3. Resultaten
3.1 Woningprijzen en kans op kind
Het eerste model laat zien dat de kans om een kind te krijgen daalt, naarmate de regionale woningprijzen in vergelijking met andere regio’s hoger zijn. Voor elke 100 duizend euro dat de woningprijzen in een regio hoger liggen dan elders, daalt de kans voor vrouwen om een kind te krijgen met 4,3 procent. Ook is de kans om een kind te krijgen kleiner, als de woningprijzen in de regio harder zijn gestegen: vrouwen hebben een 3,1 procent kleinere kans om een kind te krijgen in regio’s waar de prijzen gemiddeld 100 duizend euro meer gestegen zijn dan elders. Deze bevindingen bevestigen hypothese 1.
Jaarlijkse kans op geboorte van een kind | ||
---|---|---|
Gemiddelde regionale woningprijs | 260 duizend euro | 0,0536 |
Gemiddelde regionale woningprijs | 360 duizend euro | 0,0513 |
Gemiddelde woningprijs vergeleken met COROP-gemiddelde 2012-2022 | 50 duizend euro lager | 0,0533 |
Gemiddelde woningprijs vergeleken met COROP-gemiddelde 2012-2022 | 50 duizend euro hoger | 0,0516 |
3.2 Kans op kind voor huiseigenaren en huurders
In model 2 wordt de variabele toegevoegd die meet of vrouwen huiseigenaar of huurder zijn. De kans om een kind te krijgen is bij huiseigenaren met 7,0 procent bijna twee keer zo groot als bij huurders (3,9 procent). Maar belangrijk daarbij is wel dat de kans om huiseigenaar te zijn óók verschilt tussen regio’s. In regio’s waar woningen duurder zijn en in regio’s waar de woningprijzen harder gestegen zijn, is de kans om huiseigenaar te zijn kleiner in onze populatie van vrouwen van 16 tot 45 jaar. Een zogenaamde mediatieanalyse (Karlson et al., 2012) laat zien dat de relatie tussen geboortekans en regionale woningprijsvariabelen zwakker is in model 2 dan in model 1. Dit komt door toevoeging van de variabele over individuele woonsituatie. Het betekent dat de kleinere kans om een kind te krijgen van vrouwen in regio’s met hoge of stijgende woningprijzen deels komt doordat ze in die regio’s minder vaak huiseigenaar zijn. Dit bevestigt hypothese 2.
Uit de mediatieanalyse blijkt dat het tussen-regio-effect voor 83,5 procent verklaard wordt doordat vrouwen in duurdere woningmarktregio’s minder vaak de eigen woning bezitten. Het binnen-regio-effect wordt voor 11,3 procent verklaard doordat vrouwen in regio’s waar de prijzen harder zijn gestegen, minder vaak de eigen woning bezitten.
3.3 Woningprijzen en kans op kind bij huiseigenaren en huurders
In model 3 worden interactie-termen tussen individuele woonsituatie en regionale woningprijsvariabelen toegevoegd. Daarmee wordt geschat in welke mate het verband tussen woningprijzen en geboorten verschilt tussen huurders en huiseigenaren. Hieruit blijkt dat vrouwen in koopwoningen meer kans hebben om een kind te krijgen in relatief dure woningmarktregio’s dan in minder dure regio’s. Verder blijkt dat vrouwen in koopwoningen meer kans hebben om een kind te krijgen in regio’s waar de woningprijzen hard gestegen zijn dan in regio’s waar ze minder hard gestegen zijn. Voor huurders is de kans op geboorte van een kind juist kleiner als ze in dure regio’s of regio’s met sterk gestegen prijzen wonen (figuur 3.3.1 en 3.3.2). Deze resultaten ondersteunen hypothese 3. De bevinding dat huurders minder vaak een kind krijgen in duurdere regio’s, maar huiseigenaren juist vaker, komt overeen met eerdere studies in andere landen (Dettling & Kearney, 2014; Atalay, Li & Whelan, 2021). Hoewel het mechanisme achter dit verband in deze studie niet direct kan worden getest, komt dit waarschijnlijk doordat huurders in dure woningmarktregio’s hogere huren betalen en minder kans hebben om een gezinsvriendelijke woning te vinden, terwijl huiseigenaren juist profiteren van de waardevermeerdering van hun woning (zie ook hoofdstuk 1).
gemiddelde regionale woningprijs (euro);Huiseigenaar;Huurder 200 000; | Huiseigenaar (geschatte kans per jaar) | Huurder (geschatte kans per jaar) |
---|---|---|
200 000 | 0,06856 | 0,04058 |
210 000 | 0,06870 | 0,04044 |
220 000 | 0,06883 | 0,04030 |
230 000 | 0,06897 | 0,04015 |
240 000 | 0,06911 | 0,04001 |
250 000 | 0,06924 | 0,03987 |
260 000 | 0,06938 | 0,03973 |
270 000 | 0,06952 | 0,03959 |
280 000 | 0,06965 | 0,03945 |
290 000 | 0,06979 | 0,03932 |
300 000 | 0,06993 | 0,03918 |
310 000 | 0,07007 | 0,03904 |
320 000 | 0,07021 | 0,03890 |
330 000 | 0,07034 | 0,03876 |
340 000 | 0,07048 | 0,03863 |
350 000 | 0,07062 | 0,03849 |
360 000 | 0,07076 | 0,03836 |
370 000 | 0,07090 | 0,03822 |
380 000 | 0,07104 | 0,03809 |
390 000 | 0,07118 | 0,03795 |
400 000 | 0,07132 | 0,03782 |
410 000 | 0,07146 | 0,03768 |
420 000 | 0,07160 | 0,03755 |
430 000 | 0,07174 | 0,03742 |
440 000 | 0,07188 | 0,03729 |
450 000 | 0,07202 | 0,03716 |
Gemiddelde regionale woningprijsstijging 2012-2022 (euro);Huiseigenaar;Huurder -12 000 | Huiseigenaar (geschatte kans per jaar) | Huurder (geschatte kans per jaar) |
---|---|---|
-12 000 | 0,06792 | 0,04163 |
-11 000 | 0,06810 | 0,04140 |
-10 000 | 0,06827 | 0,04118 |
-9 000 | 0,06845 | 0,04096 |
-8 000 | 0,06863 | 0,04074 |
-7 000 | 0,06881 | 0,04052 |
-6 000 | 0,06899 | 0,04030 |
-5 000 | 0,06917 | 0,04008 |
-4 000 | 0,06935 | 0,03986 |
-3 000 | 0,06953 | 0,03965 |
-2 000 | 0,06971 | 0,03943 |
-1 000 | 0,06989 | 0,03922 |
0 | 0,07008 | 0,03901 |
1 000 | 0,07026 | 0,03880 |
2 000 | 0,07044 | 0,03859 |
3 000 | 0,07062 | 0,03838 |
4 000 | 0,07081 | 0,03817 |
5 000 | 0,07099 | 0,03796 |
6 000 | 0,07118 | 0,03776 |
7 000 | 0,07136 | 0,03755 |
8 000 | 0,07155 | 0,03735 |
9 000 | 0,07173 | 0,03714 |
10 000 | 0,07192 | 0,03694 |
11 000 | 0,07210 | 0,03674 |
12 000 | 0,07229 | 0,03654 |
13 000 | 0,07248 | 0,03634 |
14 000 | 0,07266 | 0,03614 |
15 000 | 0,07285 | 0,03595 |
3.4 Kans op kind voor huiseigenaren naar duur woningbezit
De vruchtbaarheid stijgt niet voor alle huiseigenaren in gelijke mate bij hogere regionale woningprijzen. Vrouwen die pas net huiseigenaar zijn geworden, krijgen juist minder vaak een kind, naarmate de gemiddelde woningprijs in hun regio hoger is dan elders (figuur 3.4.1). Als vrouwen meer dan 3 jaar huiseigenaar zijn, hangen hogere woningprijzen samen met een grotere kans op een geboorte. De prijsontwikkeling over de tijd hangt ook positief samen met de geboortekans van vrouwen die al langer een woning bezitten (figuur 3.4.2). In het eerste jaar dat vrouwen huiseigenaar zijn, maakt prijsstijging in de regio nog weinig uit, maar als ze langer dan een jaar huiseigenaar zijn, neemt de kans op een geboorte toe, naarmate de prijzen in de regio harder stijgen. Bij vrouwen die langer dan 3 jaar huiseigenaar zijn, neemt de kans nog sneller toe. Beide uitkomsten suggereren dat vrouwen die langer geleden een woning kochten, profiteren van hoge en stijgende woningprijzen (of dat nu door concrete verzilvering van de overwaarde komt, waardoor ze meer te besteden hebben aan hun kinderen/gezin, of door een algemeen gevoel van financiële zekerheid). Dit vertaalt zich vervolgens in een hogere kans om (nog) een kind te krijgen. Deze resultaten ondersteunen hypothese 4.
Gemiddelde regionale woningprijs (euro);Huurder;Huiseigenaar korter dan 1 jaar;Huiseigenaar 1-3 jaar;Huiseigenaar langer dan 3 jaar 200 000 | Huurder (geschatte kans per jaar) | Huiseigenaar korter dan 1 jaar (geschatte kans per jaar) | Huiseigenaar 1-3 jaar (geschatte kans per jaar) | Huiseigenaar langer dan 3 jaar (geschatte kans per jaar) |
---|---|---|---|---|
200 000 | 0,04248 | 0,08917 | 0,08911 | 0,06060 |
210 000 | 0,04237 | 0,08866 | 0,08872 | 0,06099 |
220 000 | 0,04226 | 0,08815 | 0,08834 | 0,06137 |
230 000 | 0,04215 | 0,08764 | 0,08795 | 0,06176 |
240 000 | 0,04204 | 0,08713 | 0,08756 | 0,06216 |
250 000 | 0,04193 | 0,08663 | 0,08718 | 0,06255 |
260 000 | 0,04182 | 0,08613 | 0,08680 | 0,06294 |
270 000 | 0,04171 | 0,08563 | 0,08642 | 0,06334 |
280 000 | 0,04160 | 0,08513 | 0,08604 | 0,06374 |
290 000 | 0,04149 | 0,08464 | 0,08566 | 0,06414 |
300 000 | 0,04138 | 0,08414 | 0,08528 | 0,06455 |
310 000 | 0,04127 | 0,08365 | 0,08491 | 0,06495 |
320 000 | 0,04116 | 0,08317 | 0,08453 | 0,06536 |
330 000 | 0,04105 | 0,08268 | 0,08416 | 0,06577 |
340 000 | 0,04094 | 0,08220 | 0,08379 | 0,06619 |
350 000 | 0,04084 | 0,08172 | 0,08342 | 0,06660 |
360 000 | 0,04073 | 0,08124 | 0,08305 | 0,06702 |
370 000 | 0,04062 | 0,08076 | 0,08268 | 0,06744 |
380 000 | 0,04051 | 0,08029 | 0,08232 | 0,06786 |
390 000 | 0,04041 | 0,07982 | 0,08195 | 0,06829 |
400 000 | 0,04030 | 0,07935 | 0,08159 | 0,06871 |
410 000 | 0,04019 | 0,07888 | 0,08123 | 0,06914 |
420 000 | 0,04009 | 0,07842 | 0,08087 | 0,06957 |
430 000 | 0,03998 | 0,07796 | 0,08051 | 0,07001 |
440 000 | 0,03988 | 0,07750 | 0,08015 | 0,07044 |
450 000 | 0,03977 | 0,07704 | 0,07979 | 0,07088 |
Gemiddelde regionale woningprijsstijging 2012-2022 (euro);Huurder;Huiseigenaar korter dan 1 jaar;Huiseigenaar 1-3 jaar;Huiseigenaar langer dan 3 jaar -12 000 | Huurder (geschatte kans per jaar) | Huiseigenaar korter dan 1 jaar (geschatte kans per jaar) | Huiseigenaar 1-3 jaar (geschatte kans per jaar) | Huiseigenaar langer dan 3 jaar (geschatte kans per jaar) |
---|---|---|---|---|
-12 000 | 0,04323 | 0,08388 | 0,08300 | 0,06255 |
-11 000 | 0,04304 | 0,08377 | 0,08309 | 0,06282 |
-10 000 | 0,04285 | 0,08367 | 0,08318 | 0,06310 |
-9 000 | 0,04266 | 0,08356 | 0,08327 | 0,06337 |
-8 000 | 0,04248 | 0,08345 | 0,08336 | 0,06365 |
-7 000 | 0,04229 | 0,08335 | 0,08345 | 0,06393 |
-6 000 | 0,04211 | 0,08324 | 0,08354 | 0,06421 |
-5 000 | 0,04192 | 0,08314 | 0,08363 | 0,06449 |
-4 000 | 0,04174 | 0,08303 | 0,08373 | 0,06477 |
-3 000 | 0,04156 | 0,08293 | 0,08382 | 0,06505 |
-2 000 | 0,04138 | 0,08282 | 0,08391 | 0,06533 |
-1 000 | 0,04120 | 0,08272 | 0,08400 | 0,06562 |
0 | 0,04102 | 0,08261 | 0,08409 | 0,06590 |
1 000 | 0,04084 | 0,08251 | 0,08418 | 0,06619 |
2 000 | 0,04066 | 0,08240 | 0,08427 | 0,06647 |
3 000 | 0,04048 | 0,08230 | 0,08437 | 0,06676 |
4 000 | 0,04030 | 0,08219 | 0,08446 | 0,06705 |
5 000 | 0,04012 | 0,08209 | 0,08455 | 0,06734 |
6 000 | 0,03995 | 0,08198 | 0,08464 | 0,06763 |
7 000 | 0,03977 | 0,08188 | 0,08473 | 0,06793 |
8 000 | 0,03960 | 0,08177 | 0,08482 | 0,06822 |
9 000 | 0,03943 | 0,08167 | 0,08492 | 0,06851 |
10 000 | 0,03925 | 0,08156 | 0,08501 | 0,06881 |
11 000 | 0,03908 | 0,08146 | 0,08510 | 0,06911 |
12 000 | 0,03891 | 0,08136 | 0,08519 | 0,06940 |
13 000 | 0,03874 | 0,08125 | 0,08529 | 0,06970 |
14 000 | 0,03857 | 0,08115 | 0,08538 | 0,07000 |
15 000 | 0,03840 | 0,08105 | 0,08547 | 0,07030 |
3.5 Aanvullende resultaten
De hiervoor beschreven analyses zijn uitgevoerd voor alle vrouwen in de leeftijd 16 tot 45 jaar. De resultaten voor mannen zijn sterk vergelijkbaar met die voor vrouwen. Dat geldt ook voor samenwonende vrouwen vergeleken met alle vrouwen, al zijn de verbanden voor samenwonende vrouwen wat zwakker. De samenhang tussen de woon- en woningprijsvariabelen en geboortekans in de modellen voor de hele populatie van vrouwen van 16 tot 45 jaar verlopen gedeeltelijk via het verlaten van het ouderlijk huis en het aangaan van een stabiele partnerrelatie. Dat zijn twee levensgebeurtenissen die paren al meegemaakt hebben.
Verder blijkt dat de verbanden met woningprijzen en de woonsituatie het sterkst zijn bij de geboorte van eerste kinderen. Hogere en sterker gestegen woningprijzen bemoeilijken het om huiseigenaar te worden, en werpen daarmee een barrière op om aan kinderen te beginnen. Is het eerste kind eenmaal geboren, dan maken (ontwikkelingen in) woningprijzen minder uit voor de kans op geboorte van volgende kinderen bij huiseigenaren en huurders.
Bovenstaande resultaten zijn afkomstig uit aparte analyses die zijn uitgevoerd op respectievelijk mannen (van 16 tot 50 jaar), vrouwen die samenwonen met een partner, en vrouwen die geen, een, of twee of meer kinderen hadden. In de modellen voor tweede en volgende kinderen is gecontroleerd voor de tijd die is verstreken sinds de geboorte van het vorige kind. De modeluitkomsten zijn op te vragen bij de auteurs.