Beschikbaar inkomen van huishoudens stijgt

© ANP
Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is in het in het derde kwartaal van 2017 met 1,9 procent gestegen, iets minder sterk dan in de eerste twee kwartalen van 2017. Het inkomen steeg vooral doordat meer mensen aan het werk waren. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de financiën van huishoudens. Op basis van deze cijfers kan geen uitspraak worden gedaan over de verdeling van de inkomensontwikkeling over de verschillende huishoudensgroepen.

Het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens is nu vanaf het tweede kwartaal van 2014 ieder kwartaal toegenomen. De stijging in 2017 is van een vergelijkbare orde van grootte als de groei over 2016, die uitkwam op 2,3 procent. Kwartaalcijfers over het reëel beschikbaar inkomen worden bepaald door bij het verslagkwartaal de inkomens van de voorgaande drie kwartalen op te tellen.

Inkomen stijgt vooral door groei beloning werknemers

De groei van het inkomen is vooral een gevolg van de stijgende beloningen van werknemers. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2016 namen deze beloningen toe met 3,6 procent (2,8 miljard euro). De beloningen stegen vooral door groei van het aantal banen van werknemers (met 204 duizend). Het loon per arbeidsjaar bleef met een toename van 0,7 procent achter bij de CAO-loonontwikkeling van 1,5 procent.

Ook inkomsten uit productieactiviteiten van zelfstandigen droegen bij aan het inkomen. Deze inkomsten stegen met 6,9 procent (1,0 miljard euro). De grootste groei was er bij de veehouderij, de bouw, detailhandel, horeca en bij adviesbureaus. Verder zijn de inkomsten uit woondiensten, de toegerekende huren van woningeigenaren, toegenomen (1,1 miljard euro). Woningeigenaren behalen een economisch voordeel doordat ze geen huur betalen maar wel woondiensten consumeren. Deze woondiensten worden ook tot de inkomsten uit productieactiviteiten gerekend.

De groei van de lonen en inkomsten uit productieactiviteiten werkt door in de belastingen en sociale premies die huishoudens betalen. Deze belastingen en premies stegen met 4,3 procent (2,4 miljard euro). Tegelijkertijd zijn de sociale uitkeringen gestegen met 1,7 procent (0,5 miljard euro). Pensioenuitkeringen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen stegen, de werkloosheidsuitkeringen daalden. De toegenomen som van belastingen en premies heeft een drukkend effect op het beschikbaar inkomen. Ook de stijging van de consumentenprijzen heeft een negatief effect op het reële inkomen.