Samenvatting
In 2024 is 60 miljard kWh elektriciteit geproduceerd uit windenergie, waterkracht, zonne-energie en biomassa. Dat is 50 procent van het totale elektriciteitsverbruik, in 2023 was dit 46 procent. De productie van windmolens (gecorrigeerd voor de hoeveelheid wind) nam in 2024 met 20 procent toe; de groei van de capaciteit van het windmolenpark in Nederland was 9 procent en kwam voornamelijk door nieuwe windmolens op zee. De productie van elektriciteit uit zon nam met 9 procent toe. De elektriciteitsproductie uit biomassa daalde wederom, ditmaal met 10 procent.
Het verbruik van hernieuwbare energie voor warmte steeg in 2024 met 9 procent ten opzichte van 2023. Hiermee was het aandeel hernieuwbare energie in de warmtevoorziening 11,2 procent in 2024. De grootste toename is te zien bij biodiesel gebruikt voor warmte, dit is meer dan verdubbeld in 2024. Ook warmtepompen (zowel voor benutting van buitenluchtwarmte als bodemwarmte) en aardwarmte zijn gestegen in 2024. Zonnewarmte was nagenoeg gelijk aan het jaar ervoor.
Hernieuwbare energie was in het vervoer goed voor 20,3 procent van het totale energieverbruik voor vervoer in 2024. Hiermee heeft Nederland het doel van 14 procent hernieuwbare energie voor vervoer volgens RED II ruim gehaald. Een belangrijke reden voor de stijging van het aandeel hernieuwbare energie voor vervoer in 2024 is een grote toename van de geleverde hoeveelheid biodiesel. Ook is er een grote toename van het aandeel geavanceerde biobrandstoffen en is het verbruik van hernieuwbare elektriciteit voor vervoer gestegen.