Cao-lonen stijgen minder hard dan consumentenprijzen

© CBS / Nikki van Toorn
In het eerste kwartaal van 2019 zijn de cao-lonen met 2,2 procent gestegen. Dat is gelijk aan de loonontwikkeling over het laatste halfjaar van 2018. Anders dan toen is de stijging nu lager dan die van de consumentenprijzen. Deze bedroeg in het eerste kwartaal 2,5 procent. Dit meldt het CBS op grond van nieuwe cijfers.

Sinds 2014, het dieptepunt van de economische recessie, is het éénmaal eerder voorgekomen dat de consumentenprijzen harder stegen dan de cao-lonen, namelijk in het eerste kwartaal van 2017. In 2015 en 2016 lag de cao-loonstijging nog ver boven de stijging van de consumentenprijzen, mede doordat in die periode de stijging van de consumentenprijzen niet boven de 1 procent uitkwam.

Als de cao-lonen minder hard stijgen dan de consumentenprijzen, betekent dit niet automatisch dat werknemers er reëel in koopkracht op achteruit gaan. Het nettoloon is namelijk ook afhankelijk van de veranderingen in de premies die werknemers betalen voor pensioen, sociale verzekeringen (inclusief zorg) en de loonheffing.

Cao-lonen en consumentenprijzen
JaarKwartalenCao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Consumentenprijzen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20111e kwartaal0,92
20112e kwartaal12,2
20113e kwartaal1,22,6
20114e kwartaal1,32,5
20121e kwartaal1,32,5
20122e kwartaal1,42,2
20123e kwartaal1,52,3
20124e kwartaal1,52,8
20131e kwartaal1,43
20132e kwartaal1,22,8
20133e kwartaal12,8
20134e kwartaal0,91,6
20141e kwartaal0,91,1
20142e kwartaal0,91
20143e kwartaal0,90,9
20144e kwartaal10,9
20151e kwartaal1,30,2
20152e kwartaal1,40,9
20153e kwartaal1,40,8
20154e kwartaal1,50,7
20161e kwartaal1,80,6
20162e kwartaal1,80
20163e kwartaal20
20164e kwartaal1,80,7
20171e kwartaal1,31,5
20172e kwartaal1,31,3
20173e kwartaal1,41,4
20174e kwartaal1,51,4
20181e kwartaal1,81,2
20182e kwartaal1,81,5
20183e kwartaal2,22
20184e kwartaal2,32
20191e kwartaal2,22,5

In het eerste kwartaal stegen de lonen het meest in de gesubsidieerde sector, namelijk met 2,3 procent. In de sector particuliere bedrijven en bij de sector overheid namen de lonen toe met respectievelijk 2,2 procent en 1,8 procent. Vorig jaar stegen de lonen bij de sector overheid nog het meest (2,5 procent) en namen de lonen het minst toe in de gesubsidieerde sector.

Ontwikkeling cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen
Sectoren2018 (% verandering t.o.v. vorig jaar)1e kwartaal 2019 (% verandering t.o.v. vorig jaar)
Totaal22,2
Particuliere bedrijven22,2
Gesubsidieerde sector1,62,3
Overheid2,51,8

Minste loonstijging in onderwijs

Op het niveau van de bedrijfstakken namen de lonen in de overige dienstverlening (waartoe onder meer de cao’s kappersbedrijf en uitvaartzorg worden gerekend) het meest toe, namelijk met 3,1 procent. In het onderwijs stegen de lonen met 1,4 procent het minst. Vorig jaar was dit de bedrijfstak met de grootste loonstijging. In 2018 stegen bijvoorbeeld de lonen van het onderwijzend personeel in de cao van het primair onderwijs meer, doordat het salarisverschil verkleind werd met docenten in het voortgezet onderwijs. Voor het primair onderwijs is nog geen nieuw akkoord afgesloten, nadat op 1 maart de cao was verlopen.

Bij de bedrijfstakken informatie en communicatie en verhuur en handel van onroerend goed zijn geen ontwikkelingen bekend, omdat voor het merendeel van de cao’s in deze bedrijfstakken een akkoord uitblijft.

Het voorlopige cijfer over het eerste kwartaal van 2019 is gebaseerd op 81 procent van de cao’s waaruit de statistiek is opgebouwd.

Cao-loonstijging per bedrijfstak, 1e kwartaal 2019
BedrijfstakkenCao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Overige dienstverlening3,1
Horeca2,8
Landbouw, bosbouw en visserij2,6
Bouwnijverheid2,4
Handel2,4
Gezondheids- en welzijnszorg2,4
Energievoorziening2,3
Vervoer en opslag2,3
Verhuur en overige zakelijke diensten2,2
Totaal2,2
Industrie2,1
Waterbedrijven en afvalbeheer2,1
Financiële dienstverlening1,9
Specialistische zakelijke diensten1,9
Cultuur, sport en recreatie1,9
Openbaar bestuur en overheidsdiensten1,5
Onderwijs1,4

Stijging contractuele loonkosten, vooral bij de overheid

Sinds het begin van 2016 ligt de stijging van de contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) boven die van de cao-lonen. In het eerste kwartaal van 2019 gingen de contractuele loonkosten met 2,6 procent omhoog. Dit komt doordat de bijdragen aan de WW(Algemeen werkloosheidsfonds)- en WAO/WIA-(basis)-premies gestegen zijn. De verhoogde pensioenpremies bij het ABP zorgen voor een extra stijging van de loonkosten bij de overheid.

Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten, 1e kwartaal 2019
SectorenCao-lonen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Contractuele loonkosten (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Totaal2,22,6
Particuliere bedrijven2,22,5
Gesubsidieerde sector2,32,8
Overheid1,82,8