Samenvatting
Ondernemersvertrouwen (hoofdstuk 2)
- Het ondernemersvertrouwen is nagenoeg gelijk gebleven en komt aan het begin van het vierde kwartaal uit op -4,0. Daarmee is de stemmingsindicator voor het zestiende kwartaal op rij negatief en ligt het op het gemiddelde van de reeks vanaf 2012.
- Het vertrouwen is in de verhuur en handel van onroerend goed het sterkst gedaald. In de horeca is het cijfer het sterkst gestegen maar nog steeds negatief. In de informatie en communicatie is het vertrouwen als enige bedrijfstak positief.
Personeelsindicator (hoofdstuk 3)
- De personeelsindicator is licht gedaald en komt aan het begin van het vierde kwartaal uit op 4,5. Ondernemers zijn minder positief over de ontwikkeling van hun personeelssterkte in het afgelopen kwartaal. De indicator ligt nog wel boven het gemiddelde van de reeks vanaf 2012.
- De personeelsindicator is het sterkst gedaald in de informatie en communicatie en veranderde van positief naar negatief. Ook in de horeca is de personeelsindicator gedaald en negatief. Ondernemers in de bouw zijn het meest positief over hun personeelssterkte.
Ontwikkelingen derde kwartaal 2025 (hoofdstuk 4)
- Ondernemers ontvingen per saldo meer orders in het afgelopen kwartaal. In de bouw waren ondernemers het meest positief, in de autohandel en -reparatie het meest negatief. Desondanks vinden ondernemers, uitgezonderd de bouw, hun orderpositie per saldo (te) klein.
- Ondernemers zagen per saldo hun winstgevendheid verslechteren het afgelopen kwartaal. In de meeste bedrijfstakken zijn ondernemers ook negatiever dan een jaar eerder. In de bouw zijn ondernemers als enige bedrijfstak positief over de winstgevendheid.
- De bezettingsgraad in de industrie is nagenoeg gelijk gebleven (77,2 procent) en ligt nog steeds relatief laag. Ook in de dienstverlening is de bezettingsgraad nagenoeg gelijk gebleven (88,7 procent) en ligt net onder het gemiddelde van de reeks vanaf 2012.
Verwachtingen vierde kwartaal 2025 (hoofdstuk 5)
- Ondernemers hebben per saldo positieve verwachtingen voor het vierde kwartaal van 2025. Daarbij zijn ze ook positiever dan een jaar geleden. Het meest positief zijn ondernemers over de omzet en de orderontvangsten.
- Het minst positief zijn bedrijven over de investeringen voor het lopende jaar. In de meeste bedrijfstakken is de stemming daarover wel verbeterd ten opzichte van een jaar geleden.
Belemmeringen (hoofdstuk 6)
- Het tekort aan arbeidskrachten is met 33 procent nog steeds de meest genoemde belemmering door ondernemers in hun bedrijfsvoering. Desondanks is dit percentage bij de meeste bedrijfstakken iets minder hoog dan een jaar geleden.
- Het aandeel ondernemers dat onvoldoende vraag als belangrijkste belemmering ervaart is voor het tweede kwartaal op rij gestegen tot 22 procent. Ondernemers in de industrie en de groothandel geven dit het vaakst aan.
Uitgelicht – Verwachtingen voor 2026 (hoofdstuk 7)
- Ondernemers verwachten voor 2026 een toename van hun omzet, personeel en investeringen. Het meest positief zijn ze over de omzet met een saldo van 23 procent. Het minst positief over de investeringen met een saldo van ruim 3 procent.
- In alle bedrijfstakken zijn ondernemers positief over de omzetverwachting voor volgend jaar. Ten opzichte van een jaar geleden zijn de verwachtingen het sterkst gestegen in de autohandel en -reparatie en het sterkst gedaald in de vervoer en opslag.
- In de bouw verwachten ondernemers het vaakst een uitbreiding van hun personeelssterkte in 2026. Ten opzichte van een jaar geleden is het saldo het sterkst gedaald bij de vervoer en opslag. Ondernemers in deze bedrijfstak zijn ook het meest negatief en verwachten een afname van de personeelssterkte volgend jaar.
- De vastgoedsector verwacht met een saldo van 25 procent het vaakst een toename van de investeringen volgend jaar. In de horeca, de landbouw en de informatie en communicatie verwachten ondernemers een afname van de investeringen.