Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo)

Tweedekansonderwijs, waarbij volwassenen alsnog hun diploma of een deelcertificaat op het niveau van de theoretische leerweg van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo, voorheen mavo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) kunnen behalen.
Het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs is in 1993/’94 van start gegaan. Bij de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) op 1 januari 1996 ging het vavo op in de kwalificatiestructuur educatie (KSE). In het schooljaar 1997/’98 is de landelijke kwalificatiestructuur ingevoerd en viel het vavo uiteen in de KSE-niveaus 4-6. KSE 4 kwam daarbij overeen met de theoretische leerweg van het vmbo (voorheen mavo), KSE 5 met het niveau van de havo en KSE 6 met niveau van het vwo. Met ingang van het schooljaar 2004/’05 is het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met de terminologie KSE 4-6 gestopt en wordt voor het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs weer de afkorting vavo gebruikt met de niveaus vmbo theoretische leerweg, havo en vwo.