SDG 9.1 Infrastructuur en mobiliteit

Het eerste deel van SDG 9 gaat over de voorzieningen om personen te vervoeren (infrastructuur) en het gebruik daarvan (mobiliteit). Mobiliteit stelt mensen in staat om te werken, sociale contacten te onderhouden en hun vrije tijd in te vullen. Mobiliteit heeft ook nadelen, zoals tijdverlies door files, onveiligheid in het verkeer en druk op het milieu.

  • De investeringen die noodzakelijk zijn voor het onderhoud en de verbetering van de infrastructuur nemen af.
  • Het deel van de bevolking dat veel overlast van parkeerproblemen, te hard rijden en/of agressief verkeersgedrag ervaart neemt niet langer toe.
  • Het wegvervoer van personenauto’s wordt schoner en duurzamer.

Het dashboard en de indicatoren

SDG 9 Industrie, innovatie en infrastructuur: infrastructuur en mobiliteit

Middelen en mogelijkheden

2,0%
van het bruto binnenlands product in 2024
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
Investeringen in grond-, weg- en waterbouw
12,4%
van de totale consumptieve uitgaven (lopende prijzen) in 2023
15e
van 27
in EU
in 2022
Uitgaven aan vervoer door huishoudens
62,1%
van de personen heeft een autorijbewijs en minimaal één personenauto in het huishouden in 2023
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
Autobeschikbaarheid personen
17,5%
van het totaal heeft elektriciteit als hoofdbrandstof, eind 2024
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
Elektrische personenauto's

Gebruik

37,8%
van de verplaatsingen in 2023
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
Verplaatsingen voor besteding van vrije tijd
7,1%
van het totaal aantal kilometers van Nederlandse personenauto's in 2023
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
Emissieloos verkeer personenauto's
8 086
reizigerskilometers per persoon gemiddeld in 2023
Autogebruik (personenauto's)
1 491
reizigerskilometers per persoon met trein, bus, metro of tram gemiddeld in 2023
Openbaar vervoergebruik
1 065
reizigerskilometers gemiddeld per persoon in 2023
Fietsgebruik

Uitkomsten

3,46
voertuigverliesuren per inwoner in 2023
Tijdverlies door files en vertraging
3,8
verkeersdoden per 100 000 inwoners in 2023
8e
van 27
in EU
in 2022
Doden in het verkeer
910,2
kilogram per inwoner in 2023
De langjarige trend is dalend (stijging brede welvaart)
CO2-uitstoot voertuigen voor personenverkeer in Nederland
603,8
kilogram per inwoner in 2023
CO2-uitstoot van bedrijfsvoertuigen in Nederland
0,45
kilo per inwoner in 2023
De langjarige trend is dalend (stijging brede welvaart)
Fijnstofuitstoot mobiele bronnen (PM10)
589,9
kilogram per inwoner in 2024
23e
van 27
in EU
in 2023
CO2-uitstoot nationale luchtvaartmaatschappijen A)

Beleving

31,6%
van de bevolking ervaart veel overlast in 2023
Ervaren verkeersoverlast
SDG 9 Industrie, innovatie en infrastructuur: infrastructuur en mobiliteit
Thema Indicator Waarde Trend Positie in EU Positie op EU-ranglijst
Middelen en mogelijkheden Investeringen in grond-, weg- en waterbouw 2,0% van het bruto binnenlands product in 2024 dalend (daling brede welvaart)
Middelen en mogelijkheden Uitgaven aan vervoer door huishoudens 12,4% van de totale consumptieve uitgaven (lopende prijzen) in 2023 15e van 27 in 2022 midden van de ranglijst
Middelen en mogelijkheden Autobeschikbaarheid personen 62,1% van de personen heeft een autorijbewijs en minimaal één personenauto in het huishouden in 2023 stijgend (stijging brede welvaart)
Middelen en mogelijkheden Elektrische personenauto's 17,5% van het totaal heeft elektriciteit als hoofdbrandstof, eind 2024 stijgend (stijging brede welvaart)
Gebruik Verplaatsingen voor besteding van vrije tijd 37,8% van de verplaatsingen in 2023 stijgend (stijging brede welvaart)
Gebruik Emissieloos verkeer personenauto's 7,1% van het totaal aantal kilometers van Nederlandse personenauto's in 2023 stijgend (stijging brede welvaart)
Gebruik Autogebruik (personenauto's) 8 086 reizigerskilometers per persoon gemiddeld in 2023
Gebruik Openbaar vervoergebruik 1 491 reizigerskilometers per persoon met trein, bus, metro of tram gemiddeld in 2023
Gebruik Fietsgebruik 1 065 reizigerskilometers gemiddeld per persoon in 2023
Uitkomsten Tijdverlies door files en vertraging 3,46 voertuigverliesuren per inwoner in 2023
Uitkomsten Doden in het verkeer 3,8 verkeersdoden per 100 000 inwoners in 2023 8e van 27 in 2022 midden van de ranglijst
Uitkomsten CO2-uitstoot voertuigen voor personenverkeer in Nederland 910,2 kilogram per inwoner in 2023 dalend (stijging brede welvaart)
Uitkomsten CO2-uitstoot van bedrijfsvoertuigen in Nederland 603,8 kilogram per inwoner in 2023
Uitkomsten Fijnstofuitstoot mobiele bronnen (PM10) 0,45 kilo per inwoner in 2023 dalend (stijging brede welvaart)
Uitkomsten CO2-uitstoot nationale luchtvaartmaatschappijen A) 589,9 kilogram per inwoner in 2024 23e van 27 in 2023 onderste kwart van de ranglijst
Beleving Ervaren verkeersoverlast 31,6% van de bevolking ervaart veel overlast in 2023
 

Uitleg dashboard, kleuren en noten

Infrastructuur maakt mobiliteit mogelijk. Mensen verplaatsen zich door de lucht, met de auto, met het openbaar vervoer, op de fiets of lopend.

Middelen en mogelijkheden gaan over de beschikbare middelen voor onderhoud en ontwikkeling van de infrastructuur en de mogelijkheden die deze bieden voor mobiliteit van personen en goederen. In 2024 bedroegen de investeringen in grond-, weg- en waterbouw 2,0 procent van het bbp. Deze investeringen zijn noodzakelijk voor het onderhoud en de verbetering van de infrastructuur. Dit percentage neemt trendmatig af. In 2011 waren de investeringen relatief het hoogst met 2,7 procent van het bbp.

Meer dan de helft van de bevolking van 6 jaar of ouder beschikt in hun huishouden over de middelen om zich per auto te verplaatsen. In 2023 had 62,1 procent van de mensen een rijbewijs en beschikking over tenminste één personenauto in het huishouden. Het wegverkeer produceert steeds minder emissies. Eind 2024 had 17,5 procent van de auto’s elektriciteit als hoofdbrandstof en dit aandeel neemt toe. Op elektriciteit rijden is zuiniger en schoner dan rijden met een conventionele auto. Kanttekening hierbij is dat bij de productie van dit soort auto’s beslag gelegd wordt op zeldzame grondstoffen als lithium en kobalt, die niet altijd onder goede werkomstandigheden gewonnen worden.

Gebruik beschrijft de mate waarin mensen zich met verschillende vervoermiddelen verplaatsen. Veel tijdreeksen voor gebruik zijn relatief kort en de maatregelen in de coronaperiode hadden veel impact op het verkeer. Tijdens de pandemie was het relatief rustig in de lucht, op het spoor en op de weg. De positie van Nederland ten opzichte van andere EU-landen is bij de indicatoren in dit dashboard moeilijk te bepalen, want er zijn weinig internationaal vergelijkbare databronnen.

Het aantal reizigerskilometers met de auto (als bestuurder of als passagier) of met het openbaar vervoer nemen sinds 2021 toe, maar liggen nog onder de niveaus van voor de coronapandemie. De meeste reizigerskilometers worden afgelegd met de auto, als bestuurder of passagier. In 2023 ging het om 8 086 kilometer per persoon. Daarnaast zijn er in 2023 gemiddeld per persoon 1 065 reizigerskilometers afgelegd met de fiets (inclusief elektrische fietsen). Het openbaar vervoer (trein, bus, metro en tram) was verantwoordelijk voor 1 491 reizigerskilometers per persoon.

Het aandeel kilometers gereden met emissieloze auto’s in het totaal aantal kilometers van Nederlandse personenauto's groeit. In 2015 werd slechts 0,1 procent van de voertuigkilometers, die met Nederlandse personenauto’s waren gereden, afgelegd met elektrische en door waterstof aangedreven personenauto’s. In de jaren daarna nam dit aandeel toe naar 2,2 procent in 2020 en 7,1 procent in 2023. Volledig elektrische personenauto’s en auto’s met waterstof als brandstof, worden als emissieloos beschouwd, omdat er geen uitstoot uit de uitlaat komt. Er is wel enige fijnstofuitstoot, vanwege bandenslijtage, maar niet door verbranding in de motor.

Mobiliteit is een middel voor de vrijetijdsbesteding. In 2023 was bij 37,8 procent van het totaal aantal verplaatsingen besteding van vrije tijd de achterliggende reden. Dit percentage stijgt. De resterende verplaatsingen waren vooral van en naar het werk, voor andere zakelijke en beroepsmatige activiteiten, of voor boodschappen doen en winkelen. Er wordt nog altijd minder naar werkplekken buitenshuis gereisd dan voor de coronapandemie.

Uitkomsten betreffen de effecten van verkeer en vervoer. De fijnstofuitstoot van mobiele bronnen (transportmiddelen en mobiele werktuigen met een verbrandingsmotor) daalt. Het gaat om PM10 dat kan binnendringen tot in de bovenste luchtwegen en dat een hoger risico meebrengt op luchtwegaandoeningen en bij lange blootstelling op acute hartinfarcten, beroertes en diabetes.

De CO2-uitstoot van voertuigen voor personenverkeer (personenauto’s, bussen, motorfietsen en bromfietsen) daalt eveneens. De CO2-uitstoot van bedrijfsvoertuigen nam tot vorig jaar vrijwel voortdurend toe, maar is in het meest recente jaar afgenomen. Per inwoner zorgde het personenverkeer in 2023 voor de uitstoot van 910,2 kilogram CO2 en bedrijfsvoertuigen voor 603,8 kilogram. In 2024 zorgden de nationale luchtvaartmaatschappijen voor 589,9 kilogram. Nederlandse luchtvaartmaatschappijen hebben een relatief grote CO2-uitstoot per inwoner vergeleken met die van nationale maatschappijen van andere EU-landen.

Beleving betreft de ervaren verkeersoverlast. In 2023 ervoer 31,6 procent van de bevolking veel overlast van parkeerproblemen (zowel fout geparkeerde voertuigen als te weinig plaatsen), te hard rijden en/of agressief verkeersgedrag. De overlast neemt niet meer trendmatig toe, maar is stabiel.