Auteur: Anna van der Meij, Niek Verbaan
Conceptafbakening van competitie en verdringing bij internethandel

2. Competitie

Om competitie tot een meetbaar concept af te bakenen, wordt in dit hoofdstuk ingegaan op hoe de literatuur het begrip 'competitie' definieert en hoe het gemeten kan worden.

2.1 Definitie

De Van Dale omschrijft competitie (z.d.) als 'het streven een ander te evenaren of te overtreffen'. Beleidsmatig wordt het concept gebruikt om de relatie tussen Nederlandse en buitenlandse webwinkels in het buitenland te beschrijven. Dit komt in de literatuur overeen met de concepten 'waargenomen concurrentie' en 'exportconcurrentie'.

Waargenomen concurrentie meet de concurrentie tussen bedrijven en partijen afkomstig uit verschillende regio's (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2016). Hoewel waargenomen concurrentie wordt gezien als concurrentie tussen regio’s, is het in feite zo dat bedrijven in een regio strijden om markten met bedrijven die gevestigd zijn in andere regio’s. Daarbij bepaalt de marktoverlap de mate van concurrentie. In concurrentieanalyses wordt vaak onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte concurrenten. Directe concurrenten bieden producten aan die overeenkomen met het eigen product. Indirecte concurrenten bieden alternatieven aan of dezelfde producten in een andere regio. 

Waargenomen concurrentie kan in het onderzoek naar competitie van Nederlandse webwinkels in het buitenland ook worden omschreven als exportconcurrentie. Er is sprake van exportconcurrentie als Nederlandse goederen wedijveren met gelijkwaardige goederen geproduceerd in het buitenland voor de consumptiebesteding van consumenten in het desbetreffend land (Durand & Giorno, 1987).

Het huidige onderzoek gebruikt het concept competitie om de mate van concurrentie tussen buitenlandse en Nederlandse webwinkels in het buitenland aan te geven. Daarbij is er sprake van competitie zodra Nederlandse webwinkels producten in het buitenland aanbieden. Om webwinkels te categoriseren, zijn webwinkels ingedeeld naar bedrijfstak. Daarbij geldt dat aanbieders in een bedrijfstak altijd direct concurreren, want hetzelfde of alternatief product wordt ook door andere aanbieders binnen de bedrijfstak aangeboden. 

2.2 Meting

Om concurrentie te meten, introduceren Durand en Giorno (1987) het internationaal concurrentievermogen. Deze maatstaf vergelijkt een aantal economische kenmerken voor een land en zijn handelspartners. Het internationaal concurrentievermogen is gebaseerd op de volgende indicatoren: producenten- of groothandelsprijzen, consumentenprijzen, bbp-deflatoren, exportprijzen, arbeidskosten per eenheid product en wisselkoersen. Idealiter moeten deze indicatoren voor het concurrentievermogen voldoen aan drie basiscriteria: 

  1. betrekking hebben op alle aan concurrentie blootgestelde bedrijfstakken (alle goederen onderhevig aan concurrentie moeten vertegenwoordigd zijn); 
  2. alle markten omvatten die voor concurrentie openstaan; 
  3. en worden samengesteld uit gegevens die internationaal volledig vergelijkbaar zijn.

In de praktijk voldoet geen van de indicatoren aan deze drie criteria (Durand & Giorno, 1987). Dit betekent dat er compromissen moeten worden gesloten, waardoor elke indicatie van concurrentievermogen in feite slechts een ruwe benadering is. Afhankelijk van het doel waarvoor de indicator wordt gebruikt, kunnen verschillende benaderingen worden gekozen. 

Eurostat omschrijft exportmarktaandeel als mogelijke indicator voor het concurrentievermogen (Eurostat, z.d.). Een exportmarktaandeel wordt berekend door de exportwaarde van een land (in dit geval Nederland) te delen door de totale exportwaarde van de wereld. Een land kan marktaandeel verliezen, niet alleen als de export afneemt, maar ook als de export niet in hetzelfde tempo groeit als de wereldexport. Binnen het BAS-programmaonderdeel 'internethandel' kan dit geoperationaliseerd worden door de uitvoer van goederen door Nederlandse webwinkels (idealiter uitgesplist naar productcategorie) te vergelijken met het online exportaandeel van andere landen in de wereld. Echter, momenteel beschikt Nederland niet over de exportcijfers van buitenlandse webwinkels waardoor een exportaandeel (nog) niet internationaal vergelijkbaar is.