Meer operaties in dagopname en meer kijkoperaties
Het aantal operaties dat in dagopname is verricht, is in de periode 1995 – 2007 sterk toegenomen. Daarnaast worden steeds meer operaties via een kijkoperatie uitgevoerd.
Meeste operaties in dagopname
In 2007 zijn er 1,3 miljoen operaties in dagopname of klinische opname uitgevoerd in Nederlandse ziekenhuizen. Dat zijn er 0,3 miljoen meer dan in 1995. Opvallend daarbij is dat het aantal operaties in klinische opname per 10 duizend inwoners in deze periode licht daalde (van 445 naar 388 operaties), terwijl het aantal operaties in dagopname per 10 duizend inwoners fors steeg (van 238 tot 395).
In 2007 zijn er voor het eerst meer operaties in dagopname uitgevoerd dan in klinische opname. Specifieke operaties zoals staar- en spataderoperaties werden al in 1997 meer in dagopname uitgevoerd dan in een opname met overnachting.
Operaties in ziekenhuizen, gestandaardiseerde cijfers
Steeds meer kijkoperaties
Een andere trend is dat steeds meer operaties via een kijkoperatie worden uitgevoerd, in plaats van de klassieke ‘open’ methode . Dit geldt bijvoorbeeld voor operaties aan galblaas, dikke en blindedarm en voor liesbreukoperaties. Zo is bij blindedarmverwijderingen het totale aantal operaties gelijk gebleven, maar steeg het aandeel dat via een kijkoperatie plaatsvond van 7 procent in 2000 naar 34 procent in 2007.
Blindedarmoperaties, gestandaardiseerde cijfers
Laatste jaren ook meer kijkoperaties bij dikkedarm- en liesbreukoperaties
Bij dikkedarm- en liesbreukoperaties is het aantal kijkoperaties pas vanaf 2002 of 2003 toegenomen. Bij operaties aan de galblaas was dit al langer een veel gebruikte techniek. De blindedarm- en dikkedarmoperaties vonden vrijwel uitsluitend in klinische opname plaats, de galblaas- en liesbreukoperaties voor het grootste deel ook.
Aandeel kijkoperaties bij verschillende operaties
In totaal ondergingen 8 op de 10 duizend inwoners een dikkedarmoperatie, 15 op de 10 duizend een galblaasoperatie en 18 op de 10 duizend inwoners een liesbreukoperatie in 2007.
Tanya Gelsema
Bron: