Hoe het CBS de doodsoorzakenstatistiek samenstelt in coronatijd

/ Auteur: Corporate communication
Hoe breng je een pandemie van een nieuw virus in kaart? Eva Krpelanová, medisch ambtenaar bij het CBS en patholoog, over de doodsoorzakenstatistiek in tijden van corona.
© Sjoerd van der Hucht Fotografie / My Eyes4u productions
Het CBS is verantwoordelijk voor het maken van statistieken over alle overleden personen in Nederland en hun doodsoorzaken. Sinds het begin van de statistiek in 1899 publiceert het CBS hier over. De uitbraak van COVID-19 stelde het CBS voor een uitdaging die sinds de Spaanse Griep niet meer voorkwam: hoe breng je een pandemie van een nieuw virus in kaart? Een berekening van de extra sterfte kon vrij snel gemaakt worden. Het maken van de statistiek van de doodsoorzaken is echter een complex proces. Op 31 juli publiceert het CBS de voorlopige cijfers van de doodsoorzakenstatistiek over de eerste vier maanden van 2020. Eva Krpelanová, medisch ambtenaar bij het CBS en patholoog, over de doodsoorzakenstatistiek in tijden van corona.

Hoe kon de extra sterfte snel berekend worden?

‘Als een persoon overlijdt vindt er een schouw plaats door de behandelend arts of een waarnemer, of bij verdenking van een niet-natuurlijke dood door een forensisch arts. De schouwend arts vult twee formulieren in: een overlijdensverklaring en een doodsoorzakenformulier. De begrafenisondernemer brengt de formulieren bij de gemeente van overlijden. De gemeente verwerkt vervolgens alleen de overlijdensverklaringen, waar persoonsgegevens op staan, en registreert dat de betreffende persoon overleden is. Deze data leveren ze versleuteld en met waarborging van de privacy aan het CBS. Daardoor heeft het CBS redelijk snel zicht op het aantal overleden personen en kan het een berekening maken van de extra sterfte.’

De verwerking van de doodsoorzaken is complexer?

‘Klopt. Dat heeft met een aantal redenen te maken. De eerste is een procedurele: gemeenten verwerken de doodsoorzakenformulieren niet; er is wettelijk vastgelegd dat het CBS dat doet. Gemeenten zetten een aktenummer en hun gemeentecode op de envelop van het doodsoorzakenformulier, die overeenkomen met de overlijdensakte van de overleden persoon. Eens per maand sturen ze de enveloppen naar het CBS. Het CBS verwerkt de doodsoorzakenformulieren vervolgens handmatig. Met de aktenummers en gemeentecodes op de enveloppen kan het CBS de doodsoorzakenformulieren koppelen aan de overlijdensverklaringen bij gemeenten met waarborging van de privacy. Op de formulieren staat geen naam van de overleden persoon.’

Waarom gebeurt deze aanlevering van doodsoorzaken schriftelijk?

‘De Wet op de lijkbezorging schrijft voor dat de doodsoorzakenformulieren op papier bij het CBS aangeleverd moeten worden. Er is een wijziging van deze wet in de maak, die digitale aanlevering mogelijk maakt. In het kader daarvan lopen een aantal pilots, onder andere met huisartsenpraktijken, ziekenhuizen en forensisch artsen. Artsen kunnen het ingevulde formulier dan digitaal rechtstreeks naar het CBS versturen. Deze wetswijziging moet echter nog doorgevoerd worden; tot die tijd is schriftelijke aanlevering buiten de pilots om wettelijk verplicht.’

Wat maakt de classificatie van de doodsoorzaken zo complex?

‘Het CBS voert handmatig alle gegevens op het doodsoorzakenformulier in. Dit zijn de niet-medische gegevens, zoals de gemeente, leeftijd en het geslacht; en de medische gegevens, zoals ziektes of aandoeningen. Vervolgens codeert het CBS de ingevulde doodsoorzaken. De schouwarts heeft op het doodsoorzakenformulier de keten van oorzaken ingevuld die tot het overlijden van de persoon hebben geleid. Bij longkanker bijvoorbeeld kunnen uitzaaiingen in de lever zijn opgetreden, waardoor bloedingen ontstonden, waaraan iemand overleed. De bloedingen zijn dan de directe aanleiding tot overlijden, maar longkanker is de onderliggende doodsoorzaak. Deze onderliggende doodsoorzaak wordt in de statistiek opgenomen. Het CBS codeert de doodsoorzaken volgens het classificatiesysteem van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Met internationale statistische codeersoftware kan het CBS ongeveer 60 procent van de doodsoorzakenformulieren automatisch coderen. De overige 40 procent moet door gespecialiseerde codeurs handmatig bekeken en gecodeerd worden. Soms moeten zij ook contact opnemen met de invullende arts om de benodigde informatie helder of compleet te krijgen.’

Hoe wordt Covid-19 gecodeerd?

‘De WHO stelde in januari van dit jaar een classificatiecode voor COVID-19 op. Die was bedoeld voor vastgestelde besmettingen. Maar omdat het een nieuw coronavirus betreft waren nog niet alle symptomen bekend en ook niet alle patiënten werden getest. Er waren dus sterfgevallen waarbij een sterk vermoeden van coronabesmetting bestond, maar dat niet door laboratoriumtesten geverifieerd was. Daarom introduceerde de WHO eind maart een nieuwe classificatiecode voor de vermoedelijke COVID-19 besmetting. Zo kan er onderscheid gemaakt worden tussen vastgestelde en vermoedelijke besmetting. Deze classificatiecode gold met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020.’

Wat betekende de pandemie voor de doodsoorzakenstatistiek?

‘De gezondheidszorg stond door de pandemie enorm onder druk. Formulieren invullen had daardoor begrijpelijkerwijs lagere prioriteit. Door de extra sterfte moesten er meer formulieren verwerkt worden dan gewoonlijk. Dat gold ook voor de gemeenten, en die lagen door de lockdown gedeeltelijk plat. De doodsoorzakenformulieren kwamen daardoor bij het CBS zowel in grotere aantallen als begrijpelijkerwijs op andere frequenties binnen dan gebruikelijk. Omdat COVID-19 veroorzaakt wordt door een nieuw virus wisten we ook niet hoe artsen de formulieren zouden invullen. Dat betekende dat meer formulieren handmatig gecodeerd moesten worden, terwijl ook het CBS in lockdown zat en door de pandemie geraakt werd. Het CBS heeft alles op alles gezet om de doodsoorzakenformulieren zo snel mogelijk te verwerken. Daar hebben heel veel mensen héél hard aan gewerkt.’

De gepubliceerde cijfers zijn voorlopig, waarom?

‘Elk kwartaal publiceert het CBS de voorlopige cijfers over de doodsoorzaken. Nog niet alle formulieren zijn dan ontvangen en verwerkt, maar wel minstens 95 procent – onze ondergrens voor publicatie. In het jaar daarop verschijnen dan de definitieve cijfers. Op 1 juli jongstleden publiceerde het CBS dus de cijfers vanuit de doodsoorzakenstatistiek over 2019. Door de coronacrisis is er vanuit de maatschappij begrijpelijkerwijs veel vraag naar actuele cijfers over de doodsoorzaken. Belangrijk om te melden is dat de doodsoorzakenstatistiek niet gebruikt wordt bij het maken van beleid tijdens de pandemie. Deze statistiek geeft het beeld van de lange termijnontwikkelingen.

Omdat het zwaartepunt van de pandemie in april lag heeft het CBS erop ingezet om niet alleen het eerste kwartaal te publiceren, maar ook de cijfers over april. Ook daarbij hanteren we de ondergrens van 95 procent van de formulieren en is gecontroleerd dat niet hele gemeentes ontbraken. Doordat het CBS de koppeling maakt met de data van de gemeenten over de overleden personen, is precies bekend hoeveel doodsoorzaken verwerkt zijn is.

Waar kunnen deze data voor gebruikt worden?

‘De doodsoorzakenstatistiek kent meerdere toepassingen. De data worden nationaal en internationaal gebruikt om statistische trends in doodsoorzaken te monitoren en analyseren. Universiteiten, epidemiologen en artsenverenigingen gebruiken de data om verder onderzoek te doen. Ook kunnen de data gebruikt worden voor gecombineerde analyses, bijvoorbeeld met sociaal economische status of ziekten bij leven. In het geval van COVID-19 is de statistiek daarnaast een aanvulling op de data van het RIVM, de GGD’s en huisartsenverenigingen. Op 31 juli publiceert het CBS samen met het RIVM daarover een speciaal nieuwsbericht.’