De financiën van Nederlandse huishoudens in 2020

8. Conclusies

De vrije besparingen van huishoudens waren in 2020 veel hoger dan in 2019, en ook verreweg het hoogst sinds het begin van de tijdreeks in 1995. Dit komt doordat het beschikbaar inkomen - onder meer door eerder gemaakte cao-afspraken en steunpakketten van de overheid – steeg, terwijl huishoudens veel minder uitgaven aan met name diensten - zoals de horeca, een bezoek aan een museum, dierentuin of voetbalstadion – vakanties en kleding.

De Nederlandse huishoudens hebben het extra gespaarde geld voor een belangrijk deel op bank- en spaarrekeningen gezet. Mede hierdoor is het financieel vermogen van huishoudens fors gegroeid. In de periode 2012-2019 groeide het financieel vermogen per inwoner ook al, maar toen kwam dat vrijwel uitsluitend door prijsveranderingen en herwaarderingen, die op hun beurt weer deels het gevolg waren van stijgende aandelenkoersen en dalende rentevoeten.

Over het niet-financieel vermogen in 2020 zijn op het moment van het schrijven van dit artikel nog geen cijfers beschikbaar. De sterk gestegen prijzen van bestaande koopwoningen maken het aannemelijk dat het niet-financieel vermogen per inwoner ook in 2020 is toegenomen, en dat het totale vermogen per inwoner is gegroeid.

Nederland is niet het enige land waar de vrije besparingen in 2020 hoger waren dan in 2019, ook in de andere eurolanden was dat het geval. De toename van het beschikbaar inkomen en de vrije besparingen per inwoner was in Nederland wel groter dan in de meeste andere eurolanden. De groei van het financieel vermogen exclusief pensioenaanspraken per inwoner was groter dan gemiddeld in de eurozone, maar kleiner dan in de meeste Noord-Europese landen. De groei van het financieel vermogen inclusief pensioenaanspraken was in Nederland veel groter dan in andere eurolanden.

In het eerste kwartaal van 2021 kromp de consumptie door huishoudens wederom fors. Daarnaast was het percentage van de huishoudens dat aangaf geld over te houden in het voorjaar van 2021 nog wat groter dan in 2020. Dit is een indicatie dat er ook in de eerste maanden van 2021 flink gespaard is.