Doctorstitel maakt verschil op de arbeidsmarkt
Gepromoveerden hebben vaker een voltijdbaan dan niet-gepromoveerde academici. Ook werken ze vaker op een hoger beroepsniveau dan niet-gepromoveerde academici. Nederland telde in de periode 2007/2010 bijna 60 duizend gepromoveerden. Dit is 6 procent van de ruim 900 duizend academici tussen de 15 en 65 jaar.
Gepromoveerden vaker een wetenschappelijk beroep
Meer dan 80 procent van de werkende gepromoveerden heeft een beroep op wetenschappelijk niveau tegenover ruim de helft van de niet-gepromoveerde academici. Gepromoveerden zijn bijvoorbeeld relatief vaak arts, (universitair) docent of onderzoeker.
Werkende academici naar beroepsniveau, 2007/2010
Gepromoveerden werken iets vaker voltijds
Ruim negen van de tien gepromoveerden horen tot de werkzame beroepsbevolking. Hun arbeidsparticipatie is daarmee iets hoger dan die van niet-gepromoveerde academici. Ze werken ook vaker voltijds, namelijk 74 tegen 68 procent.
De verschillen hangen voor een deel samen met het grotere aandeel mannen onder de gepromoveerden. Mannen hebben een hogere arbeidsdeelname dan vrouwen en werken vaker voltijds.
In sommige opzichten maakt wel of niet gepromoveerd voor werkende academici niet uit. Zo heeft in beide groepen ongeveer drie kwart een vast dienstverband en werkt een op de vijf als zelfstandige.
Gepromoveerden vooral in niet-commerciële dienstverlening
Twee derde van de werkende gepromoveerden heeft een baan in de niet-commerciële dienstverlening, zoals de gezondheidszorg of het hoger onderwijs. Van de niet-gepromoveerde academici werkt bijna de helft in deze sector. Een kwart van de gepromoveerden werkt in de commerciële dienstverlening, zoals de detailhandel of de banksector. Van de overige academici is dat iets meer dan 40 procent.
Werkende academici naar bedrijfsector, 2006/2009
Ongeveer een derde van de gepromoveerden is afgestudeerd in de gezondheidszorg en sociale dienstverlening. Bijna een kwart is wiskundige, natuurkundige of informaticus en ongeveer een vijfde heeft een achtergrond in menswetenschappen, sociale wetenschappen of kunst. Bijna 10 procent heeft een technische opleiding.
Jacqueline van Beuningen
Downloads
- Tabel - 3403T