SDG 11.1 Wonen
- Wonen wordt duurder maar neemt wel een kleiner deel van het inkomen in beslag.
- De woningvoorraad groeit maar kan de vraag niet bijbenen.
- Het percentage thuiswonende jongvolwassenen stijgt, maar vergeleken met andere EU-landen wonen in Nederland weinig jongvolwassenen nog bij hun ouders.
Het dashboard en de indicatoren
Middelen en mogelijkheden
in EU
in 2023
in EU
in 2024
in EU
in 2023
Gebruik
in EU
in 2023
in EU
in 2024
Uitkomsten
in EU
in 2023
in EU
in 2023
Beleving
in EU
in 2017
Thema | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Middelen en mogelijkheden | Aantal beschikbare woningen (woningvoorraad) | 8 274 duizend woningen eind 2024 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Middelen en mogelijkheden | Woningtekort, modelmatige raming | 5% van de woningvoorraad in 2024 | stijgend (daling brede welvaart) | ||
Middelen en mogelijkheden | Aardgasarme woningen | 11,6% van het totaal aantal woningen is aardgasarm op 1 januari in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Middelen en mogelijkheden | Mediane woonquote (huur en koop) | 20,8% van het besteedbaar inkomen in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 23e van 27 in 2023 | onderste kwart van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Werkelijke woninghuur | 122,9 HICP Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (2015=100) in 2024 | stijgend (daling brede welvaart) | 12e van 27 in 2024 | midden van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Prijsindex uitgaven aanschaf en bezit koopwoningen | 124,5 prijsindex (2020=100) in 2023 | stijgend (daling brede welvaart) | 18e van 26 in 2023 | midden van de ranglijst |
Gebruik | Thuiswonende jongvolwassenen (25-29 jaar) | 20,8% woont bij hun ouder(s) op 1 januari in 2024 | stijgend (daling brede welvaart) | 4e van 27 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Te klein behuisd | 4,6% van de bevolking woont te klein in 2024 | 1e van 14 in 2024 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Gebruik | Dakloze mensen | 30 van elke 10 000 inwoners (18-64) hadden geen woonruimte in 2024 | |||
Gebruik | Gemiddelde hypotheekschuld huishoudens | € 206 300 per huishouden met hypotheekschuld (lopende prijzen) in 2023 | stijgend (daling brede welvaart) | ||
Gebruik | Loan-to-value | 0,62 ratio hypotheekschuld t.o.v. woningwaarde (van kostwinners onder 35) in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | ||
Uitkomsten | Energiearme huishoudens | 4,8% laag inkomen, gecombineerd met hoge energiekosten en/of niet goed geïsoleerd huis in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | ||
Uitkomsten | Ervaring van de woonlasten | 7,0% van de huishoudens geeft aan de woonlasten erg zwaar te vinden in 2024 | dalend (stijging brede welvaart) | 1e van 26 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitkomsten | Kwaliteit van woningen | 76,3% van de inwoners heeft een woning zonder grote gebreken in 2024 | 16e van 26 in 2023 | midden van de ranglijst | |
Beleving | Tevredenheid met woning | 86,7% van de bevolking van 18+ is (zeer) tevreden in 2024 | 8e van 27 in 2017 | midden van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Middelen en mogelijkheden betreffen de woningvoorraad en de betaalbaarheid van koop- en huurwoningen. De woningvoorraad groeit, maar het tekort aan woningen groeit ook. De woningbouw kan de bevolkingsgroei, de vergrijzing en het kleiner worden van huishoudens niet bijbenen. Het aantal beschikbare woningen neemt al decennialang toe. Eind 2024 bestond de woningvoorraad uit bijna 8,3 miljoen woningen. De woningvoorraad groeide per saldo met 70 duizend woningen in 2024. Een groeiend percentage van de woningen is aardgasarm. In 2023 ging het om 11,6 procent van de woningen (exclusief de nieuwbouw van 2023).
Het woningtekort wordt jaarlijks berekend door onderzoeksbureau ABF Research, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit betreft een modelmatige raming, gebaseerd op actuele statistieken over huishoudens, hun woonsituatie en de woningvoorraad. Voor 2024 wordt het tekort geraamd op ongeveer 400 duizend woningen, vijf procent van de woningvoorraad.
Wonen wordt steeds duurder. De woninghuur heeft een stijgende trend. In 2024 was huren 23 procent duurder dan in 2015. De werkelijke woninghuur steeg van 2023 op 2024 sneller dan de trend van de afgelopen jaren. Ondanks deze stijgingen staat Nederland rond het midden van de EU27-ranglijst. De kosten voor aanschaf en bezit van koopwoningen stijgen ook. Van 2022 op 2023 namen de kosten toe met 5,8 procent. Sinds 2020 zijn de kosten met 25 procent gestegen. De stijging is 60 procent ten opzichte van 2015. Deze prijsstijgingen zijn vergeleken met de andere landen binnen de EU27 niet groot of klein.
Ondanks de prijsstijgingen geven huishoudens een steeds kleiner deel van hun inkomen uit aan de totale woonlasten. Aan het begin van de meting in 2018 bedroeg de mediane woonquote nog 24 procent. In 2023 was deze gedaald naar 20,8 procent van het besteedbaar inkomen. De Nederlandse woonquote is een van de hoogste in de EU27. Alleen in Duitsland, Denemarken, Zweden en vooral Griekenland is de woonquote hoger. De mediaan geeft het exacte midden van de verdeling van de woonquotes van alle huishoudens weer. Er zijn echter verschillen tussen groepen. Huurders, vooral in de private sector, hebben een hogere woonquote dan eigenaar-bewoners. En huishoudens die recent een woning hebben gekocht hebben een hogere woonquote dan huishoudens die al langer in hun koopwoning wonen.
Gebruik gaat over de woningen waarin mensen wonen en over de kans op doorstroming naar een andere woning. De krapte op de woningmarkt is zichtbaar. Op 1 januari 2024 woonde 20,8 procent van mensen in de leeftijd van 25 tot en met 29 jaar nog in het ouderlijk huis. Het percentage thuiswonende jongvolwassenen stijgt, maar vergeleken met de andere landen van de EU27 wonen in Nederland weinig jongvolwassenen nog bij hun ouders. In Finland, Zweden en Denemarken is dit percentage nog lager dan in Nederland, maar in landen als Kroatië, Italië, Slowakije en Griekenland woont 70 procent of meer nog thuis.
Het relatieve aantal dakloze mensen is toegenomen met 7,1 procent ten opzichte van 2023. In 2024 sliepen 30 van elke 10 duizend inwoners van 18 tot 65 jaar op straat, in laagdrempelige opvang of tijdelijk bij familie of vrienden. In 2024 leefde 4,6 procent van de bevolking in een woning met te weinig kamers. Dit percentage is zeer laag vergeleken met andere EU-landen.
Huishoudens met een hypotheek hadden in 2023 een gemiddelde hypotheekschuld van zo’n 206 duizend euro en deze schuld neemt toe. Opgebouwde tegoeden voor de aflossing van de hypotheek via kapitaalverzekeringen, spaar- en beleggingshypotheken zijn deels in mindering gebracht. Door de aanhoudende stijging van de prijs van koopwoningen verbetert de verhouding tussen de hypotheekschuld en de waarde van de eigen woning (loan-to-value) bij huiseigenaren onder de 35 jaar. Deze groep, veelal starters op de woningmarkt, is extra kwetsbaar. De loan-to-value geldt als maatstaf voor het risico dat zij lopen op een restschuld na verkoop van de eigen woning. In 2023 was de verhouding tussen de hypotheekschuld en de woningwaarde van kostwinners jonger dan 35 jaar 0,62.
Uitkomsten betreffen de kwaliteit van de woning en de ervaren woonlasten. De kwaliteit van woningen is in Nederland over het algemeen goed. Sinds het begin van de metingen in 2005 gaf ieder jaar meer dan 80 procent van de inwoners aan dat hun woning geen ernstige gebreken had zoals een lekkend dak, rottende kozijnen of vochtige muren, of problemen met vloeren en funderingen. In 2024 is dit aandeel echter ten opzichte van 2023 met bijna 9 procentpunt gedaald, naar 76,3 procent. 2024 was een relatief nat jaar, dit werkte vochtproblemen in de hand.
In 2024 vond 7 procent van de huishoudens de woonlasten erg zwaar. Dit percentage is het laagste in de EU en het daalt trendmatig. Het gaat wel om bijna 600 duizend huishoudens. Nederland hoort sinds het begin van de meting in 2005 bij de landen met de laagste ervaren woonlasten. Energiearmoede neemt ondanks hogere prijzen af door compensatiemaatregelen en energiebesparing door huishoudens. In 2023 had volgens een voorlopige schatting van TNO 4,8 procent van de huishoudens een laag inkomen, gecombineerd met hoge energiekosten en/of een niet goed geïsoleerd huis. Het gaat daarbij om bijna 400 duizend huishoudens.
Beleving heeft betrekking op de tevredenheid van mensen met hun woning. De tevredenheid met de woning is onverminderd groot: in 2024 was 86,7 procent van de volwassen bevolking tevreden.
Relevante links
- Link Website - Over de woonbase
- Link Tabellen - Bouwen en wonen