Auteur: Frank Notten
De Nederlandse en Belgische economie tijdens de lockdown

6. Handel, vervoer en horeca

Na de bouw was het verschil in krimp van de toegevoegde waarde tussen Nederland en België het grootst in de overkoepelende bedrijfstak Handel, vervoer en horeca. In België kromp deze bedrijfstak met 26,8 procent, terwijl de Nederlandse krimp 16,1 procent bedroeg. Door de sterke krimp en de omvang van deze bedrijfstak was de bijdrage aan de krimp in België 5,1 procentpunt. In Nederland bedroeg de bijdrage aan de krimp 3,3 procentpunt.

Om erachter te komen waar deze verschillen door komen, moet worden ingezoomd op de onderliggende branches. De toegevoegde waarde per branche is voor België echter niet beschikbaar, waardoor het beste kan worden gekeken naar de nominale omzetontwikkeling (niet gecorrigeerd voor prijsveranderingen).

Zowel in Nederland als in België daalde de omzet van de horeca zeer sterk. Vooral de hotels zagen hun omzet instorten. De omzetdaling was in België iets sterker dan in Nederland, maar de verschillen zijn niet heel groot. In zowel Nederland als België was de horeca gedurende twee maanden van het tweede kwartaal (april en mei) grotendeels gesloten. In België heropende de horeca een week later dan in Nederland.

6.1 Omzet door de horeca tweede kwartaal 2020, koopdaggecorrigeerd
 België (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Nederland (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Hotels-76,2-69,2
Restaurants en cafés-56-52,1
Bron: CBS, Eurostat.

Ook de omzet van de vervoersector zorgde niet voor de grotere krimp van de overkoepelende bedrijfstak handel, vervoer en horeca, want de vervoeromzet daalde in Nederland zelfs harder dan in België. Een van de redenen hiervoor was de sterke Belgische omzetgroei die de post en koeriersdiensten in België boekten. Dit heeft mogelijk te maken met de sluiting van veel niet-essentiële detailhandel in april, waardoor mensen meer aankopen lieten bezorgen. In beide landen daalde het vervoer door de lucht zeer sterk.

De grotere Belgische krimp in de handel, vervoer en horeca wordt dan ook vooral veroorzaakt door de handel. De omzet van zowel de groot- als detailhandel had zwaar te lijden onder de strengere Belgische maatregelen in april, die inhielden dat alle niet-essentiële winkels dicht moesten. Voor de omzet van de groothandel, die in het tweede kwartaal met 17,5 procent daalde, zijn geen maandcijfers beschikbaar. Hierdoor is niet met zekerheid vast te stellen dat de omzetdaling vooral in april plaatsvond.

6.2 Omzet door de handel, koopdaggecorrigeerd, tweede kwartaal 2020
 België (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Nederland (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Detailhandel-2,93,2
Groothandel-17,5-9,1
Bron: CBS, Eurostat.

Voor de detailhandel zijn deze maandcijfers echter wél beschikbaar en dan blijkt dat de omzetdaling zich concentreerde in de maand april, terwijl er in Nederland bijna geen sprake was van een daling. In de maanden na april boekte deze bedrijfstak in beide landen forse groeicijfers. De daling van de omzet in de detailhandel lijkt daardoor verband te houden met de strengere Belgische maatregelen om alleen essentiële winkels van eind maart tot begin mei open te houden.

6.3 Omzet detailhandel (inclusief webshops), koopdaggecorrigeerd
 België (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Nederland (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
januari33,6
februari2,95
maart-63,3
april-13,6-1
mei2,48,8
juni7,910,3
juli1,79,5
augustus10,810,1
Bron: CBS, Eurostat.

De lockdown zorgde ervoor dat er meer dan ooit online werd omgezet. De stijging van de omzet van webshops was (net als die van post- en koeriersdiensten) in België groter dan in Nederland. De online stijging kon echter niet compenseren voor het door de fysieke winkels geleden omzetverlies tijdens de lockdown.

6.4 Omzet webshops, koopdaggecorrigeerd
 België (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Nederland (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
januari6,112,1
februari1912,2
maart2519,1
april48,639
mei47,239,1
juni48,529,5
juli10,924,2
augustus4630,5
Bron: CBS, Eurostat.

In 2018 werd 9,2 procent van de omzet van de totale Nederlandse detailhandel geboekt door webshops. In België lag dit aandeel 4 keer zo laag, op 2,3 procent. De omzetgroei van de Belgische webshops was weliswaar hoger dan die in Nederland, maar zal desalniettemin minder hebben gecompenseerd voor de weggevallen omzet door de sluiting van winkels.

De omzetverwachtingen van Nederlandse ondernemers in de detailhandel waren zowel voor als tijdens de lockdown positiever dan die van Belgische detailhandelaars. Ook in Nederland verslechterden de verwachtingen sterk in april, maar veerden ze vervolgens sterk terug: in Nederland waren detailhandelaars vanaf juni alweer overwegend positief gestemd over de komende drie maanden. Belgische detailhandelaars bleven in de zomer negatief gestemd over de omzetverwachting. In september zakte deze indicator nog verder weg.

Een mogelijke oorzaak voor het Belgische pessimisme in de detailhandel is dat de maatregelen voor de Belgische niet-essentiële winkels ook na heropening op 11 mei nog strenger bleven dan in Nederland. Zo mocht er tot 24 augustus met niet meer dan twee personen samen worden gewinkeld en mocht men niet langer dan een half uur in een winkel verblijven. Vanaf 11 juli was daarnaast een mondkapje verplicht in winkels en winkelcentra.

6.5 Omzetverwachting ondernemers in detailhandel 2020, seizoengecorrigeerd
 België (saldo % positieve en % negatieve antwoorden)Nederland (saldo % positieve en % negatieve antwoorden)
januari-6,45,1
februari-1,312,8
maart-15,33,8
april-48,4-39,5
mei-48,1-26,5
juni-23,69,3
juli-2410,5
augustus-25,710,7
september-33,88
Bron: CBS, Eurostat.