Armoederisico in 2017 toegenomen

3. Sociaaleconomische risicogroepen

Bijstandsontvangers lopen het meeste risico op armoede

Bijna drie kwart van de huishoudens die voornamelijk van een bijstandsuitkering of een verwante sociale voorziening (bijvoorbeeld een Wajong-uitkering) moesten rondkomen, had in 2017 een laag inkomen. Bij deze bijstandontvangers had een laag inkomen bovendien betrekkelijk vaak een langdurig karakter. Ook onder ontvangers van een werkloosheidsuitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering lag het aandeel huishoudens met een laag inkomen met respectievelijk 17,0 en 20,3 procent ruim boven het gemiddelde.

3.1 (Langdurig) armoederisico naar voornaamste inkomensbron, 2017*
   Laag inkomen (% huishoudens)Langdurig laag inkomen (% huishoudens)
Inkomen uit werkInkomen uit arbeid2,10,5
Inkomen uit werkInkomen uit eigen onderneming10,12,2
OverdrachtsinkomenWerkloosheid171,9
OverdrachtsinkomenArbeids-
ongeschiktheid
20,39,7
OverdrachtsinkomenPensioen3,51,1
OverdrachtsinkomenBijstandsuitkering of verwante sociale voorziening74,145,5


Tussen 2011 en 2013 is het risico op armoede voor ontvangers van een uitkering flink gestegen. Bij bijstandsontvangers steeg het percentage huishoudens met een laag inkomen in twee jaar tijd met 12 procentpunt. Bij arbeidsongeschikten bedroeg de toename bijna 5 procentpunt en bij werklozen 2,5 procentpunt. Bijstandsontvangers profiteerden echter niet van het herstel dat vanaf 2014 intrad: het aandeel met een laag inkomen lag in 2017 zelfs iets hoger dan in 2013. Deze stagnatie had tot gevolg dat het aandeel bijstandshuishoudens met een langdurig laag inkomen tussen 2014 en 2017 sterk toenam met bijna 9 procentpunt tot 44,5 procent.

3.2 (Langdurig) armoederisico bij inkomen uit voornamelijk een uitkering
   2011 (% huishoudens)2012 (% huishoudens)2013 (% huishoudens)2014 (% huishoudens)2015 (% huishoudens)2016 (% huishoudens)2017* (% huishoudens)
Laag inkomenArbeidsongeschikt16,919,121,62120,719,520,3
Laag inkomenBijstand61,568,773,872,873,773,174,1
Langdurig laag inkomenArbeidsongeschikt8,299,69,7
Langdurig laag inkomenBijstand36,641,544,245,5

Ook huishoudens met vooral inkomen uit werk lopen risico

Van de huishoudens met vooral inkomen uit arbeid in 2017 had 2,1 procent een laaginkomen. Dat is fors minder dan het landelijk gemiddelde van 8,2 procent. Het risico op een langdurig laag inkomen bij deze werknemers bedroeg slechts 0,5 procent. Bij zelfstandigen moest in 2017 evenwel 1 op de 10 huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Het gaat dan om zelfstandigen die slechts een geringe winst boekten of met een verlies te kampen hadden. Een lage winst bij ondernemers (of een laag loon bij werknemers) is niet altijd de enige oorzaak van een laag inkomen. Negatieve inkomsten uit vermogen, zoals betaalde hypotheekrente, kunnen ook een rol spelen (Bos, 2013). Over het algemeen heeft een laag inkomen bij zelfstandigen geen langdurig karakter. Slechts 2,2 procent had in 2017 vier jaar of langer een laag inkomen. Voor zowel huishoudens met vooral inkomen uit arbeid als huishoudens met vooral inkomen uit eigen onderneming geldt dat het armoederisico sinds 2013 terugliep, maar dat het risico op langdurige armoede onveranderd bleef.

Bijstandsontvangers grootste groep onder de langdurig lage inkomens

Huishoudens van uitkerings- en pensioenontvangers vormen de meerderheid in zowel de groep met een laag inkomen als de groep met een langdurig laag inkomen.Bijstandsontvangers (inclusief de verwante sociale voorzieningen) waren in 2017 goed voor meer dan 52 procent van de huishoudens met een laag inkomen en bijna 66 procent van de huishoudens met een langdurig laag inkomen. Ten opzichte van 2014 betekent dit een stijging van respectievelijk 6,8 en 4,4 procentpunt.

3.3 Voornaamste inkomensbron langdurig lage inkomens
  Bijstand (%)Overdrachtsinkomen excl. bijstand (%) Inkomen uit arbeid (%) Inkomen uit eigen onderneming (%)
2017* (226 800)65,721,17,16,1
2014 (185 100)61,322,19,57,1

Minder risico bij hogere opleiding

Van de huishoudens met een hoogopgeleide hoofdkostwinner had 3,6 procent in 2017 een laag inkomen. Dit is minder dan bij middelbaar (7,0 procent) en vooral laagopgeleiden(14,2 procent). Vergelijkbare verschillen doen zich voor bij huishoudens met een langdurig laag inkomen. Het risico op langdurige armoede nam in de periode 2014-2017 bij elk van de opleidingsniveaus toe, maar bij de laagopgeleiden ging de stijging het hardst.

3.4 (Langdurig) armoederisico naar opleidingsniveau
   2011 (% huishoudens)2014 (% huishoudens)2017* (% huishoudens)
Laag inkomenHoog3,53,83,6
Laag inkomenMiddelbaar6,07,77,0
Laag inkomenLaag10,914,414,2
Langdurig laag inkomenHoog1,11,1
Langdurig laag inkomenMiddelbaar2,32,5
Langdurig laag inkomenLaag5,46,6