Auteur: Jannes Kromhout, Martijn Souren
Arbeidsduur: hoeveel uren werken mensen in Nederland?

5. Resultaten

In dit hoofdstuk worden de gebruikelijke uren en de daadwerkelijk gewerkte uren op basis van verschillende bronnen, maar voor een gelijke doelpopulatie, vergeleken. Voor de daadwerkelijk gewerkte uren per kwartaal worden ook de cijfers van de Arbeidsrekeningen (AR) in de vergelijking meegenomen. De cijfers van de Polisadministratie over 2022 zijn nog voorlopig. Voor de Arbeidsrekeningen geldt dat voor zowel 2021 als 2022. 

5.1 Gebruikelijke uren

De gebruikelijke uren uit de EBB en de basisuren uit de Polisadministratie komen op geaggregeerd niveau sterk met elkaar overeen. Het gemiddelde aantal basisuren per week uit de Polisadministratie ligt bij een zoveel mogelijk vergelijkbare populatie met 29,6 één uur lager dan de gebruikelijke uren uit de EBB (30,6). De verdeling in klassen voor beide bronnen is vrijwel identiek. De data over de gebruikelijke uren uit de EBB en de basisuren uit de Polisadministratie kunnen elkaar dus goed aanvullen op geaggregeerd niveau. Vanuit de EBB kunnen cijfers gemaakt worden over de gebruikelijke uren naar veel verschillende werk- en persoonskenmerken die in de EBB verzameld worden. Vanwege de integrale waarneming onder werknemers kunnen de gebruikelijke uren vanuit de Polisadministratie juist heel gedetailleerd uitgesplitst worden, bijvoorbeeld naar bedrijfstak en regio. 

5.1.1 Gebruikelijke arbeidsduur per week naar bron, 2022
 Minder dan 12 uur per week (%)12 tot 20 uur per week (%)20 tot 28 uur per week (%)28 tot 35 uur per week (%)35 of meer uur per week (%)
EBB9,58,014,819,148,5
Polisadministratie*9,39,014,618,149,0
* Voorlopige cijfers

5.2 Gewerkte uren

Het gemiddelde van de daadwerkelijk gewerkte uren komt nog beter overeen tussen de EBB (25,9) en de Polisadministratie (26,1). Echter, de verdeling in klassen wijkt sterk af tussen beide bronnen. Dat komt doordat bij de Polisadministratie de verlofdagen op basis van informatie uit de CAO’s gelijkmatig worden verspreid over de gewerkte weken. Daar waar bijna de helft van de werknemers een baan heeft voor 35 basisuren of meer per week, werkt ruim een kwart ook daadwerkelijk gemiddeld 35 uur of meer als de verlofuren niet worden meegeteld. In de EBB worden de verlof- en ziekte-uren geteld in de week waarin deze zijn opgenomen. Daardoor kan in beeld worden gebracht welk deel van de weken in een jaar werknemers bijvoorbeeld 35 uur of meer per week werken. Dat percentage komt uit op 37,5. Tegelijkertijd wordt er in 23,0 procent van de weken minder dan 12 uur gewerkt, tegenover 10,9 procent in de Polisadministratie. Dat komt doordat werknemers ook hele weken vrij kunnen nemen of ziek zijn en dan nul uren werken. De daadwerkelijk gewerkte uren uit de EBB en de reguliere uren uit de Polisadministratie zijn dus vooral als een gemiddeld aantal uren goed vergelijkbaar, maar in klassen niet.

5.2.1 Gewerkte arbeidsduur per week naar bron, 2022
 Minder dan 12 uur per week (%)12 tot 20 uur per week (%)20 tot 28 uur per week (%)28 tot 35 uur per week (%)35 of meer uur per week (%)
EBB23,08,813,817,037,5
Polisadministratie*10,911,618,234,125,2
* Voorlopige cijfers

5.3 Kwartaalcijfers gewerkte uren

Bij gebruik van de Polisadministratie voor kwartaalcijfers over de daadwerkelijk gewerkte uren, moeten er dus nog correcties worden uitgevoerd voor de verlof- en ziekte-uren in de betreffende periodes. Dat wordt bij het CBS door de Arbeidsrekeningen uitgevoerd. De cijfers uit de Arbeidsrekeningen kunnen niet gecorrigeerd worden voor verschillen in populatie met de EBB. Voor de EBB wordt voor deze vergelijking gebruik gemaakt van de populatie zoals beschreven in hoofdstuk 4. Bij de Arbeidsrekening tellen daarnaast ook werkzame personen jonger dan 15 jaar, ouder dan 74 jaar, de institutionele bevolking, personen die in het buitenland wonen, zwartwerkers en andere bijzondere groepen (bijv. huishoudelijke hulpen) mee, die niet in de EBB gemeten worden. De omvang van deze groepen als percentage van het totaal is klein, waardoor het effect van deze verschillen naar verwachting ook klein is voor het gemiddelde aantal gewerkte uren van alle werknemers in Nederland. Bij een vergelijking van deze gewerkte uren volgens de Arbeidsrekeningen met die van de EBB blijkt dat deze sterk overeenkomen, zowel voor werknemers als voor zelfstandigen. Daarbij moet worden aangetekend dat de EBB ook de belangrijkste inputdata levert voor de gewerkte uren van zelfstandigen. Er zijn namelijk geen registerbronnen over de gewerkte uren van zelfstandigen.

5.3.1 Gemiddeld gewerkte arbeidsduur per week naar arbeidsrelatie en bron
periodeperiode 2Werknemers - EBB (uren per week)Zelfstandigen - EBB (uren per week)Werknemers - Arbeidsrekeningen* (uren per week)Zelfstandigen - Arbeidsrekeningen* (uren per week)
2019I26,833,427,233,6
2019II27,535,625,535,7
2019III25,031,725,333,0
2019IV28,436,327,236,3
2020I26,332,126,132,6
2020II26,230,325,230,9
2020III25,330,923,532,1
2020IV28,033,427,433,9
2021I27,631,427,431,9
2021II26,331,825,732,6
2021III23,928,623,630,3
2021IV26,131,027,832,1
2022I26,731,628,031,8
2022II25,932,425,232,7
2022III23,829,123,930,6
2022IV26,131,227,232,4
* Voorlopige cijfers (2021 en 2022)