Auteur: Frank Notten
De Nederlandse en Belgische economie tijdens de lockdown

2. De lockdown in België en Nederland vergeleken

In de eerste maanden van 2020 werd steeds duidelijker dat de corona-pandemie grote gevolgen zou gaan hebben voor de Nederlandse economie. In januari en februari ging het vooral om wegvallende handel met China en, iets later, Italië. Eind februari werd duidelijk dat het virus inmiddels ook in Nederland was aangekomen, waarna de horeca op 15 maart de deuren moest sluiten. Een week later werden de maatregelen verder aangescherpt, waarna contactberoepen niet mochten worden uitgeoefend, en actief werd gehandhaafd op 1,5 meter afstand tussen personen. Dit legde een deel van de Nederlandse economie feitelijk stil. Thuiswerken werd de norm. Na snel overleg tussen werkgeversorganisaties, de overheid en de vakbonden kon in de Nederlandse bouw grotendeels worden doorgewerkt (zie paragraaf 5).

Hoewel op 11 mei de lockdown al iets werd versoepeld (zo mochten contactberoepen weer worden uitgeoefend), duurde het nog tot 1 juni voor de horeca haar deuren mocht heropenen. Ook in de maanden daarop bleven verschillende beperkingen van kracht, zoals het afstand houden, reisbeperkingen en het verbod op bijeenkomsten van meer dan 30 personen. Ook werd er nog steeds zoveel mogelijk thuisgewerkt.

Net als in Nederland werd in België vanaf half maart thuiswerken de norm. Waar dat niet mogelijk was, mochten bedrijven, net als in Nederland, openblijven op voorwaarde dat er afstand kon worden gehouden. Vanaf 4 mei mochten bedrijven waar thuiswerken of fysiek afstand houden lastig was weer open, maar wel met een mondkapjesplicht.

Een groot verschil tussen de Belgische en Nederlandse lockdown is dat in België vanaf 17 maart alle niet-essentiële winkels dicht moesten, terwijl deze in Nederland open mochten blijven, mits zij voldoende maatregelen hadden genomen om de onderlinge afstand te bewaren. Hierdoor ging een groot gedeelte van de (niet-essentiële) Belgische detailhandel dicht. Alleen voedingswinkels, apotheken, krantenwinkels en tankstations mochten openblijven. Terwijl in Nederland de bouwmarkten en tuincentra de drukte bijna niet aankonden, bleven deze in België tot 18 april gesloten.

Vanaf 11 mei mochten alle winkels in de Belgische detailhandel weer open, maar met een tijdslimiet van een half uur en met maximaal 2 klanten samen. Op 11 juli kwam daar ook een mondkapjesverplichting bij.

De overige lockdown-verschillen tussen beide landen zijn op papier niet zo groot. Vanaf 18 mei waren de contactberoepen in België weer toegestaan; in Nederland was dat vanaf 11 mei. De Belgische horeca ging op 8 juni open, een week na de heropening van de Nederlandse horeca.