Spanning op de koopwoningmarkt, 2021

Indicator: Vraagprijsindex

De vraagprijsindex geeft de ontwikkeling weer van de vraagprijs van te koop aangeboden woningen in Nederland via de site Jaap.nl. De marktdekking van het aanbod op deze site wordt geschat op zestig tot zeventig procent. Er is een goede spreiding over heel Nederland, aangezien de site niet afhankelijk is van een makelaarsvereniging.

Met de beschikbare brondata is een reeks opgesteld van het eerste kwartaal 2014 tot en met het vierde kwartaal 2021. De vraagprijs is opgesteld voor Nederland totaal en per provincie en is op kwartaalbasis beschikbaar. De gebruikte methode is dezelfde als die van de Prijsindex Bestaande Koopwoningen. Het aanbod van Jaap.nl dekt niet heel Nederland, waar de transacties van het Kadaster dit wel doen.

Onderstaand figuur toont de ontwikkelde vraagprijsindex voor Nederland voor de periode van het eerste kwartaal 2014 tot en met het vierde kwartaal 2021 en legt deze naast de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) in dezelfde periode. Beide indices hebben als basisjaar 2015. De vraagprijsindex loopt van 2014 naar 2015 heel licht af, waarna de stijging wordt ingezet. Bij de PBK loopt de index de hele tijd op en deze stijgt harder dan de vraagprijsindex.

Vraagprijsindex en prijsindex bestaande koopwoningen (PBK) Nederland
JaarKwartaalVraagprijsindex (index (2015=100))Prijsindex bestaande koopwoningen (PBK) (index (2015=100))
20141e kwartaal100,796,3
20142e kwartaal100,396,9
20143e kwartaal100,197,8
20144e kwartaal100,197,9
20151e kwartaal99,898,6
20152e kwartaal99,799,4
20153e kwartaal100,1100,7
20154e kwartaal100,3101,3
20161e kwartaal100,8102,6
20162e kwartaal101,5103,7
20163e kwartaal102,5106,3
20164e kwartaal103,5107,5
20171e kwartaal104,7109,6
20172e kwartaal106,2111,7
20173e kwartaal107,7114,4
20174e kwartaal109,3116,3
20181e kwartaal110,6119,4
20182e kwartaal112,8121,6
20183e kwartaal114,7124,9
20184e kwartaal116,5126,7
20191e kwartaal117,9128,9
20192e kwartaal119,5130,4
20193e kwartaal120,9132,7
20194e kwartaal122,6134,6
20201e kwartaal123,8137,5
20202e kwartaal125,8140,2
20203e kwartaal127,9143,5
20204e kwartaal130,0146,4
20211e kwartaal132,8151,7
20212e kwartaal137,6158,4
20213e kwartaal142,3168,6
20214e kwartaal146,0175,1
Bron: CBS, Kadaster, Jaap.nl

De transactieprijzen ontwikkelen zich een stuk sneller dan de vraagprijzen. In het vierde kwartaal van 2021 lagen de transactieprijzen 75 procent hoger dan in 2015, waar de vraagprijzen 46 procent hoger lagen. Hier kunnen meerdere verklaringen voor zijn. Het is ten eerste aannemelijk dat de transactieprijzen de stemming op de markt ‘bepalen’. Als gevolg daarvan kunnen aanbieders bedenken dat ze meer voor hun woning kunnen krijgen. Er kan dus sprake zijn van een vertragend effect. De tijdreeks van de vraagprijsindex is nu nog vrij kort en de markt is gedurende deze hele periode in een opwaartse beweging. Het is nu dus nog niet goed te zeggen of de vraagprijsontwikkelingen inderdaad met vertraging de transactieprijsontwikkelingen volgen. 

Ook kan het zo zijn dat de vraagprijzen in de crisisjaren voorafgaand aan deze tijdreeks ook minder gedaald zijn en dat er dus naast een vertragend effect vooral een afgezwakt effect merkbaar is. Woningeigenaren zijn in een onaantrekkelijke markt eerder geneigd te wachten met het aanbieden van hun woning totdat de transactieprijzen weer gunstiger zijn voor ze. Dit wordt duidelijker wanneer deze reeks een langere looptijd kent en hier ook een omslagpunt in de woningmarkt in zit. Nu is de beweging in de gemeten periode alleen opwaarts.

Een andere verklaring is het toenemende gebruik van ‘vanaf prijzen’ als vraagprijs. Een verkooptactiek is om niet te hoog in te zetten om meerdere kopers te trekken. Deze zouden dan gaan overbieden om de concurrentie te slim af te zijn. De mate waarin ‘vanaf prijzen’ voorkomen is met de huidige beschikbare data niet te achterhalen.

Een laatste verklaring zit in het feit dat woningen voor relatief lange tijd aangeboden worden voor dezelfde prijs. Een aanbieder van zijn woning gaat niet steeds zijn vraagprijs aanpassen aan marktontwikkelingen. Enerzijds omdat dit tijd en geld kost en anderzijds omdat het bij kopers de indruk kan wekken dat ze misschien beter kunnen wachten op een gunstigere vraagprijs.

Vraagprijsindex provincie Flevoland ontwikkelt zich het snelste, groei Noord-Holland remt af

Noord-Holland had van alle provincie lange tijd de hoogste vraagprijsindex. In het vierde kwartaal van 2020 steeg de index van Flevoland voor de eerste keer boven die van Noord-Holland uit. Een jaar later zijn ook de vraagprijsindices van Utrecht, Zuid-Holland en Gelderland op of net boven het niveau van Noord-Holland, vergeleken met 2015.

Vraagprijsindex Nederland
JaarKwartaalFlevoland (index (2015=100))Nederland (index (2015=100))Noord-Holland (index (2015=100))
20141e kwartaal100,8100,798,4
20142e kwartaal100,3100,398,4
20143e kwartaal100,0100,198,6
20144e kwartaal100,2100,198,9
20151e kwartaal100,099,899,0
20152e kwartaal99,799,799,4
20153e kwartaal100,1100,1100,3
20154e kwartaal100,2100,3101,2
20161e kwartaal100,5100,8102,4
20162e kwartaal100,9101,5104,3
20163e kwartaal101,9102,5105,8
20164e kwartaal102,8103,5107,8
20171e kwartaal104,1104,7109,8
20172e kwartaal105,4106,2112,3
20173e kwartaal107,0107,7113,9
20174e kwartaal109,0109,3116,0
20181e kwartaal110,8110,6117,1
20182e kwartaal113,6112,8120,0
20183e kwartaal116,3114,7122,3
20184e kwartaal118,0116,5124,3
20191e kwartaal119,5117,9125,3
20192e kwartaal121,1119,5127,0
20193e kwartaal122,3120,9128,5
20194e kwartaal124,8122,6130,0
20201e kwartaal127,2123,8130,7
20202e kwartaal130,1125,8132,2
20203e kwartaal132,7127,9133,5
20204e kwartaal136,3130,0135,0
20211e kwartaal139,8132,8137,1
20212e kwartaal146,9137,6141,9
20213e kwartaal152,8142,3146,3
20214e kwartaal157,7146,0149,2
Bron: CBS, Kadaster, Jaap.nl

Een sterke stijging van de vraagprijsindex hoeft niet samen te gaan met een zelfde stijging van de PBK. De vraagprijzen vormen het startpunt van onderhandelingen tussen koper en verkoper. Het gat tussen transactieprijs en vraagprijs is van meerdere factoren afhankelijk. Zo kent in het vierde kwartaal van 2021 Flevoland de grootste jaar op jaar stijging van de vraagprijsindex en ook van de PBK (zie figuur hieronder). Maar waar Noord-Holland de laagste stijging kent van de vraagprijsindex dit kwartaal, geldt dit niet voor de PBK. Die stijging is nog boven het gemiddelde van Nederland. 

Ook hier kunnen weer meerdere oorzaken voor gelden. Het kan zijn dat in Noord-Holland bovengemiddeld veel boven de vraagprijs wordt verkocht. Ook kan het liggen aan de selectie van verkopen. De vraagprijsindex geeft de ontwikkeling weer van het totale aanbod, niet alleen van de verkochte koopwoningen. Verder is het belangrijk te bedenken dat een index geen prijspeil weergeeft. De hoogte van de gemiddelde vraag- en transactieprijzen komt niet tot uiting. Het gaat om de ontwikkeling van deze prijzen.

Vraagprijsindex en prijsindex bestaande koopwoningen (PBK), vierde kwartaal 2021
ProvincieVraagprijsindex (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Prijsindex bestaande koopwoningen (PBK) (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Flevoland15,723,8
Gelderland14,522,4
Fryslân14,421,4
Groningen13,922,4
Utrecht13,420,3
Drenthe13,023,3
Overijssel12,818,3
Nederland12,319,6
Noord-Brabant12,217,9
Zuid-Holland11,818,1
Limburg11,617,0
Zeeland11,318,9
Noord-Holland10,520,1
Bron: CBS, Kadaster, Jaap.nl