Gewichtenleerlingen per onderwijsscorecategorie, 2016

Tabel die inzicht geeft in het aantal gewichtenleerlingen per onderwijsscorecategorie in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) in 2016.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is voornemens het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid (GOAB) te herzien. Terwijl het huidige GOAB gebaseerd is op leerling gewichten (volgens het onderwijsachterstandenbeleid), wordt overwogen in het nieuwe beleid gebruik te maken van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die op te tellen tot achterstandsscores per gemeente.

De onderwijsscores kunnen op verschillende manieren worden opgeteld tot achterstandsscores per gemeente. Tijdens de uitvoering van dit onderzoek was het nog onbekend op welke manier deze som voor het toekomstige beleid gemaakt moet worden. Dit is nog afhankelijk van politieke besluitvorming. Daarom kan aan bijgevoegde informatie geen rechten worden ontleend.

In dit kader heeft de gemeente Utrecht het CBS opdracht gegeven om een tabel samen te stellen die op 1 oktober 2016 het aantal bekostigde basisschoolleerlingen met gewicht 0, 0,3 en 1,2 per 1% onderwijsscorecategorie (100 categorieën tussen 0 en 100%) weergeeft in Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Deze publicatie is tot stand gekomen in een periode waarin de onderwijsachterstandenindicator nog in ontwikkeling was. In de definitieve methodiek (zie samenvattend rapport) is onder andere de operationalisering van de verblijfsduur van de moeder aangepast. Hierdoor zijn de cijfers in deze publicatie niet helemaal vergelijkbaar met die in publicaties vanaf juli 2019.