen.
BRPBasisregistratie Personen
EEREuropese Economische Ruimte
EUEuropese Unie
SSBStelsel van Sociaal-statistische bestanden
SVBSociale Verzekeringsbank
Wet BEUWet Beperking export uitkeringen