Auteur: Jannes Kromhout, Martijn Souren
Arbeidsduur: hoeveel uren werken mensen in Nederland?

3. Microdata en definities

De gepubliceerde cijfers van Eurostat en op StatLine zijn berekend uit de microdata van het CBS. De microdata bevat nog meer informatie over de arbeidsduur van werkenden op basis van verschillende arbeidsduurconcepten. De arbeidsduurconcepten in de EBB worden bepaald door de definities van Eurostat. De concepten in de Polisadministratie zijn bepaald door de keteneigenaren uit de loonaangifteketen, te weten de Belastingdienst, UWV en CBS. In dit hoofdstuk worden de verschillende begrippen en bijbehorende variabelen uit de beide bronnen beschreven. Voor de EBB worden daarbij de in EU-verband gehanteerde namen van variabelen gebruikt en indien beschikbaar de variant zoals deze in de Nederlandse data te vinden is. In de technische toelichting staan de exacte vraagstellingen en definities van de verschillende variabelen. 

3.1 Contractuele uren

De contractuele arbeidsduur vormt de basis voor de meeste arbeidsduurconcepten. De contractuele arbeidsduur wordt sinds 2021 in de EBB verzameld onder de variabele naam EBBLFSCNTRHOURS waarbij allereerst wordt vastgesteld of de werknemer een contract heeft voor een vast aantal uren en daarna om hoeveel uren het dan gaat. De contractuele arbeidsduur is niet beschikbaar voor mensen die geen vaste uren werken. In de Polisadministratie is sinds 2016 een variabele beschikbaar onder de naam AANTCTRCTURENPWK. Deze wordt echter nog niet altijd goed ingevuld door werkgevers. Deze variabele is dus nog niet geschikt om over te publiceren. 

3.2 Voltijd/deeltijd

De afbakening van voltijds- of deeltijdwerk die Eurostat hanteert komt uit de EBB. Het gaat hierbij om de eigen perceptie van de respondent en is beschikbaar onder de variabele naam EBBLFSFTPT. Het betreft het antwoord van de respondent op de vraag of deze zijn of haar grootste werknemersbaan, of werk als zelfstandige, als fulltime of parttime werk ziet.
In de Polisadministratie is de afbakening van voltijd en deeltijd dienstverbanden van werknemers beschikbaar onder de variabele naam POLISDIENSTVERBAND. Dit is een afgeleide variabele waarbij voor een voltijdbaan de overeengekomen uren per betaalperiode ten minste gelijk zijn aan het aantal dat behoort bij de gebruikelijke aanstelling van een volledige dag- en weektaak binnen het bedrijfstype of het bedrijf.

3.3 Gebruikelijke uren

Het door het CBS meest gebruikte arbeidsduurconcept vanuit de EBB is de gebruikelijke arbeidsduur (zie hoofdstuk 2). Dit is beschikbaar onder de variabele naam EBBAFLUREN1 voor de grootste baan of werk als zelfstandige en EBBAFLUREN2 voor de tweede baan of werk als zelfstandige. De corresponderende variabelen heten bij Eurostat HWUSUAL en HWUSU2J. Voor het totaal aantal uren wordt onder de variabele naam EBBAFLURENWERK de som van de twee voorgaande variabelen gebruikt. Voor het vaststellen van deze uren wordt voor mensen met een contract voor vaste uren eerst gevraagd of men in weken zonder vakantie of ziekte ook meestal de afgesproken contracturen werkt. Of dat men bijvoorbeeld minder uren werkt vanwege een verlofregeling of meer uren werkt vanwege het opbouwen van extra verlofuren. Als men niet meestal de afgesproken contracturen werkt of er zijn geen contracturen, wordt gevraagd hoeveel uren dan meestal per week gewerkt worden. 

De tegenhanger van deze variabele in de Polisadministratie zijn de zogenoemde BASISUREN. Basisuren zijn de verloonde uren (AANTVERLU) minus de betaalde overwerkuren met een hogere vergoeding. Verschil tussen de gebruikelijke uren in de EBB en de basisuren in de Polisadministratie is dat ADV-uren bijvoorbeeld niet worden meegeteld in de basisuren, maar wel in de EBB als ze door de respondenten worden meegerekend in de gebruikelijke uren. Iemand met een contract voor 36 uur per week die meestal 40 uur per week werkt vanwege de opbouw van ADV-uren, kan 40 uur als de gebruikelijke arbeidsduur opgeven in de EBB, maar bij de basisuren in de Polisadministratie zijn het er 36. Ook wanneer er regelmatig overgewerkt wordt met een toeslag, dan tellen die uren niet mee in de basisuren maar een respondent in de EBB kan ze wel meerekenen in de gebruikelijke uren. 

3.4 Gewerkte uren

Vanuit de gebruikelijke uren kan nog een laatste stap gemaakt worden naar daadwerkelijk gewerkte uren. Verlof- en feestdagen worden namelijk wel meegerekend in de gebruikelijke uren in de EBB en de verloonde uren en basisuren in de Polisadministratie, maar dit zijn geen daadwerkelijk gewerkte uren. Om de gewerkte uren te bepalen wordt in de EBB sinds 2021 eerst gevraagd hoeveel uren in de voorafgaande week de respondent afwezig is geweest door ziekte, verlof of andere redenen. Op basis daarvan, en in combinatie met de gebruikelijke uren, worden de gewerkte uren in de vorige week in de vragenlijst berekend en teruggekoppeld aan de respondent. Als de gewerkte uren volgens de respondent dan toch niet kloppen, wordt alsnog gevraagd hoeveel uren hij of zij daadwerkelijk gewerkt heeft per werkkring. Deze uren worden opgeslagen in de variabelen EBBAFLURREFWK1 en EBBAFLURREFWK2 en voor Eurostat als HWACTUAL en HWACTU2J. In de Polisadministratie wordt een soortgelijke berekening gemaakt door de basisuren te verminderen met de feestdagen en algemene en leeftijdsspecifieke verlofdagen. Dit worden de REGULIEREUREN genoemd. Verschil met de daadwerkelijke gewerkte uren in de EBB is dat de reguliere uren niet verminderd zijn met ziekte-uren omdat deze wel verloond zijn en in de Polisadministratie niet apart geadministreerd worden. Daarnaast worden overwerkuren met een toeslag wel buiten de reguliere uren gehouden, maar niet buiten de gewerkte uren in de EBB.