SDG 6 Schoon water en sanitair

Toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen en duurzaam beheer van water vormen de kern van SDG 6. Iedereen in Nederland beschikt over drinkwater. In Nederland gaat het vooral om de betaalbaarheid van drinkwater, de waterkwaliteit en de efficiëntie van watergebruik.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 6 Schoon water en sanitair
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Er zijn evenveel trends die wijzen op een toename als op een afname van de brede welvaart.
  • Drie indicatoren geven niet langer een stijging van de brede welvaart aan, en zijn stabiel geworden: het zuiveringsrendement van stikstof in stedelijk afvalwater, onttrekking van zoet oppervlaktewater en het niveau van waterstress.
  • Meer grondwater wordt onttrokken als gevolg van achtereenvolgende jaren met een droog groeiseizoen. Nederland stond in 2018 in de achterhoede van de EU-ranglijst.
  • Diersoorten die kenmerkend zijn voor zoetwaternatuur gaan achteruit en de chemische waterkwaliteit verslechtert.
  • Gunstige trends zijn er ook: het percentage fosfor dat wordt verwijderd uit stedelijk afvalwater stijgt, de productiekosten van drinkwater dalen en de waterproductiviteit neemt toe.

Het dashboard en de indicatoren

Toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen en duurzaam beheer van water vormen de kern van SDG 6. Vrijwel iedereen in Nederland heeft toegang tot schoon drinkwater en goed sanitair. Het dashboard omvat wel indicatoren over de betaalbaarheid van drinkwater. De vraag naar drinkwater is tijdens de afgelopen droge en hete zomers gestegen. Ook de groeiende bevolking en de behoefte aan meer woningen, en daarmee meer aansluitingen, zorgen voor meer vraag. Omdat er weinig opties zijn om meer water te winnen, concurreren drinkwaterbedrijven steeds vaker met de belangen van natuur, landbouw en klimaatactie. Naar mate droge zomers vaker voorkomen, kan de leveringszekerheid van drinkwater op termijn onder druk komen. De focus van dit dashboard ligt op waterkwaliteit en de efficiëntie van watergebruik. Minder schadelijke lozingen, hergebruik van water en een lager watergebruik moeten de waterkwaliteit verhogen en waterschaarste tegengaan. Lozingen van vervuilende stoffen, direct of via de bodem, beïnvloeden de kwaliteit van binnenwateren en het grondwater. Waterzuivering helpt de gevolgen van vervuiling tegen te gaan en verbetert de kwaliteit. Zuiniger zijn met water, ten slotte, vermindert de druk op zoetwaterbronnen bij groeiende economische activiteit.

Het beleid voor SDG 6 is geformuleerd door met name de ministeries van IenW en LNV, maar er zijn ook bijdragen van BZ, BZK en VWS. De inzet is hoofdzakelijk gericht op het geïntegreerd zoetwaterbeheer om de beschikbaarheid van water zeker te stellen, en op het tegengaan van watervervuiling (CBS, 2021).

De trendmatige ontwikkeling in Nederland duidt bij SDG 6 in het algemeen op een stijgende of stabiele brede welvaart. Er zijn drie uitzonderingen: de toenemende onttrekking van grondwater, de achteruitgang van diersoorten die kenmerkend zijn voor zoetwaternatuur, en de verslechterende chemische waterkwaliteit. Een vergelijking met andere EU-landen is hier voor maar een paar indicatoren mogelijk, en die geeft aan dat Nederland doorgaans in de middengroep staat.

SDG 6   Schoon water en sanitair  

Middelen en mogelijkheden

€ 1,17
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
€ 1,61

Gebruik

85%
88%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
409
16e
67
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
10e
€ 85
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
9e

Uitkomsten

15,8%
13e
155
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
3,6%
5,1%
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
4,5
72,7%
17e

Beleving

8,7

Middelen en mogelijkheden betreffen de middelen waarmee huishoudens worden voorzien van schoon en betaalbaar drinkwater. De drinkwatervoorziening is in Nederland zeer goed geregeld. De drinkwaterbedrijven zijn erin geslaagd hun kosten omlaag te brengen (van 1,24 euro per m3 in 2014 naar 1,17 euro in 2020). Naast deze dalende trend staat een stabiele trend bij de gemiddelde prijs voor gebruikers van drinkwater, die ook kosten voor grondwaterheffing, precario, belasting op leidingwater en btw omvat. Eindgebruikers betaalden in 2020, net als aan het begin van de trendperiode in 2014, gemiddeld een bedrag van 1,61 euro per m3.

Gebruik betreft de zuivering van afvalwater, de onttrekking van water aan het milieu en de efficiëntie van watergebruik (waterproductiviteit). Bij de trends is het beeld gemengd. Het zuiveringsrendement voor stikstof en fosfor bij de zuivering van stedelijk afvalwater was in 2020 respectievelijk 85 en 88 procent. Deze hoge percentages zijn een maat voor de efficiëntie van de waterzuivering. Bij fosfor neemt het percentage zelfs nog verder toe, bij stikstof is de voorheen stijgende trend omgeslagen in een neutrale, maar ook daar is nog ruimte voor lichte verbetering.

Zowel huishoudens als bedrijven gebruiken water. Als de totale onttrekking van zoetwater wordt omgeslagen over het aantal inwoners, is er in 2020 per inwoner 409 m3 zoet oppervlaktewater gewonnen. In 2014, aan het begin van de trendperiode, was dit 502 m3. De voorheen dalende trend is inmiddels omgeslagen naar een neutrale. Vergeleken met andere EU-landen onttrekt Nederland per inwoner veel zoet oppervlaktewater, mede omdat ons land veel koelwater-intensieve bedrijven telt. Dat koelwater komt na lozing overigens weer beschikbaar voor gebruik. Voor economische activiteiten en verbruik door huishoudens wordt ook grondwater onttrokken. De hoeveelheid onttrokken grondwater was, omgeslagen per inwoner, in 2018, 2019 en 2020 veel groter dan in de jaren ervoor. Vooral de droge zomer van 2018 leidde tot flink meer waterverbruik door de landbouw en drinkwaterbedrijven; de trend is stijgend (rood). De waterproductiviteit – een maatstaf voor efficiëntie van het watergebruik door het bedrijfsleven – is tussen 2014 en 2020 flink verbeterd, van 67 euro toegevoegde waarde per m3 (in prijzen 2015) naar 85 euro. Nederland heeft qua waterproductiviteit binnen de EU een positie in de middengroep.

Uitkomsten hebben bij deze SDG betrekking op de kwaliteit van het oppervlaktewater en de duurzaamheid van watergebruik. De trends duiden op gelijkblijvende of zelfs dalende brede welvaart. Bij het niveau van waterstress (hoeveel water onttrokken wordt) is de voorheen neerwaartse (groene) trend omgeslagen in een neutrale. Het gaat hier om de verhouding tussen het zoetwater dat wordt onttrokken en de beschikbare hernieuwbare zoetwaterbronnen. Bij diersoorten die typerend zijn voor zoete wateren en moerassen is vanaf 2014 (na een lange periode van gestage stijging) sprake van een afname. De oorzaken van deze daling zijn divers en per soortgroep verschillend. De waterkwaliteit is kennelijk nog lang niet overal voldoende voor deze specifieke diersoorten. Ook verdroging kan een rol spelen.

De biologische waterkwaliteit (voor algen, waterplanten, vissen en macrofauna) en de chemische waterkwaliteit (op basis van 53 chemische stoffen of groepen van stoffen) worden in dit dashboard beoordeeld conform de Europese Kaderrichtlijn Water. In de Natuurlijk Kapitaalrekeningen rekent het CBS de data over aantallen waterlichamen om naar het percentage oppervlaktewater met een goede kwaliteit. Heel veel kleine waterlichamen voldoen namelijk op zich wel, maar qua totaaloppervlak voldoet maar een relatief klein deel van het Nederlandse water. Dit laat onverlet dat veel soorten van de macrofauna en waterplanten zich juist in de kleine beekjes en slootjes bevinden. In 2020 had 3,6 procent van het oppervlaktewater een goede biologische kwaliteit en voldeed 5,1 procent aan de normen voor chemische kwaliteit. De trend in chemische kwaliteit is dalend: in 2015, het eerste jaar van de meting, was het nog 10,4 procent.

De kwaliteit van het zwemwater in het binnenland is goed, in 2021 had bijna driekwart (72,7 procent) van het binnenwater de kwalificatie ‘uitstekend’. Deze indicator is zijdelings ook relevant voor de productie van drinkwater omdat in Nederland naast grondwater vooral ook oppervlaktewater onttrokken wordt voor drinkwaterproductie.

Beleving betreft tevredenheid over het drinkwater. In 2019 gaven klanten van waterleidingbedrijven hun water het rapportcijfer 8,7, hoger dan ooit. Deze tevredenheid wordt echter maar eens in de drie jaar gemeten, waardoor er niet genoeg datapunten zijn in de periode 2014–2021 om de trend te kunnen vaststellen.

Meer informatie

Hoe gebruiken we ons water?

Compendium voor de leefomgeving (CLO), Waterwinning en watergebruik in Nederland, 1976-2019