De financiën van Nederlandse huishoudens in 2020

3. Aanwending besparingen

Huishoudens kunnen de besparingen op meerdere manieren aanwenden. Zo kunnen zij bijvoorbeeld geld op de spaarrekening zetten, effecten kopen of schulden aflossen, en zo hun financieel vermogen vergroten. Maar huishoudens kunnen de besparingen ook gebruiken voor investeringen in niet-financieel bezit en op die manier het niet-financieel vermogen vergroten. Bij huishoudens gaat het vooral om investeringen in (nieuwbouw)woningen3). In 2020 waren de vrije besparingen van huishoudens bijna 34 miljard euro hoger dan in 2019. Het grootste deel van deze extra besparingen (ruim 31 miljard euro) werd gebruikt om het financieel vermogen te versterken4). De investeringen in niet-financieel bezit waren 2,7 miljard euro hoger dan in 2019.

3.1 Aanwending vrije besparingen huishoudens (incl. instellingen zonder winstoogmerk)
 Versterking niet-financieel vermogen (investeringen, saldo aan- en verkopen niet-geproduceerde activa) (mld euro)Versterking financieel vermogen exclusief pensioenaanspraken (mld euro)Overig (saldo kapitaaloverdrachten, statistisch verschil) (mld euro)
201952,099-5,979-2,883
202054,79425,136-2,871
 

3)Een aankoop van een bestaande woning is een investering van het ene huishouden, maar in de meeste gevallen een desinvestering voor het andere, zodat er per saldo geen investering resteert. Uitzondering is een geval waarin een huishouden een bestaande woning koopt van een niet-huishouden, zoals een woningbouwcoöperatie of een particuliere belegger die niet tot de sector huishoudens wordt gerekend. Kosten van verbouwingen worden ook toegerekend aan de investeringen. Aan- en verkopen van grond worden geregistreerd op de post “Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde activa”.
4)Pensioenbesparingen worden in het systeem van nationale rekeningen niet tot de vrije besparingen gerekend, maar tot de collectieve besparingen. Hierom wordt in dit artikel het financieel vermogen exclusief pensioenaanspraken behandeld. Ontvangen pensioenuitkeringen horen bij het beschikbaar inkomen en betaalde pensioenpremies worden bij het beschikbaar inkomen in mindering gebracht.