Minder mensen in de bijstand

Eind 1997 hadden ruim 437 000 personen een periodieke algemene bijstandsuitkering. Dat zijn er 44 000 minder dan het jaar ervoor, een daling van bijna 10%. Het gaat daarbij om thuiswonende personen die jonger zijn dan 65 jaar.

Personen met een periodieke algemene bijstandsuitkering (thuiswonenden, jonger dan 65 jaar, stand op 31 december)

Personen met een periodieke algemene bijstandsuitkering (thuiswonenden, jonger dan 65 jaar, stand op 31 december)

Bijna één op de drie is een gescheiden vrouw. Gescheiden vrouwen vormen hiermee de grootste groep bijstandstrekkers. Ongehuwde mannen maken er een kwart van uit; gehuwden slechts 8%. Eind 1997 hadden 71 000 gehuwde personen een bijstandsuitkering.

Personen met een periodieke algemene bijstandsuitkering, 31 december 1997 (thuiswonenden, jonger dan 65 jaar)

Personen met een periodieke algemene bijstandsuitkering, 31 december 1997 (thuiswonenden, jonger dan 65 jaar)

Van de personen in de bijstand is bijna de helft boven de veertig jaar. Hun aantal is de laatste vier jaar vrijwel gelijk gebleven. Omdat echter het totale aantal mensen met een bijstandsuitkering daalde, is het aandeel van de 40-plussers in het totaal gestegen.

Daar staat tegenover, dat steeds minder mensen van beneden de dertig een bijstandsuitkering hebben. Daardoor maken zij ook een steeds kleiner deel uit van de bijstandstrekkers.

Thuiswonende personen met een periodieke algemene bijstandsuitkering (stand op 31 december)

Thuiswonende personen met een periodieke algemene bijstandsuitkering (stand op 31 december)