Auteur: Hanneke Posthumus, Sabrina de Regt, Brenda Bos, Marit Breuk, Hieke Bruinsma, Toine Dam
Profiel en sociale omgeving van (potentiële) ZVH-cliënten

4. Hoe groot is de potentiële groep cliënten van het ZVHRU onder jongeren?

4.1 Inleiding 

ZVH’en richten zich op personen en huishoudens die in meerdere domeinen problemen hebben. Zoals in Hoofdstuk 2 is beschreven, hebben ZVHRU-cliënten hier ook vaak mee te maken. Er is vaak sprake van crimineel gedrag én problematiek op het gebied van onderwijs, op sociaaleconomisch vlak, en/of (jeugd)zorg. Gezien de beperkte middelen is het niet mogelijk om iedereen met multiproblematiek een traject aan te bieden in het ZVH. Het is echter wel nuttig voor ZVHRU om meer zicht te krijgen op de omvang van de groep inwoners met vergelijkbare problematiek die geen ZVH-traject volgt. Deze groep wordt in dit rapport ook wel aangeduid als de groep “potentiële cliënten”. In dit hoofdstuk wordt daarom gepoogd de omvang van deze groep in kaart te brengen. Ook wordt beschreven in welke wijken in Utrecht deze groep het grootst is, zodat hier indien gewenst een grotere focus op gelegd kan worden. 

4.2 Omvang kwetsbare jongeren in Utrecht

De omvang van de potentiele doelgroep wordt in dit hoofdstuk benaderd. Er is gekozen om naar deze jonge groep te kijken omdat, zoals in Hoofdstuk 2 is weergegeven, vooral jongeren een traject bij ZVHRU volgen. Om de potentiële doelgroep van ZVHRU binnen deze leeftijdsgroep in kaart te brengen, is bepaald bij welke jongeren sprake is van multiproblematiek. Hiervoor is gekeken naar problemen in drie verschillende domeinen: 1) onderwijs, 2) inkomen en 3) jeugdzorg en psychische gezondheid. Eerdere, in Hoofdstuk 2 weergegeven analyses, toonden ook aan dat ZVHRU-cliënten kwetsbaar zijn op deze gebieden. Voor elk domein zijn verschillende indicatoren gebruikt. Indien een jongere op minimaal twee van de drie domeinen problemen heeft, wordt deze aangeduid als iemand waarbij sprake is van multiproblematiek (zie Bijlage E voor meer informatie over multiproblematiek en de onderliggende indicatoren). In onderstaande tabel staat het aantal jongeren weergegeven in de gemeente Utrecht waarbij volgens deze definitie sprake is van multiproblematiek.20) De jongeren die al een traject binnen ZVHRU hebben, zijn apart weergegeven. 

4.2.1 Jongeren (12 tot en met 18 jaar) met al dan geen multiproblematiek en al dan niet verdacht (2010-2018)1) in Utrecht
aantal%
Multiproblematiek & verdacht3101,3
Multiproblematiek & niet verdacht2 0708,7
Geen multiproblematiek & wel verdacht5902,5
In ZVHRU500,2
Totaal aantal jongeren 12 tot en 18 jaar23 870
1) Verdacht en/of HALT-registratie van een vermogens-, gewelds- en/of drugsdelict.

Doorgaans richten ZVH’en zich op personen waarbij sprake is van multiproblematiek én crimineel (of overlast gevend) gedrag. In lijn met de doelgroepen van ZVHRU (zie Hoofdstuk 2) is gekeken naar vermogens-, gewelds- of drugsmisdrijven in de periode 2010-2018. In totaal zijn er meer dan 300 jongeren in Utrecht waarbij sprake is van multiproblematiek én crimineel gedrag die niet in ZVHRU voorkomen. Deze groep is ongeveer zes keer groter dan het aantal jongeren in het ZVH (op het peilmoment waren dit er 50). 

Er is een nog grotere groep jongeren (meer dan 2 duizend) waarbij wel sprake is van multiproblematiek, maar die geen crimineel en/of grensoverschrijdend gedrag vertoond hebben (die geen verdachte zijn van een misdrijf en/of een Halt-registratie voor vermogens-, gewelds- of drugsmisdrijven hebben) in de onderzochte periode. Dit is alsnog een interessante groep om in kaart te brengen aangezien een deel van deze groep later mogelijk alsnog de stap richting criminaliteit zal maken. In de tabel staan ook gegevens over het aantal jongeren dat verdacht is geweest van een vermogens-, gewelds en/of drugsmisdrijven, maar waarbij geen sprake is van multiproblematiek (iets minder dan zes honderd). Het is niet uit te sluiten is dat bij een deel van deze jongeren mogelijk toch sprake is van multiproblematiek, maar die buiten de in dit onderzoek gebruikte definitie vallen. Duidelijk is in ieder geval dat er een vrij substantiële groep jongeren is die baat zou kunnen hebben bij een ZVHRU-traject aangezien zij multiproblematiek hebben en/of in aanraking zijn geweest met criminaliteit. 

Vervolgens is onderzocht of jongeren met multiproblematiek die wel verdacht zijn geweest (van vermogens-, gewelds- en/of drugsmisdrijven) op meer domeinen problemen ondervinden dan jongeren met multiproblematiek die niet verdacht zijn geweest (van dergelijke misdrijven). Alle jongeren meegenomen in dit onderzoek hebben tenminste op twee van de drie onderzochte domeinen (onderwijs, sociaaleconomische positie en zorg) problemen. Kwetsbare jongeren die wel verdacht zijn geweest, hebben significant vaker problemen op alle drie de domeinen dan kwetsbare jongeren die niet verdacht zijn geweest. 

4.2.2 Al dan niet verdachte (2010-2018) jongeren in Utrecht met multiproblematiek op drie domeinen
 Wel verdacht (%)Niet verdacht (%)
multiproblematiek op drie domeinen*2713
* De groepen verschillen significant (p<0.05).

4.3 Verdeling kwetsbare jongeren in Utrecht

In dit onderzoek is ook gekeken naar de wijken waarin de groep potentiële cliënten van ZVHRU (jongeren met multiproblematiek die verdacht zijn van een vermogens-, gewelds- en/of drugsmisdrijf) wonen. Deze informatie kan het ZVH mogelijk helpen om de focus op bepaalde wijken te leggen.

4.3.1 Aandeel jongeren (12 tot en met 18 jaar) met multiproblematiek die verdacht zijn geweest van een vermogens-, gewelds- en/of drugsdelict (2010-2018) per wijk
WijkStatcode
Binnenstad
Zuid1,7
Zuidwest2,8
Noordwest2,3
Overvecht3,1
Leidsche Rijn0,9
West0,6
Noordoost
Vleuten-De Meern0,4
Oost0,6
 

Het grootste deel van de potentiële doelgroep van ZVHRU woont in de wijk Overvecht (3,1 procent). Ook in de wijken Zuidwest (2,8 procent) en Noordwest (2,3 procent) wonen ten opzichte van het gemiddelde in Utrecht (1,3 procent) meer kwetsbare jongeren. 

4.4 Conclusie

Op de peildatum van dit onderzoek waren er in Utrecht 50 jongeren met een leeftijd van 12 tot en met 18 jaar die een traject bij ZVHRU volgden. De (beperkte) capaciteit bij de partners die samenwerken in ZVHRU bepalen deels de selectie van de casuïstiek die al dan niet in het ZVHRU terecht komt. Dit hoofdstuk laat zien dat er jongeren zijn die niet in het ZVH zitten, maar waarbij wel sprake is van multiproblematiek én die verdacht zijn van een vermogens-, gewelds- en/of drugsmisdrijf. Dit gaat om meer dan 300 jongeren. Er lijkt dus een aanzienlijke groep jongeren te zijn die in potentie baat zou kunnen hebben bij inzet van het ZVH. Deze groep jongeren is niet evenredig verspreid over Utrecht: zij wonen relatief vaak in Overvecht, Zuidwest en Noordwest. 

Het gaat in dit hoofdstuk expliciet om jongeren tussen de 12 en de 18 jaar. De maat om multiproblematiek te meten in dit onderzoek is speciaal ontwikkeld voor deze leeftijdsgroep (zo staan bijvoorbeeld onderwijs en jeugdzorg centraal). ZVHRU behandelt op dit moment ook oudere personen. Ook bij volwassen inwoners van Utrecht kan verwacht worden dat een deel multiproblematiek heeft én verdacht is geweest van misdrijf (de piek in jeugdcriminaliteit ligt rond het twintigste levensjaar, zie ook Dieleman et al., 2020). Met andere woorden, indien volwassen inwoners ook meegenomen worden ligt het aantal inwoners van Utrecht dat potentieel baat zou hebben bij een behandeltraject van het ZVH naar verwachting nog hoger. 

20) De focus van dit hoofdstuk ligt op mogelijke toekomstige cliënten. Daarom wordt gefocust op jongeren van 12 tot en met 18 jaar. De indicatoren van multiproblematiek zijn daarom ook gericht op jongeren (bijvoorbeeld het behalen van een startkwalificatie en het ontvangen van jeugdzorg). Wanneer we deze operationalisering toepassen op de huidige groep van ZVH cliënten dan wordt 67 procent geïdentificeerd als persoon met multiproblematiek. De huidige groep cliënten bevat ook oudere personen, die wellicht niet onder deze indicatoren vallen.