2. Inkomsten overheid met bijna 30 miljard euro toegenomen
De inkomsten van de overheid stegen in 2024 naar 487,9 miljard euro, een toename van 29,7 miljard euro in vergelijking met 2023. Belastingen en sociale premies vormen ongeveer 90 procent van de overheidsinkomsten en zijn hiermee verreweg de belangrijkste inkomstenbron. Hogere opbrengsten van belastingen en premies zijn dan ook de belangrijkste oorzaak van de toegenomen overheidsinkomsten. Daarnaast stegen de inkomsten doordat overheidsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN) meer verdiende aan de winning van aardgas.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024* | |
|---|---|---|---|---|---|
| Belastingen en sociale premies | 324,3 | 349,3 | 379,7 | 413,1 | 438,6 |
| Inkomsten uit productieactiviteiten | 26,4 | 29,7 | 36,7 | 31,8 | 35,9 |
| Overige inkomensoverdrachten | 4,4 | 5,1 | 5,0 | 5,5 | 5,4 |
| Rente | 1,4 | 1,2 | 1,4 | 2,7 | 3,1 |
| Winstuitkeringen | 2,0 | 2,0 | 1,9 | 2,1 | 2,3 |
| Inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen | 1,3 | 1,3 | 4,3 | 1,6 | 1,7 |
| Overige inkomsten | 0,1 | 0,5 | 1,1 | 1,3 | 1,0 |
| Totaal | 360,0 | 389,0 | 430,0 | 458,2 | 487,9 |
| *voorlopige cijfers Bron: CBS | |||||
2.1 Loon- en inkomstenheffing stuwden overheidsinkomsten
De inkomsten uit belastingen en sociale premies kwamen in 2024 uit op 438,6 miljard euro2). Dit is 6 procent meer dan in het voorgaande jaar. Hiermee is ondanks de hogere economische groei de toename kleiner dan in 2023, toen de inkomsten uit belastingen en sociale premies met 9 procent toenamen. Om de ontwikkeling van de inkomsten uit belastingen en premies in perspectief te plaatsen worden deze vaak uitgedrukt als percentage van het bbp. De uitkomst hiervan is de zogenoemde collectievelastendruk. Doordat het bbp iets harder steeg dan de inkomsten uit belastingen en sociale premies daalde de collectievelastendruk licht, van 38,8 procent in 2023 naar 38,6 procent in 2024.
De absolute toename is vooral toe te schrijven aan de grootste inkomstenbron van de overheid, de loon- en inkomstenheffing (loon- en inkomstenbelasting plus premies volksverzekeringen). De opbrengsten hiervan stegen van 128,4 miljard euro in 2023 naar 144,9 miljard euro in 2024, een toename van 13 procent. Dit komt deels doordat de lonen in 2024 relatief hard zijn toegenomen. Daarnaast speelt mee dat in 2024 het tarief van box 2 van de inkomstenbelasting is aangepast. Hogere inkomsten worden hierbij zwaarder belast. Directeur-grootaandeelhouders hebben waarschijnlijk om deze reden eind 2023 meer winst aan zichzelf uitgekeerd, waardoor de winstuitkering nog onder het oude tarief viel. Bij een dergelijke winstuitkering wordt eerst als voorheffing dividendbelasting geheven, wat leidde tot een hogere ontvangst aan dividendbelasting in 20233). Vervolgens is de rest van de belasting over de winstuitkering verschuldigd bij de aangifte van de inkomstenbelasting in het daaropvolgende jaar. Hierdoor nam de opbrengst van de inkomstenbelasting in 2024 toe.
| 2024* (mld euro) | 2023 (mld euro) | |
|---|---|---|
| Loon- en inkomstenheffing | 144,9 | 128,4 |
| Belasting over de toegevoegde waarde (btw) | 78,8 | 75,6 |
| Zorgverzekeringsfonds | 57 | 53 |
| Vennootschapsbelasting | 45,2 | 47,5 |
| Arbeidsongeschiktheidsfonds | 24,9 | 21,7 |
| Accijnzen | 12 | 11,5 |
| Dividendbelasting | 6,4 | 11,4 |
| Algemeen Werkloosheidsfonds | 10,1 | 9,5 |
| Energiebelasting | 10 | 8,4 |
| Motorrijtuigenbelasting | 6,7 | 6,4 |
| Onroerendezaakbelasting | 5,6 | 5,3 |
| Overige belastingen en sociale premies | 37,0 | 34,4 |
| *voorlopige cijfers | ||
Onder impuls van toegenomen prijzen en consumptie nam de opbrengst van de btw met 3,2 miljard euro toe tot 78,8 miljard euro. De loon- en inkomstenheffing en btw zijn samen goed voor meer dan de helft van de inkomsten uit belastingen en sociale premies.
Na de loon- en inkomstenheffing en de btw is de premie voor het Zorgverzekeringsfonds de grootste inkomstenbron van de overheid. De opbrengst van deze premie kwam in 2024 uit op 57,0 miljard euro, 3,9 miljard euro meer dan in 2023. Door stijging van de lonen en verhoging van de premiepercentages stegen de inkomsten van het Arbeidsongeschiktheidsfonds met 15 procent naar 24,9 miljard euro.
Daarnaast droegen ook meerdere kleinere belastingen met relatief sterke opbrengststijgingen bij aan de toegenomen inkomsten uit belastingen en sociale premies. Zo nam de opbrengst van de energiebelasting met 18 procent toe tot 10,0 miljard euro, onder andere door hogere tarieven voor aardgas. De inkomsten van overdrachtsbelasting namen met een kwart toe tot 3,8 miljard euro. Zowel het aantal verkopen als de gemiddelde verkoopprijs van woningen zaten in 2024 in de lift. De inkomsten uit de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken zijn zelfs meer dan verdubbeld, van 0,3 miljard euro in 2023 naar 0,6 miljard euro in 2024. Dit komt vooral doordat het tarief per 1 januari 2024 is verhoogd van 8,83 euro naar 26,13 euro per 100 liter. Tegelijkertijd is de verbruiksbelasting op mineraalwater afgeschaft. Met ingang van 1 april 2024 werd ook de accijns op tabaksproducten verhoogd. Dit heeft echter niet tot hogere inkomsten voor de overheid geleid. De totale opbrengst van de tabaksaccijnzen bedroeg in 2024 3,0 miljard euro, 0,1 miljard euro minder dan in 2023.
Ook de opbrengst van de dividendbelasting nam af. De zojuist benoemde verhoging van het tarief in box 2 stuwde de dividendbelasting tot recordhoogte in 2023. In 2024 daalde de opbrengst hiervan met 5,0 miljard euro tot 6,4 miljard euro, wat nog altijd hoger is dan in de jaren vóór 2023.
De opbrengst van de vennootschapsbelasting daalde in 2024 naar 45,2 miljard euro, 5 procent minder dan in het voorgaande jaar. De afname komt vooral door ontwikkelingen in de energiesector. Waar in 2023 door de toegenomen winstgevendheid door de hoge energieprijzen extra winstbelasting werd afgedragen over 2022, is het beeld in 2024 omgekeerd; door de gedaalde energieprijzen is te veel voorlopig afgedragen vennootschapsbelasting juist terugbetaald. Het CBS corrigeert hier niet voor in de registratie van de inkomsten uit de vennootschapsbelasting.
3) In het kader van het revisiebeleid van de Nationale rekeningen is de dividendbelasting vanaf 2006 aangepast. De herziene registratie sluit beter aan op de richtlijnen van het ESR 2010. Hierdoor wijken de cijfers af van publicaties in voorgaande jaren.