Weinig Nederlanders kiezen voor baan in buurland
De grenzen tussen Nederland en de buurlanden werken belemmerend voor de arbeidsmarkten in de grensgebieden. Per dag pendelen bijna 100 duizend werknemers tussen Nederland en Duitsland of België en omgekeerd. Gezien het aantal banen en inwoners in de grensregio’s is dat weinig. Toch zullen niet alle regionale arbeidsmarkten langs de grens evenveel profiteren van het wegnemen van de belemmeringen. Meer open grenzen zijn vooral gunstig voor regio’s waar de banen over de grens goed aansluiten bij de kennis en vaardigheden van de werknemers.
Deze conclusie trekken het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) en CBS in een vandaag verschenen rapport: ‘Arbeidsmarkt zonder grenzen’. Ze onderzochten hoeveel en welke werknemers in het buurland werken. Ook is onderzocht hoe de arbeidsmarkten in de grensregio’s eruit zullen zien als er geen landsgrens is.
Slechts weinig werknemers kiezen voor baan over de grens
In 2012 pendelden ruim 97 duizend werknemers regelmatig tussen Nederland en Duitsland of België en omgekeerd. Uitgaande van het aantal inwoners en banen dat zich binnen een acceptabele woon-werkreistijd van de grens bevindt, is dat 5 procent van wat er mogelijk is. Bovendien gaat het bij ruim de helft van deze pendelaars om Nederlanders, Belgen of Duitsers die aan de andere kant van de grens zijn gaan wonen, maar hun baan in het land van oorsprong hebben. Zij hebben niet gekozen voor een baan over de grens, maar besloten in het buurland te gaan wonen vanwege de aantrekkelijke woningmarkt, het gunstige belastingklimaat of om persoonlijke redenen.
In plaats van grenspendelen kunnen werknemers die een baan vinden in het buurland daar ook gaan wonen. Maar ook deze groep is klein: 35 duizend personen in 2012.
Duitsers werken 2,5 keer vaker in de Nederlandse grensstreek dan andersom
De grensbarrière is niet voor iedereen even groot. Duitsers werken 2,5 keer vaker in de grensstreek van Nederland, dan omgekeerd. Dat is opmerkelijk want de mogelijkheden voor grenspendel zijn zelfs iets groter voor Nederlanders in Duitsland dan andersom. Het verschil in taal en cultuur kan dit niet verklaren: die kloof is even groot voor de Duitsers als de Nederlanders.
Belgen werken ongeveer even vaak in de Nederlandse grensstreek als Nederlanders in België.
Open grenzen minder gunstig voor Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg dan vaak gedacht
Vooral in regio’s waar aan de andere kant van de grens steden nabij liggen, kan het verminderen van de grensbarrière leiden tot een sterke toename van het aantal bereikbare banen. Niet alle banen zijn echter geschikt voor elke werknemer. Het kan zijn dat vaardigheden van werknemers niet aansluiten bij de werkzaamheden over de grens. Hierdoor profiteren sommige regionale arbeidsmarkten minder van het verminderen van de grensbarrière dan je zou verwachten. Dat is ook het geval voor Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg: er zijn wel veel banen in de nabijgelegen steden (Antwerpen-Gent- Brugge en Aken-Luik) maar een groot deel van die banen is niet geschikt voor de werknemers uit de Nederlandse regio’s.
Vooral regio’s waar de beschikbare banen goed aansluiten bij de vaardigheden van de werknemers over de grens, kunnen profiteren van het wegnemen van de grensbarrières. Dat is bijvoorbeeld het geval in Zeeland, het westelijke deel van Noord-Brabant en Oost- en West-Vlaanderen in België. De sector vervoer en opslag is in die regio’s aan beide zijden van de grens sterk vertegenwoordigd. Ook het noorden van Limburg en de aangrenzende Duitse districten profiteren vanwege de specialisatie in de groothandel van beide regio’s.
Regionaal en nationaal beleid kan belemmeringen verminderen
Het beleid kan een bijdrage leveren aan het verminderen van barrières, maar dit vraagt maatwerk. Als er veel geschikte banen over de grens bereikbaar zijn, dan zijn regio’s gebaat bij een betere informatievoorziening zodat werkgevers en werknemers aan weerszijden van de grens elkaar sneller vinden. In regio’s waar de vaardigheden van werknemers niet aansluiten op de werkzaamheden over de grens, kan de regio inzetten op omscholing en aangepaste beroepsopleidingen.
Het Rijk kan op nationaal niveau bijdragen door onzekerheden over de financiële gevolgen van het accepteren van een baan over de grens weg te nemen. En ook door te zorgen dat Nederlandse diploma’s over de grens worden erkend.
Stimuleren van werken over de grens kan onbedoeld krimp in grensregio’s versterken
Het stimuleren van werken over de grens kan als onbedoeld neveneffect hebben dat de krimp van de beroepsbevolking in de Nederlandse grensregio’s wordt versterkt. Voor Nederlanders met een baan over de grens is het namelijk duur om te blijven wonen in Nederland: de mogelijkheid voor het aftrekken van de hypotheekrente kan vervallen en de lonen in de buurlanden zijn gemiddeld lager. Nederlanders met een baan in de Belgische of Duitse grensstreek wonen dan ook veel vaker in het buurland dan de Belgen en Duitsers die over de grens werken.
Bron: PBL en CBS, Arbeidsmarkt zonder grenzen