Voor het eerst meer dan 10 miljoen banen
Voor het eerst zijn er in Nederland meer dan 10 miljoen banen. In het laatste kwartaal van 2015 steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen tot 10 020 duizend. In totaal groeide het banenbestand vorig jaar met 101 duizend tot het hoogste aantal ooit. In 2008, kort voor het uitbreken van de economische crisis, werd de mijlpaal al dicht genaderd. In de jaren daarna gingen echter veel banen verloren. Dit meldt CBS.
In 1995 waren er nog 8 miljoen voltijd- en deeltijdbanen in Nederland. Sinds 2000 waren het er meer dan 9 miljoen. Voor het volgende miljoen was aanzienlijk meer tijd nodig.
Mijlpaal al eerder in zicht
Tweemaal eerder werd de mijlpaal van 10 miljoen bijna bereikt. Voor het eerst was dat in het derde kwartaal van 2008, toen de teller op 9 973 duizend kwam. Door de economische crisis zakte het aantal daarna tot 9 706 duizend. De 10 miljoen kwam weer in zicht in de loop van 2011 en 2012, maar na dat hoogtepunt zakte de werkgelegenheid weer in.
In de periode dat het aantal banen groeide van 8 naar 10 miljoen, nam het aantal personen in de leeftijdsgroep van 15 tot 75 jaar toe van 11,8 naar 12,9 miljoen.
Ook voor seizoen gecorrigeerde cijfers leveren record op
Bovengenoemde cijfers zijn niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. In een grafiek zijn elk jaar vaste pieken en dalen te zien in de banenontwikkeling, omdat er in het tweede en derde kwartaal steevast meer banen zijn dan in de overige perioden. In het voorjaar en de zomer wordt er meer gewerkt in bedrijfstakken als de landbouw en horeca. Daarnaast zijn er meer mensen aan het werk als vakantiekracht. Om toch kwartalen onderling te kunnen vergelijken – waardoor een vloeiende lijn in de grafiek ontstaat – worden die uitschieters vereffend. Bij toepassing van die seizoenscorrectie komt het cijfer voor het laatste kwartaal uit op 9 998 duizend. Ook dat is een record.
Zorg nu de grootste bedrijfstak
Sinds 1995 zijn er vooral banen bijgekomen in de dienstverlenende sector. In de industrie, de bouwnijverheid en de landbouw en visserij gingen juist banen verloren. Twintig jaar geleden was de handel de bedrijfstak met de meeste banen, gevolgd door de zakelijke dienstverlening en de zorg. Tegenwoordig is de zorg de grootste bedrijfstak, na een aanwas van 581 duizend banen sinds 1995. Dat is een toename met 59 procent. Ook in de uitzendbranche (plus 335 duizend) en de zakelijke dienstverlening (315 duizend) nam het aantal banen fors toe.
Laatste jaren vooral meer zelfstandigen
Sinds de economische crisis zit de groei vooral in de banen van zelfstandigen. Er kwamen in die periode (na 2008) 242 duizend van deze banen bij, terwijl het aantal werknemersbanen in die tijd is geslonken met 146 duizend.
In 2015 was de verhouding 79 procent werknemersbanen tegen 21 procent banen van zelfstandigen. Twintig jaar geleden was dat ook zo. In de tussenliggende jaren liep het aandeel zelfstandigenbanen terug tot 18 procent in 2003.
Minder uren per baan gewerkt
Er zijn meer banen in Nederland dan werkzame personen: 10 020 duizend banen voor 8 888 duizend personen. Elke honderd werkzame personen bezetten daarmee 113 banen. Eind 1995 waren dat er nog 111.
De toename van het aantal gewerkte uren is niet evenredig met de groei van het aantal banen. De omvang van de banen, dus het gemiddelde aantal uren dat ermee is gemoeid, is namelijk steeds minder geworden. In 1995 was dat 25,7 uur per baan, in 2015 was dat 24,2 uur. Hierdoor is het totaal aantal gewerkte uren in Nederland de laatste twintig jaar met 16 procent toegenomen, terwijl het aantal banen met 23 procent groeide.
Voorlopige cijfers
De CBS-cijfers over de werkgelegenheid zijn voorlopig. Deze kunnen worden aangepast naarmate meer gegevens beschikbaar komen. Bijgestelde werkgelegenheidscijfers vanaf 2013 worden gepubliceerd in juni 2016.