Tijdlijn Verkeer

1914: Opkomst auto, schaarste en oorlog

Aan het begin van de twintigste eeuw zorgde het toenemende autobezit en de ruimere mogelijkheden van het gebruik van auto’s voor steeds meer autoverkeer. Daarnaast werd het tramnetwerk verder uitgebreid. Tussen 1900 en 1920 werden paardentrams vervangen door elektrische trams, wat zorgde voor lagere tarieven en kortere reistijden.

Spyker C4 Tenax (Latijn voor ‘taai’) met vier bestuurders met motorhelmen op.
© Fotocollectie Elsevier Binnenland / Fotograaf onbekend

Volgens CBS-cijfers uit die tijd werd de verkeersdrukte op rijkswegen tussen 1916 en 1929 tweeënhalf keer zo groot. Overigens was het gemotoriseerd verkeer in 1916 beperkt, omdat de benzine vanwege de Eerste Wereldoorlog schaars was, net als banden en reserveonderdelen. Tussen 1916 en 1929 kwamen er niet alleen veel auto’s bij, maar ook veel fietsen. De fiets was en bleef veruit het meest gebruikte eigen vervoersmiddel.

Gemiddeld aantal per dag waargenomen wegvoertuigen op rijkswegen in Nederland
1916192319261929
Motorfietsen13375775
Auto's, vrachtwagens, bussen23108335579
Totaal motorvoertuigen36155392654
Getrokken voertuigen (vooral wagens)83798768
Fietsen4237139971 286
Totaal niet-gemotoriseerde voertuigen5067921 0841 354
Bron: CBS

Crisis jaren dertig

De eerste helft van de jaren dertig werd gemarkeerd door een grote economische depressie, ingeluid door de beurskracht van Wall Street in 1929. De depressie had veel invloed op de verdere ontwikkeling van het verkeer. Het onmiddellijke effect was een hoge werkloosheid, waardoor het forensenverkeer afnam. Ook nam de groei van het autobezit af. Dit vormde wel weer een stimulans voor de verdere uitbouw van het openbaar vervoer, dat met name in stedelijk gebieden werd doorontwikkeld. Om de hoge werkloosheid te bestrijden werden er werkverschaffingsprojecten opgezet, waaronder in de infrastructuur.

Minder forensenverkeer en afnemende groei autobezit

Tijdens de grote depressie steeg de werkloosheid, die in 1935 een historisch hoogtepunt bereikte, naar 19,4 procent. Hierdoor hadden Nederlanders steeds minder redenen en middelen om te reizen. Het forensenverkeer nam dan ook af. Daarnaast werd in 1939 voor het eerst een autoloze zondag geïntroduceerd, van 1 oktober tot en met 12 november. Het autoverbod op de zon- en feestdagen werd afgeroepen vanwege een oliecrisis en de mobilisatie voor de naderbij komende oorlog in Europa.

In 1927 waren er 41 duizend geregistreerde personenauto's. Dit aantal verdubbelde in zes jaar tijd, daarna zwakte de groei af. In 1939 stonden er 95 duizend personenauto's geregistreerd. Ondanks deze groei was de automobiel vóór de Tweede Wereldoorlog nog altijd een luxeartikel, uitsluitend bestemd voor de elite.

Aantal personenauto's
JaarAantal personenauto's (x 1 000)
1925
1926
192741
192848
192955
193063
193171
193277
193382
193487
193589
193688
193789
193891
193995
194098
194116
194215
194314
194412
194511
194637
194755
194874
194995
1950121
Bron: CBS, RDW

Vanwege het benzinetekort eind jaren dertig werd brandstof steeds duurder en zelfs gerantsoeneerd. Hierdoor werd het  autogebruik verder beperkt. Daarnaast waren degenen die een auto konden aanschaffen minder geneigd om dat te doen, vanwege de schaarse onderdelen en brandstof. De fiets daarentegen bleef het belangrijkste vervoermiddel voor de gemiddelde Nederlander. Zeker in tijden van crisis bleek de fiets een vertrouwd vervoermiddel vanwege de toegankelijkheid en lage kosten.

Verdere ontwikkeling openbaar vervoer

Net als twintig jaar eerder werd er tijdens de grote depressie ingezet op de ontwikkeling van het tram-, bus- en treinvervoer. Zo vergrootten stedelijke gebieden als Amsterdam de tramnetwerken, die belangrijk waren voor het dagelijks vervoer. Waar snelheid en wendbaarheid belangrijker was, kwamen bussen.

Werkverschaffing voor infrastructuur

Om de werkloosheid aan te pakken startte de overheid verschillende werkverschaffingsprojecten. Deze waren deels gericht op de verbetering van de infrastructuur, zoals de aanleg van wegen en kanalen. Op de lange termijn kwam dit ten goede aan het vervoer van goederen, de mobiliteit van personen en de economische activiteit.

Een van de belangrijkste erfenissen van de werkverschaffingsprojecten uit deze periode is het Amsterdam-Rijnkanaal. Het kanaal moest zorgen voor een directe vaarroute tussen Amsterdam en het Ruhrgebied in Duitsland, wat de handel via binnenvaartschepen moest stimuleren. Ook het Oranjekanaal en het Erica Ter Apelkanaal in Drenthe werden uitgebreid en verbeterd met behulp van werkverschaffingsprojecten. Deze kanalen waren belangrijk voor de werkgelegenheid, turfwinning, landbouw en mobiliteit in het gebied.

Ondanks de investeringen verloren trein en tram in de jaren dertig terrein. Het vervoer per bus steeg, net als dat per auto of motorfiets. De totale verkeersstroom steeg van 637 miljoen reizigers in 1929 naar 734 miljoen reizigers in 1938. 

Aantal reizigers
jaarTram (x mln)Bus (x mln)Trein (x mln)Auto (x mln)Motorfiets (x mln)
19233092496514
1926324234810017
1929362235816727
1932305534922534
1935232554524538
19382541274726050

Tweede Wereldoorlog

Het personenautobezit daalde in de loop van de Tweede Wereldoorlog sterk. Na de bezetting steeg het autobezit weer, en was in 1949 weer hetzelfde als in 1939: 95 duizend.

Tijdens de bezetting was de infrastructuur op veel plekken beschadigd, soms ernstig. Daarnaast zetten de Duitsers delen van Nederland onder water, door de dijken bij Wieringermeerpolder en Walcheren op te blazen. Het water vernielde naar schatting 80 procent van de bebouwing in het gebied.

Een tijdens WOII vernielde spoorbrug, Zaltbommel, 1945
© Nationaal Archief, fotocollectie Anefo / Fotograaf onbekend

Kort na de bezetting begon Rijkswaterstaat aan herstelwerkzaamheden van wegen, bruggen, kanalen en vaarwegen. Ook werden er nieuwe projecten gestart, zoals de aanleg van tunnels, scheepvaartverbindingen en autowegen. Daarnaast werden projecten die tijdens de oorlog waren gestopt nieuw leven ingeblazen.

Bronnen

CBS, 2019,  Meer dan 200 maal zo veel personenauto's als in 1927 (Verplaatst naar CBS Archiefweb.)

Rijkswaterstaat, 2025 (jaar raadpleging), Rijkswaterstaat in de Tweede Wereldoorlog

Vinne, van der, 2021, 125 jaar auto in Nederland