Arbeidsmarkt

In de tweede helft van 1997 is de banengroei op een hoog niveau gebleven. Eind december vorig jaar waren er 175 duizend banen meer dan een jaar eerder. Daaronder waren 30 duizend uitzendbanen. Dit komt neer op een groei van 3%. Het gaat hier om alle banen van werknemers, ongeacht de arbeidsduur. De hoge groei hangt onder meer samen met de gunstige conjunctuur en de opkomst van deeltijdarbeid.

In vrijwel alle bedrijfstakken groeide vorig jaar het aantal banen. Relatief sterk was de groei in de horeca en de zakelijke dienstverlening, waar het aantal banen met ca 5% toenam. Veel lager was de groei in de industrie (1%), het openbaar bestuur (0,5%) en het onderwijs (1%). Ook al was in deze sectoren de groei relatief laag, toch is er een verbetering ten opzichte van voorgaande jaren. Zo daalde bijvoorbeeld in 1995 en 1996 het aantal banen in de industrie en bij de overheid.

Banen van werknemers, ultimo december

Banen van werknemers, ultimo december

Vacatures

Eind december 1997 stonden bij particuliere bedrijven 106 duizend vacatures open. Dat is 36 duizend meer dan een jaar eerder. Ten opzichte van het voorafgaand kwartaal is er een aanzienlijke stijging. Weliswaar is het nieuwste cijfer in absolute zin geen record, maar toch is het hoog in vergelijking met de voorgaande jaren, temeer daar het cijfer van het vierde kwartaal vaak wat onder de trend ligt.

Het aantal openstaande vacatures hangt, evenals de groei van het aantal banen, samen met de conjuncturele ontwikkeling. In 1990 verkeerde Nederland in een hoogconjunctuur. Het aantal vacatures bereikte eind maart van dat jaar een niveau van 134 duizend. Daarna liep de economische groei terug en nam het aantal vacatures af tot slechts 33 duizend in de tweede helft van 1993. Sindsdien is de economische groei weer toegenomen en steeg ook het aantal vacatures. De top van 1990 is echter nog niet bereikt.

Uitzendkrachten

In het vierde kwartaal van 1997 hebben uitzendkrachten 94 miljoen uren gewerkt. Dat is 16 procent meer dan in het vierde kwartaal van 1996. Voor geheel 1997 komt de stijging van het aantal uitzenduren (ten opzichte van 1996) uit op 15 procent. Na verwijdering van de seizoeninvloeden vertoont de reeks van de gewerkte uitzenduren een aanhoudende sterke stijging sinds begin 1994.

Werkloosheid

In de tweede helft van vorig jaar is de geregistreerde werkloosheid opvallend gedaald. De daling heeft tot nu toe doorgezet, afgezien van de seizoeninvloeden en toevallige fluctuaties in de cijfers. In het eerste kwartaal van 1998 waren er 69 duizend geregistreerde werklozen minder dan een jaar eerder. Als gevolg van het seizoen lag het cijfer van het eerste kwartaal van 1998 wel wat hoger dan dat van het voorafgaande kwartaal.

Het meest recente cijfer van de geregistreerde werkloosheid, het driemaandsgemiddelde van februari-april 1998, bedraagt 318 duizend. Dat is 81 duizend lager dan een jaar eerder. Dit nieuwste cijfer ligt historisch gezien op een opvallend laag niveau. Het cijfer van het eerste kwartaal (346 duizend) is ongeveer even hoog als dat van begin 1992.

Geregistreerde werklozen, kwartaalgemiddelden

Geregistreerde werklozen, kwartaalgemiddelden

Internationaal

Ook in de Europese Unie tekende zich in de tweede helft van vorig jaar een lichte daling van de werkloosheid af. De voor seizoen gecorrigeerde werkloosheid kwam volgens Eurostat in december vorig jaar op 10,4 procent. Voor zowel eind 1996 als eind 1995 bedroeg het vergelijkbare cijfer 10,8%. De lichte daling in 1997 heeft zich in hoofdzaak tegen het eind van het jaar voorgedaan. Het betreft hier de werkloosheid volgens de door het Internationaal Arbeidsbureau aanbevolen definitie, uitgedrukt in procenten van de beroepsbevolking.

Begin 1998 is de werkloosheid in de EU volgens Eurostat nog een fractie verder gedaald. Het voor seizoen gecorrigeerde cijfer kwam in februari 1998 op 10,3 procent. Dit is het laagste cijfer sinds maart 1993, toen het 10,4 procent was. De daling van de werkloosheid doet zich voor in de meeste lidstaten. Ook in Duitsland is er sinds de zomer van vorig jaar enige daling van de werkloosheid waarneembaar.

A.W.F. Corpeleijn