Hogere bevolkingsgroei door meer immigratie in eerste kwartaal

© CBS / Alrik Swagerman
De bevolking van Nederland is in het eerste kwartaal van 2022 met 49,8 duizend inwoners gegroeid. Dit is een sterke groei voor een eerste kwartaal, in piekjaar 2019 kwamen er in de eerste drie maanden 23,5 duizend inwoners bij. Vooral het aantal immigranten was hoog. Bijna 3 op de 10 immigranten kwamen uit Oekraïne. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Bevolkingsontwikkeling, eerste kwartaal
Onderdeel2022* (x 1 000)2022*, waarvan uit Oekraïne (x 1 000)2021* (x 1 000)2020 (x 1 000)2019 (x 1 000)
Geboorte40,25842,19940,54639,890
Sterfte43,10945,02643,24340,513
Immigratie62,48625,08648,15559,52561,398
Emigratie34,96832,53040,15637,239
Bevolkingsgroei24,66725,08612,79816,67223,536
*voorlopige cijfers

Bevolkingsgroei door migratie

De bevolkingsgroei kwam in de eerste drie maanden van 2022 volledig voor rekening van buitenlandse migratie. Er vestigden zich 87,6 duizend immigranten en er verhuisden 35,0 duizend emigranten naar het buitenland. Per saldo kwamen er daardoor 52,6 duizend inwoners bij door buitenlandse migratie. Een jaar eerder waren dat er in het eerste kwartaal nog 15,6 duizend. Ook wanneer de 25,1 duizend mensen die vanuit Oekraïne kwamen niet worden meegeteld, was de immigratie relatief hoog. Het aantal immigranten uit andere landen was 1,1 duizend groter dan in 2019. In dat jaar bereikte het aantal immigranten een recordhoogte.

Geen natuurlijke groei

In het eerste kwartaal kwamen er geen inwoners bij door natuurlijke aanwas: er overleden meer mensen (43,1 duizend) dan dat er kinderen werden geboren (40,3 duizend). De laatste vijf jaar was de natuurlijke aanwas elk eerste kwartaal negatief. In die periode werden er jaarlijks relatief weinig kinderen geboren en in de winter overlijden doorgaans meer mensen dan in andere perioden van het jaar.

Ook in het eerste kwartaal van 2021 was de natuurlijke aanwas negatief. Toen was het aantal geboorten weliswaar relatief hoog (42,2 duizend), maar overleden ook meer mensen (45,0 duizend). In dat eerste kwartaal eindigde de tweede coronagolf.

Natuurlijke aanwas (geboorte min sterfte) per kwartaal
JaarKwartaalNatuurlijke aanwas (x 1 000)
2016Eerste kwartaal1,0
2016Tweede kwartaal7,2
2016Derde kwartaal12,1
2016Vierde kwartaal3,2
2017Eerste kwartaal-2,1
2017Tweede kwartaal6,3
2017Derde kwartaal11,0
2017Vierde kwartaal4,5
2018Eerste kwartaal-5,8
2018Tweede kwartaal7,0
2018Derde kwartaal10,4
2018Vierde kwartaal3,6
2019Eerste kwartaal-0,6
2019Tweede kwartaal5,6
2019Derde kwartaal10,7
2019Vierde kwartaal2,1
2020Eerste kwartaal-2,7
2020Tweede kwartaal-1,9
2020Derde kwartaal9,6
2020Vierde kwartaal-5,0
2021*Eerste kwartaal-2,8
2021*Tweede kwartaal5,2
2021*Derde kwartaal10,0
2021*Vierde kwartaal-4,6
2022*Eerste kwartaal-2,9
*voorlopige cijfers

Vooral meer immigranten van buiten de Europese Unie

In het eerste kwartaal vestigden zich vooral meer immigranten van buiten de Europese Unie in Nederland in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Van hen kwamen 25,1 duizend vanuit Oekraïne, en 32,3 duizend uit overige landen. Dit zijn er niet alleen meer dan in dezelfde periode vorig jaar (22,1 duizend), maar ook meer dan in piekjaar 2019 (29,7 duizend). Er kwamen vooral meer immigranten uit Azië.

Niet alleen de immigratie was hoger dan in 2021, er vertrokken ook meer emigranten. Hun aantal nam minder sterk toe dan het aantal immigranten. Er waren vooral meer in Nederland of in een EU-land geboren emigranten. Het aantal mensen van buiten de Europese Unie dat emigreerde was lager dan in dezelfde periode vorig jaar.

Na migranten met een herkomst in landen van de voormalige Sovjet-Unie vormden Syriërs de tweede groep, gevolgd door mensen uit Turkije en India. Van deze groepen kwamen er per saldo de meeste mensen bij. Polen kwamen in het eerste kwartaal op de vijfde plaats.

Migratie naar geboorteland, eerste kwartaal
 2022* (x 1 000)2021* (x 1 000)2020 (x 1 000)2019 (x 1 000)
Immigratie
Nederland1)5,55,98,07,8
EU 2)24,720,123,723,9
Overig57,322,127,829,7
Emigratie
Nederland1)9,26,88,59,3
EU 2)14,913,716,714,5
Overig10,912,014,913,4
*voorlopige cijfers 1)incl. in het buitenland geboren met Nederlandse ouders 2)EU zonder het Verenigd Koninkrijk