SDG 16.1 Veiligheid en vrede

Het eerste deel van SDG 16 wil een veilige samenleving bevorderen waarin iedereen toegang heeft tot het rechtssysteem. Het gaat daarbij om het verminderen van alle vormen van geweld, vooral tegen kinderen, en het terugdringen van corruptie, georganiseerde misdaad en illegale wapenhandel.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 16.1 Veiligheid en vrede
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • De meeste trends wijzen in de richting van stabiele brede welvaart.
  • Bij de overheidsuitgaven aan landsverdediging, geregistreerde misdrijven en slachtofferschap van misdrijven wijzen de trends op een toename van de brede welvaart.
  • Het aantal politiebeambten en het vertrouwen in de rechtsstaat dalen trendmatig.
  • Nederland staat meestal in het midden of aan de bovenkant van de EU-ranglijst.

Het dashboard en de indicatoren

Een vreedzame en veilige samenleving is het hoofdonderwerp van SDG 16. Naast vrede en veiligheid dekken de doelen hier ook instituties. Dit eerste dashboard (16.1) gaat over veiligheid en vrede; instituties komen aan bod in een tweede dashboard bij deze SDG (16.2).

Voor veiligheid en vrede moeten alle vormen van geweld en de sterfte die daarvan het gevolg is teruggedrongen worden. Speciale aandacht gaat uit naar geweld tegen kinderen en naar georganiseerde misdaad. In een veilige samenleving heeft iedereen toegang tot het rechtssysteem, en wordt corruptie tegengegaan. Het ervaren van onveiligheid - met de daarmee samengaande gevoelens van kwetsbaarheid en onzekerheid - kan een grote impact hebben op het persoonlijke leven. (On)veiligheid heeft daarom, zowel objectief als subjectief, effect op de brede welvaart ‘hier en nu’.

Het leger, de politie en justitie hebben de taak om de veiligheid te vergroten en te handhaven, preventief en via het rechtssysteem. Vertrouwen van burgers in deze instanties kan het gevoel van veiligheid vergroten.

Het Nederlandse beleid dekt SDG 16 grotendeels. De meeste beleidsmaatregelen en -voornemens zijn opgesteld door de ministeries van JenV en BZK, maar ook de departementen SZW, VWS, OCW en BZ hebben beleid geformuleerd voor onderdelen van deze SDG. De belangrijkste inzet vindt plaats in het kader van het beleid op veiligheid en tegen ondermijning. Daarnaast is er aandacht voor rechtstoegang (CBS, 2021).

Het dashboard bevat een nieuwe indicator: vermoedens van kindermishandeling. Verder wijken de cijfers in dit dashboard soms af van die in vorige edities van de Monitor Brede Welvaart en de SDG’s. Door wijzigingen in de vraagstellingen en de onderzoeksopzet zijn de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2021 niet zonder meer te vergelijken met die van de eerdere edities. Het beeld bij dit dashboard is voor de trendmatige ontwikkelingen tamelijk positief: de meeste indicatoren wijzen op een stabiele of toenemende welvaart. Alleen bij de operationele sterkte van de politie en het vertrouwen in de rechtsstaat beweegt de trend van het doel af. Bij drie indicatoren neemt Nederland binnen de EU een koppositie in, alleen met de minderjarige verdachten staat Nederland achterin de EU-ranglijst. Een internationale vergelijking is overigens niet mogelijk voor alle indicatoren in dit dashboard.

SDG 16   Vrede, justitie en sterke publieke diensten: veiligheid en vrede  

Middelen en mogelijkheden

2,0%
12e
1,3%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
13e
290
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
18e

Gebruik

67
4e
10,5%
19e

Uitkomsten

0,6
5e
43,2
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
17,1%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
14e
13,0%
5,8
11,0%
2,0%
349,0

Beleving

1,76
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
6e
2,0%

Middelen en mogelijkheden zijn in deze context middelen die worden ingezet om een eerlijke rechtsgang en de nationale veiligheid te garanderen. Bij de overheidsuitgaven aan openbare orde en veiligheid is de trend stabiel. Bij de uitgaven aan landsverdediging is de trend stijgend, hoewel het aandeel, 1,3 procent, nog duidelijk onder de 2 procent ligt waar binnen de NAVO naar wordt gestreefd. Het kabinet maakt momenteel geld vrij om in 2024 op 1,85 procent van het bbp uit te komen.

De operationele sterkte van de politie – het aantal politiebeambten per inwoner – neemt trendmatig af. Het aantal agenten dat direct contact heeft met burgers en/of direct bijdraagt aan kerntaken is na een piek van 307 vte per 100 duizend inwoners in 2012 en 2013 afgenomen naar 290 vte in 2020. Nederland neemt in 2019 bij alle drie indicatoren een middenpositie in binnen de EU-27.

Gebruik betreft voor deze SDG het aantal mensen dat in aanraking komt met of een beroep doet op justitie. Internationaal gezien zitten er relatief weinig mensen in gevangenissen, penitentiaire en tuchtinstellingen. In 2019 steeg het aantal naar 67 per 100 duizend inwoners. Het percentage minderjarigen onder de verdachten die in beeld zijn gekomen bij de politie, is vergeleken met andere EU-landen juist hoog (Nederland staat 19e van 22 landen in 2019). Het percentage schommelt al jaren rond de 10 à 11 procent.

Uitkomsten betreffen gepleegde misdrijven en slachtoffers daarvan. Steeds minder Nederlanders geven aan slachtoffer te zijn geweest van criminaliteit zoals geweld, inbraak, diefstal en vernieling: 17,1 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder in 2021. Dit was in 2014, aan het begin van de trendperiode nog 28,8 procent. De politie registreerde dan ook minder van deze misdrijven: 43,2 misdrijven per 100 duizend inwoners in 2021, tegen 60,9 in 2014. Bij beide indicatoren is de trend neerwaarts. Nederland heeft bij het slachtofferschap van misdaad een middenpositie binnen de EU. Een deel van de criminaliteit blijft overigens buiten beeld van registraties. Zo wordt niet altijd aangifte gedaan, maar van land tot land kan het ook verschillen welke delicten worden geregistreerd.

De neutrale trend in de cijfers over slachtoffers van cybercriminaliteit is nog gebaseerd op de Veiligheidsmonitor oude stijl. In 2019 was 13 procent van de bevolking slachtoffer van cybercrime (digitale vormen van identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten). De Veiligheidsmonitor 2021 heeft een nieuwe, meer uitgebreide meting gedaan naar slachtofferschap van online criminaliteit, die laat zien dat in 2021 16,9 procent van de bevolking slachtoffer was van online criminaliteit. Door de nieuwe opzet kan dit cijfer niet worden vergeleken met de uitkomsten voor eerdere jaren.

Mensenhandel is een delict waar moeilijk zicht op is te krijgen. De opgenomen data zijn van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en betreffen geregistreerde slachtoffers. De kwaliteit van de cijfers is onvoldoende voor het bepalen van een trend. Het aantal lag in 2020 duidelijk onder dat van de piek in 2019. De pandemie speelde hier waarschijnlijk een rol: reizen was maar beperkt mogelijk, en ook de opsporingsdiensten ondervonden hinder van de maatregelen. Daarnaast is in 2019 regelgeving gewijzigd, waardoor slachtoffers ontmoedigd kunnen zijn zich te melden. Het WODC, het kennisinstituut voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, liet de universiteiten van Tilburg en Utrecht onderzoek doen naar mensenhandel. Zij ramen het aantal slachtoffers op zo’n vijf duizend, en daarmee zijn er dus aanwijzingen dat maar een relatief klein deel van de slachtoffers in beeld komt bij instanties.

Bij de laatste meting van het Rutgers Kenniscentrum Seksualiteit in 2017 was het aandeel jonge mannen dat slachtoffer was van seksueel grensoverschrijdend gedrag 2 procentpunt lager dan in 2012, dit is een halvering. Bij de jonge vrouwen daalde het percentage van 17 in 2012 naar 11 in 2017. De meetfrequentie van deze indicator is te laag om een trend te bepalen. Ook zijn er geen internationale gegevens beschikbaar.

Een nieuwe indicator in het dashboard betreft het aantal meldingen over (vermoedens van) kindermishandeling bij de 26 Veilig Thuis organisaties in Nederland. Het ging in 2021 om 349 meldingen per 100 duizend inwoners. Bij één melding kunnen meerdere kinderen betrokken zijn en bij één melding kunnen naast vermoedens van kindermishandeling ook vermoedens over andere vormen van huiselijk geweld zijn geuit.

Beleving heeft betrekking op het vertrouwen in justitie en politie en het gevoel van veiligheid. Het vertrouwen in de rechtstaat is een van de zes aspecten van deugdelijk bestuur die de Wereldbank meet door middel van de Worldwide Governance Indicators. Hoewel de trend dalend is, hebben Nederlanders nog altijd veel vertrouwen in het rechtssysteem, waaronder de politie en de rechtbanken. Alleen in de Scandinavische landen, Luxemburg en Oostenrijk is het vertrouwen groter. Het percentage mensen dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt daalt niet langer trendmatig.

Meer informatie

Monitor huiselijk geweld en kindermishandeling 2020

Dashboard Veilig Thuis

Veiligheidsmonitor 2021