Afname vogelpopulaties in stedelijk gebied

Een Meerkoet zit op een drijvend onbeschut nest van afval met haar pas uitgekomen jong onder haar vleugel op de Amsterdamse gracht. De Meerkoet gebruikt zelfs een mondkapje voor haar nest.
© ANP / Anita Pantus
Van de vogels die in steden en dorpen voorkomen, gaan er meer soorten in aantal achteruit dan vooruit. Met name de soorten uit de stedelijke groene leefomgevingen, zoals park en bos, nemen af. Dit blijkt uit de nieuwe indicator ‘vogels van stedelijk gebied’, die het CBS samen met Sovon Vogelonderzoek heeft gepubliceerd op het Compendium voor de Leefomgeving. Deze neemt met iets meer dan 6 procent af in de periode 2007-2020.

Hoe gaat het met de vogels in de stedelijke omgeving?Matige toename Vogels van water en moeras Vogels van bebouwing Matige afname Vogels van struweel en struiken Vogels van open groen

Sinds 2007 worden vogels in steden en dorpen geteld in het Meetnet Urbane Soorten (MUS) van Sovon Vogelonderzoek Nederland, georganiseerd vanuit het Netwerk Ecologische Monitoring [1]. Van 83 vogelsoorten zijn voldoende gegevens beschikbaar om een trend in het stedelijk gebied te berekenen. De indicator ‘vogels van stedelijk gebied’ geeft de gemiddelde trend weer van deze populaties in steden en dorpen.

Populatietrend vogels in stedelijk gebied 1)
 Waarneming (2007=100)Trend (2007=100)Onzekerheid trend (2007=100)
200799,4110097,17 - 102,84
2008103,87101,2199,51 - 102,96
200998,76101,91100,56 - 103,39
2010101,7102,05100,57 - 103,58
2011104,08101,4499,92 - 102,9
2012100,92100,4998,93 - 101,98
201397,6999,1797,67 - 100,67
201496,798,6397,22 - 100,08
201598,6797,996,31 - 99,45
201698,7496,0194,6 - 97,5
201795,294,2692,82 - 95,69
201889,0393,3292,05 - 94,63
201989,592,9291,58 - 94,29
202096,993,4291,28 - 95,39
Bron: CBS, NEM (Sovon)
1) Exclusief exoten

Afname vogels van stedelijk groen

Met name vogelsoorten kenmerkend voor de drie groene typen leefomgeving in de stad gaan in aantal achteruit: bos en park (-20 procent), struweel en struiken (-30 procent) en open groen (-10 procent). Dit komt onder meer door het verder volbouwen van de stad, en voor vogels ongunstig groenbeheer in het stedelijk gebied [2].
Ook van een vierde groep stadsvogels - soorten die een sterke relatie hebben met bebouwing - gaan de populaties achteruit (met 10 procent): dit geldt voor negen soorten waaronder de huismus, spreeuw, zwarte roodstaart en gierzwaluw, maar alleen als de slechtvalk buiten beschouwing wordt gelaten. De slechtvalk doet het juist bijzonder goed in de stad. Als deze meegenomen wordt, neemt de populatie van deze groep toe met 22 procent.

Trend van vogels in stedelijk gebied naar voorkeur leefomgeving
 Open groen (2007 = 100)Open groen onzekerheid trend (2007 = 100)Water en moeras (2007 = 100)Water en moeras onzekerheid trend (2007 = 100)Bebouwing (2007 = 100)Bebouwing onzekerheid trend (2007 = 100)Bos en park (2007 = 100)Bos en park onzekerheid trend (2007 = 100)Struweel en struiken (2007 = 100)Struweel en struiken onzekerheid trend (2007 = 100)
200710092,06 - 108,1310093,87 - 106,0110089,98 - 109,610095,82 - 104,1110094,53 - 105,52
2008106,04101,24 - 111,09102,7198,98 - 106,64103,7997,34 - 109,5798,8496,22 - 101,4998,6695,45 - 101,98
2009109,41105,06 - 113,97105,91102,59 - 109,35106,5101,51 - 111,6997,6695,36 - 100,1496,6794,1 - 99,39
2010110,51106,03 - 115,37109,19105,64 - 112,6108,31103,11 - 114,0496,393,88 - 98,9594,1991,5 - 97,05
2011108,19103,96 - 112,57113,2109,88 - 116,56108,85103,84 - 114,2494,5792,28 - 97,0290,7387,92 - 93,6
2012104,93100,63 - 109,51116,7113,3 - 119,98108,78103,87 - 113,7692,8690,32 - 95,587,3684,52 - 90,15
2013103,7199,59 - 108,38116,43113,01 - 119,76108,64104,39 - 113,190,9488,48 - 93,3485,6182,75 - 88,41
2014103,5799,19 - 107,75117,46114,02 - 121,08109,2105,02 - 113,4989,987,68 - 92,2183,3980,89 - 85,92
2015102,6698,28 - 107,04118,66114,81 - 122,62110105,24 - 115,1888,9186,64 - 91,2580,3277,72 - 83,02
201697,393,13 - 101,27120,83117,4 - 124,29110,26105,99 - 115,0387,7385,53 - 89,9174,2871,92 - 76,88
201792,2488,19 - 96,23123,2120,13 - 126,38111,13107,1 - 115,6686,2884,11 - 88,4869,2666,7 - 72,08
201889,786,17 - 93,21125,7122,86 - 128,58113,54110,03 - 117,2684,2682,36 - 86,2467,0664,72 - 69,59
201988,6984,82 - 92,43128,22125,2 - 131,42117,21113,49 - 120,8981,9679,85 - 84,1166,5964,25 - 69,03
202090,1484,4 - 95,91130,36125,85 - 135,35122,55116,47 - 128,7479,5476,14 - 82,8968,7465 - 72,49
Bron: CBS, NEM (Sovon)

Meer water- en moerasvogels in bebouwd gebied

Alleen de groep water- en moerasvogels neemt duidelijk toe binnen het stedelijk gebied: gemiddeld met 30 procent sinds 2007. Dit zijn soorten die door de groei van de populaties in het buitengebied steeds meer het stedelijk gebied zijn ingetrokken, zoals krakeend en grauwe gans. Dit komt onder meer door een verbeterde waterkwaliteit en de aanleg van meer waterpartijen binnen (nieuwe) stadskernen.
Een bijzonder fenomeen is de toename in de stad van kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen, die aan de kust als broedvogel achteruitgaan door vossen en menselijke verstoring. Als alternatief hebben deze vogels veilige broedlocaties op daken gevonden, en trekken daarbij steeds verder het binnenland in.

Trend vogels stedelijk gebied in landelijke context

Om de trend van vogels in het stedelijk gebied te kunnen vergelijken met de rest van Nederland is een indicator gemaakt van de ontwikkelingen van dezelfde 83 soorten buiten het stedelijk gebied. Hieruit blijkt dat de vogels die in bebouwd gebied afnemen, het in de rest van Nederland wel goed doen. Waar in het stedelijk gebied maar een van de vijf vogelgroepen een duidelijk positieve trend vertoont (water- en moerasvogels), gaan in het buitengebied - inclusief de beschermde natuur- en natuurontwikkelingsgebieden - vier van deze vijf groepen erop vooruit. De enige groep die in het buitengebied achteruit gaat zijn de vogels van open groen, waaronder een aantal boerenlandvogels (zoals grutto en kievit). Hiervan is bekend dat de populaties al decennia lang zeer sterk afnemen [3] [4].

Trend van vogels buiten stedelijk gebied
 Open groen (2007 = 100)Open groen onzekerheid trend (2007 = 100)Water en moeras (2007 = 100)Water en moeras onzekerheid trend (2007 = 100)Bebouwing (2007 = 100)Bebouwing onzekerheid trend (2007 = 100)Bos en park (2007 = 100)Bos en park onzekerheid trend (2007 = 100)Struweel en struiken (2007 = 100)Struweel en struiken onzekerheid trend (2007 = 100)
200710097 - 10310098 - 10210085 - 11510098 - 10110098 - 102
20089997 - 100102100 - 10410494 - 1149998 - 10010199 - 102
20099796 - 99103101 - 105109100 - 1199897 - 99102101 - 103
20109594 - 97103101 - 105114104 - 1269897 - 99103102 - 105
20119391 - 94103101 - 105119109 - 1329897 - 99105104 - 107
20129089 - 9110299 - 105125113 - 1379897 - 99107106 - 109
20138887 - 9010198 - 104130118 - 14310099 - 101110109 - 112
20148886 - 8910198 - 103134121 - 148102102 - 103114112 - 115
20158786 - 8810097 - 104136123 - 153105104 - 106117116 - 119
20168584 - 8610198 - 104138126 - 153106105 - 107119117 - 120
20178382 - 8410299 - 105140127 - 156106105 - 107120119 - 122
20188382 - 84104101 - 107146132 - 162107107 - 108124122 - 125
20198583 - 86107103 - 111153135 - 174109108 - 110129127 - 130
20208886 - 90111105 - 118164134 - 201111109 - 113135133 - 138
Bron: CBS, NEM (Sovon)