Elektriciteitsverbruik boven de 100 miljard kilowattuur

In 2000 is in Nederland voor het eerst meer dan 100 miljard kilowattuur elektriciteit verbruikt. Dit is een stijging van 33% ten opzichte van 1990. In huishoudens neemt het verbruik met 32% toe, in de industrie met 22%. De stijging is het grootst bij de overige bedrijfstakken, waartoe bijvoorbeeld de dienstverlenende sectoren, handel en landbouw behoren. Het elektriciteitsverbruik neemt hier met 49% toe.

Verbruik elektriciteit

0789g1.gif (5960 bytes)

Per inwoner is het huishoudelijk elektriciteitsverbruik in de periode 1990-2000 gestegen met 24%. Dat komt doordat er per huishouden meer apparaten zijn gekomen. Wèl worden de apparaten steeds zuiniger. In deze periode stijgt het elektriciteitsverbruik per werknemer in de industrie met 29%, in de overige bedrijfstakken met 17%.

Sterk veranderd over het afgelopen decennium is de herkomst van de elektriciteit. In 1990 was 73% afkomstig van de grote elektriciteitscentrales. Een verdere 15% kwam van decentrale productie-eenheden, grotendeels warmtekracht-installaties. Dat zijn productie-eenheden waar elektriciteit in combinatie met warmte wordt geproduceerd. Energetisch is dat zeer voordelig. Een klein deel van de decentrale eenheden bestaat uit windmolens en waterkrachtcentrales. Tenslotte kwam 12 % uit invoer (minus een kleine uitvoer).

In 2000 was het aandeel van de grote elektriciteitscentrales afgenomen tot 52%, namen de decentrale eenheden 30% voor hun rekening en was het aandeel van de invoer opgelopen tot 18%. De toename van de invoer is een verschijnsel van de laatste twee jaar en hangt samen met de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Tot 1998 had de invoer steeds op ongeveer 12% gelegen, het niveau dus van 1990. Bij de productie door warmtekracht-installaties was er sprake van een gestage toename in de loop van de jaren negentig. In 1995 bedroeg deze productie 22% van het verbruik.

Het aandeel van elektriciteit opgewekt door middel van zonne-energie, wind- en waterkracht was in 1990 nog zeer gering, circa 0,2% van het verbruik. In 2000 was het aandeel van deze drie vormen van duurzame elektriciteit, vooral als gevolg van de toename van wind-energie, opgelopen tot 0,8% van het totale verbruik.

Meer gegevens over het elektriciteitsverbruik zijn te vinden in  StatLine

Ruud Luijendijk