Bancaire kredietverlening neemt af

In het tweede kwartaal van 2013 is de kredietverlening door het bankwezen aan de private sector (huishoudens en niet-financiële ondernemingen) met 4,9 miljard euro afgenomen ten opzichte van een kwartaal eerder. Hiermee lag het totaal aan uitstaande leningen van het bankwezen aan de private sector aan het einde van het tweede kwartaal van 2013 met 998,1 miljard euro op het laagste punt in twee jaar.

Niet-financiële ondernemingen nemen leningen op, schulden dalen

In het tweede kwartaal van 2013 was het saldo van door niet-financiële ondernemingen opgenomen en afgeloste leningen bij het bankwezen 0,1 miljard euro. Dit betekent dat ondernemingen per saldo meer leningen hebben opgenomen dan afgelost. De kortlopende leningen zijn met 0,8 miljard euro toegenomen en de langlopende leningen namen af met 0,7 miljard euro.

De totale schuld van niet-financiële ondernemingen bij het bankwezen nam in bovengenoemde periode echter af met 0,6 miljard euro. Dat de schuld lager is terwijl er per saldo meer leningen werden opgenomen dan afgelost heeft te maken met waardeveranderingen (wisselkoersmutaties) en doordat het bankwezen oninbare vorderingen heeft afgeboekt, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.

Saldo opgenomen en afgeloste kredieten 

Saldo opgenomen en afgeloste kredieten
Meer intra-concern leningen

Naast het lenen bij banken kunnen internationaal opererende ondernemingen bij hun eigen concern lenen. Vooral sinds het uitbreken van de kredietcrisis maken ondernemingen meer gebruik van deze faciliteit. De intra-concern schulden namen in het tweede kwartaal van 2013 toe met 3,6 miljard euro. Ten opzichte van eind 2008 zijn deze schulden met ruim 30 procent gestegen, terwijl de schulden aan het bankwezen met 3,1 procent zijn toegenomen.

Huishoudens lossen meer af

Huishoudens hebben in het tweede kwartaal van 2013 per saldo 4,1 miljard euro meer aan leningen afgelost dan opgenomen. De langlopende leningen namen met 3,6 miljard euro af. Zo’n 3,3 miljard euro hiervan komt door een afname van de woninghypotheken. Voor de crisis op de woningmarkt groeiden de hypotheekleningen elk kwartaal nog met miljarden euro’s. De hypotheekschuld vormt met  669,3 miljard euro oftewel 90 duizend euro per huishouden nog steeds het grootste gedeelte van de schuld van de huishoudens.

Bron: StatLine, Sectorrekeningen Kerngegevens