SDG 9.3 Kennis en innovatie

Kennis is enorm belangrijk voor de economie en voor het vinden van oplossingen voor grote maatschappelijke problemen. Het derde deel van SDG 9 gaat over investeringen in kennis door bedrijven en overheden, over technologische ontwikkeling, en over toegang tot ICT en internet.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 9.3 Kennis en innovatie
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Volgens zes van de veertien indicatoren neemt de brede welvaart trendmatig toe.
  • Bij de internationale posities zit Nederland alleen bij de investeringen in materiële vaste activa in de achterhoede.
  • Vrijwel iedereen heeft een breedbandverbinding en toegang tot internet. Nederland staat bovenaan de EU-ranglijst.
  • Investeringen in vaste activa, uitgaven van bedrijven aan R&D en het aantal gewerkte uren in R&D stijgen trendmatig. Ook worden steeds meer wetenschappelijke publicaties uitgebracht.

Het dashboard en de indicatoren

Deze brede SDG omvat drie hoofdcomponenten: infrastructuur en mobiliteit, duurzame bedrijvigheid, en kennis en innovatie. Dit derde dashboard bij SDG 9 focust op kennis, die essentieel is om economische prestaties te verbeteren en grote maatschappelijke problemen op te lossen. Kennis kan worden omgezet in nieuwe technologieën en processen waarmee producten en productieprocessen beter en duurzamer kunnen worden. Daarnaast heeft kennis sociaal-culturele en intrinsieke waarde. In dit verband is het belangrijk dat overheid en bedrijfsleven investeren in kennis, dat ICT en andere technologie uitgebreid worden en dat de kenniskapitaalgoederenvoorraad toeneemt. Toegang tot het internet is essentieel voor de toegang tot kennis.

De meeste beleidsmaatregelen voor SDG 9 komen voor rekening van de ministeries van IenW en EZK (CBS, 2021). Het beeld bij dit dashboard is overwegend positief: bij alle indicatoren stijgt de trend of is die stabiel. Ook de positie op de EU-ranglijst is doorgaans tamelijk gunstig. Nederland staat slechts bij één indicator in de achterhoede: de bruto-investeringen in materiële vaste activa.

SDG 9   Industrie, innovatie en infrastructuur: kennis en innovatie  

Middelen en mogelijkheden

2,3%
8e
0,8%
11e
1,5%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
9e
17,0%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
13e
3,7%
5e
4,1
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
6e
99%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
1e
99%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
1e

Gebruik

3 584
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
5e
229
5e
37%
17e

Uitkomsten

€ 152
7e
€ 11,10
6e

Beleving

7,4

Middelen en mogelijkheden betreffen het geld, de menskracht en de infrastructuur voor het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis en innovatie. Vijf van de acht indicatoren bewegen zich in de richting van de doelen. De bruto-investeringen in materiële vaste activa – vooral investeringen in machines en werktuigen – kwamen in 2021 uit op 17,0 procent van het bbp. Vergeleken met andere EU-landen is dit laag (13e van 16 EU-landen in 2020). Het aantal gewerkte uren in speur- en ontwikkelingswerk heeft eveneens een opwaartse trend, net als de toegang van huishoudens tot internet. Nederland voert de Europese ranglijst aan bij breedbandinternetverbinding en toegang tot internet: in 2021 beschikte vrijwel de hele bevolking van twaalf en ouder over deze voorzieningen.

Bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs gaven in 2020 samen bijna 18,4 miljard euro uit aan research en development (R&D) met eigen en ingehuurd personeel. De R&D-intensiteit (R&D-uitgaven als percentage van het bbp) was 2,3 procent. Bij de totale en de publieke uitgaven is de trend stabiel; bij het private deel van de R&D-uitgaven (1,5 procent van het bbp) is die stijgend. Qua positie bevindt Nederland zich in 2020 bij deze drie indicatoren in de middengroep van de EU.

Gebruik betreft de geproduceerde kennis, de ingevoerde innovaties en de gevormde kennisnetwerken. De trend in het aantal wetenschappelijke publicaties is stijgend. In 2020 lag het aantal publicaties per miljoen inwoners bijna 500 hoger dan in 2014, het begin van de trendperiode. Ruim een derde van de Nederlandse bedrijven met meer dan tien werknemers werd in 2018 als technologisch innoverend gezien. Hoewel het aantal PCT-patentaanvragen per miljoen inwoners recent wat terugliep, is de trend in de periode 2014-2021 nog neutraal. Met de aantallen wetenschappelijke publicaties en octrooien per miljoen inwoners staat Nederland in de bovenste groep van de Europese ranglijst.

Uitkomsten hebben betrekking op de mate waarin nieuwe technologieën en kennis worden ingebed in de kapitaalgoederenvoorraad. De kapitaalgoederenvoorraad (machines, werktuigen en andere productiemiddelen) wordt berekend per gewerkt uur. Zowel de fysieke kapitaalgoederenvoorraad als de kenniskapitaalgoederenvoorraad heeft een neutrale trend. Nederland heeft voor beide een middenpositie tussen de elf andere EU-landen waarmee in 2020 vergeleken kon worden.

Beleving heeft betrekking op het vertrouwen van mensen in wetenschap en innovatie. Het vertrouwen in de wetenschap wordt eens in de drie jaar gemeten door het Rathenau Instituut en uitgedrukt op een schaal van 1 (geen enkel vertrouwen) tot 10 (volledig vertrouwen). Het gemiddelde vertrouwen in de wetenschap steeg van 7,1 in 2018 naar 7,4 in 2021. De trend is neutraal. In 2021 bevatte de enquête ook vragen over de impact van het coronavirus op het vertrouwen in de wetenschap. Bijna een kwart van de respondenten gaf aan dat hun vertrouwen is toegenomen, vooral door de snelle ontwikkeling van vaccins. Bij 16 procent zorgde de snelheid waarmee vaccins beschikbaar kwamen juist voor een afname van het vertrouwen.

Meer informatie

ICT, kennis en economie 2021