Brandweer in 7,7 minuten ter plaatse

Hoogwerker brandweer bij uitslaande brand
De Nederlandse brandweer heeft in 2017 gemiddeld 7,7 minuten nodig gehad om bij een brand te komen. Dat is 0,2 minuten (12 seconden) meer dan een jaar eerder. Bij een aantal korpsen liep de responstijd vorig jaar met 0,7 minuten (42 seconden) op. De toename van de gemiddelde responstijd is het gevolg van een toegenomen uitruk- en rijtijd, meldt het CBS.

De tijd die de brandweer in totaal nodig heeft om bij een brand te komen, noemt het CBS responstijd. Die bestaat uit de tijd die de brandweercentralist nodig heeft om de eenheid te alarmeren, de tijd om uit te rukken na alarmering en de tijd die nodig is voor de rit naar het incident.

Gemiddelde responstijd brandweer 2017: Alarmering: 0,7min. Uitruktijdtijd 2,9min. Rijtijd 4,1 min. Totaal 7,7min 

Brandweerkorpsen in Nederland deden er in 2017 gemiddeld 7,7 minuten over om op de plaats van het incident te komen. De meldkamer van de brandweer had gemiddeld 0,7 minuten de tijd nodig om de brandweereenheid te alarmeren. Gemiddeld kostte het daarna 2,9 minuten om uit te rukken en reed de brandweer er gemiddeld 4,1 minuten over om bij de brand te komen.

Kennemerland heeft een snelle respons

Met een responstijd van 6,5 minuten was de brandweer van de Veiligheidsregio Kennemerland in 2017 gemiddeld het snelst ter plaatse. Van de stadse regio’s behoren Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden met een gemiddelde responstijd van 6,7 minuten tot de snelste brandweerkorpsen.

De responstijd van Rotterdam-Rijnmond was wel 0,7 minuten hoger dan een jaar eerder, vooral door een toegenomen uitruk- en rijdtijd. Brabant-Noord en Gelderland-Midden waren de enige regio’s met een snellere responstijd dan in 2016, door snellere uitruktijden in 2017.

Gemiddelde responstijd brandweer per brandweerregio, 2017
 Gemiddelde alarmeringstijd (Minuten)Gemiddelde uitruktijd (Minuten)Gemiddelde rijtijd (Minuten)
Drenthe0,854,9
Friesland14,34,3
Brabant-Noord0,644,8
Limburg-Noord0,82,95,7
Groningen0,944,4
Zuid-Holland-Zuid0,743,9
Noord- en Oost-Gelderland0,93,64
Zeeland0,84,43,3
Gelderland-Zuid0,73,63,8
Noord-Holland-Noord0,63,34,2
Brabant-Zuidoost0,834,3
Midden- en West-Brabant0,834
Gelderland-Midden0,634,1
Utrecht0,52,94,3
Twente0,62,74,3
Zaanstreek-Waterland0,63,43,5
Hollands-Midden0,82,74
Limburg-Zuid0,72,44,4
Flevoland0,42,24,9
Ijsselland0,63,13,7
Amsterdam-Amstelland1,523,8
Gooi en Vechtstreek0,81,54,6
Haaglanden0,82,23,7
Rotterdam-Rijnmond0,51,94,3
Kennemerland0,31,94,3
 

Brandweer in uitgestrekte veiligheidsregio’s langer onderweg

De brandweer van de Veiligheidsregio Drenthe was in 2017 met een responstijd van 10,7 minuten van alle korpsen het minst snel ter plekke. De gemiddelde responstijd van het korps was 0,7 minuten hoger dan een jaar eerder. De veiligheidsregio’s Fryslân (9,6 minuten), Limburg-Noord en Brabant-Noord (beide 9,4 minuten) volgen Drenthe als regio’s met een lange responstijd. Deze regio’s zijn uitgestrekter, minder dichtbevolkt dan de veiligheidsregio’s in voornamelijk stedelijke gebieden.

Het korps van Limburg-Noord had met gemiddeld 5,7 minuten de langste rijtijd, maar was met een uitruktijd van 2,9 minuten sneller weg om ten slotte sneller op de plek van het incident te komen dan de collega’s van Drenthe en Brabant-Noord.

Demografie, organisatie en weer van invloed op de tijden

Mogelijk van invloed op de responstijden van de brandweer bij brand kan zijn, dat er in dunbevolkte regio’s een groter beroep op vrijwillige brandweerlieden wordt gedaan. De uitruktijden zullen hierdoor langer zijn dan in de steden met een hoge dichtheid van kazernes met meer beroepskrachten. Langere afstanden in dunbevolkte gebieden tot de brandlocatie zorgen ook voor de verschillen in de rijtijden. Verder kunnen verificatieprocedures in de meldkamer van automatische meldingen mede bepalend zijn voor de tijden.

Ten slotte kan ook het weer een rol in de responstijd van brandincidenten spelen. Gedurende een warme periode, zoals in mei en juni 2017, kunnen meer branden in de natuur- of buitengebieden plaatsvinden. De locatiebepaling wordt dan moelijker, met mogelijke langere alarmerings-, uitruk- en rijtijd tot gevolg.