Conjunctuurenquête Nederland, Vierde kwartaal 2025

6. Belemmeringen

Ieder kwartaal worden ondernemers gevraagd naar de belangrijkste belemmering die ze op dat moment ondervinden in de bedrijfsvoering. Van de zeven antwoordcategorieën kunnen ze er maximaal twee selecteren. De uitkomsten worden daarvoor niet genormaliseerd en geven dus het percentage ondernemers aan die de belemmering hebben gekozen.

6.1 Belemmeringen totale niet-financiële bedrijfsleven

Sinds het derde kwartaal van 2021 is het tekort aan arbeidskrachten onafgebroken de meest genoemde belemmering door ondernemers. Na de coronacrisis liep dit op tot meer dan 49 procent in het derde kwartaal van 2022. Daarna nam het langzaam af en komt het in het vierde kwartaal van 2025 uit op 33,3 procent. Daarmee is het percentage gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal (36,3 procent). Tegelijkertijd is het aandeel bedrijven dat aangeeft geen belemmeringen te ervaren sinds begin 2022 geleidelijk aan het stijgen. In het vierde kwartaal van 2025 ervaarde 33,4 procent van de ondernemers geen belemmeringen, bijna evenveel als het aandeel dat een tekort aan arbeidskrachten ervaarde. 

De belemmering onvoldoende vraag is dit kwartaal toegenomen tot bijna 22 procent. Halverwege 2022 was dit nog 10 procent. In mindere mate is ook de belemmering financiële beperkingen toegenomen de laatste periodes. In het tweede kwartaal van 2022 was financiële beperkingen voor ruim 4 procent van de ondernemers de belangrijkste belemmering. Inmiddels is dit geleidelijk toegenomen tot ruim 10 procent. Ten opzichte van vorig kwartaal is dit aandeel gelijk gebleven. Het tekort aan productiemiddelen is sinds het tweede kwartaal van 2022 geleidelijk afgenomen. Waar toen bijna 24 procent van de ondernemers dit als belemmering aangaf, is het aandeel in het tweede kwartaal van 2025 gedaald tot 6 procent. 

6.1.1 Belangrijkste belemmering in de bedrijfsvoering
JaarMaandGeen belemmeringen (% bedrijven)Onvoldoende vraag (% bedrijven)Tekort aan arbeidskrachten (% bedrijven)Tekort aan productiemiddelen (% bedrijven)Financiële beperkingen (% bedrijven)
2021jan37,723,012,24,95,7
2021apr38,919,915,39,25,8
2021jul37,315,028,515,34,6
2021okt34,112,337,817,05,1
2022jan32,311,935,017,14,5
2022apr27,610,643,723,94,5
2022jul26,311,349,322,45,2
2022okt23,714,148,220,46,9
2023jan27,115,044,416,18,4
2023apr30,016,242,913,77,3
2023jul31,216,842,312,37,1
2023okt30,319,641,79,58,8
2024jan32,120,837,57,68,5
2024apr31,821,238,48,08,2
2024jul33,119,836,98,38,8
2024okt31,920,439,97,58,7
2025jan35,319,035,87,110,3
2025apr36,018,833,98,29,9
2025jul33,319,836,36,410,4
2025okt33,421,833,36,010,4
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

6.2 Belemmeringen per bedrijfstak

De belemmeringen voor het totale niet-financiële bedrijfsleven geven een goed beeld op macro-economisch niveau. De uitkomsten voor de onderliggende bedrijfstakken geven een indicatie voor de verwachtingen op bedrijfstakniveau en zorgen daarmee voor gedetailleerdere informatie.

Financiële beperkingen sterk toegenomen in vervoer en opslag

Het aandeel bedrijven dat financiële beperkingen als belangrijkste belemmering ervaart, ligt met 10,4 procent hoger dan een jaar geleden (bijna 9 procent). Binnen de bedrijfstakken zijn grotere verschillen zichtbaar. Zo is het percentage bij vervoer en opslag het afgelopen jaar ruim verdubbeld, van ruim 7 procent naar ruim 16 procent. Ook bij de informatie en communicatie nam dit aandeel aanzienlijk toe, van 8 naar 15 procent. Binnen de horeca, detailhandel en zakelijke dienstverlening worden financiële beperkingen minder vaak als belangrijkste belemmering genoemd ten opzichte van vorig jaar. Met 30 procent wordt deze belemmering verreweg het vaakst genoemd in de vastgoedsector. Ook in de cultuursector (ruim 23 procent) wordt deze belemmering relatief vaak genoemd. In de bouwnijverheid geeft echter nog geen 1 procent van de ondernemers dit aan als belangrijkste belemmering.

6.2.1 Financiële beperkingen als belangrijkste belemmering
,oktober 2025,oktober 2024 Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven),10.4,8.7 ,, Verhuur en handel van onroerend goed,30.1,28.4 "Cultuur, sport en recreatie",23.7,23.5 Vervoer en opslag,16.3,7.2 Informatie en communicatie,15.0,8.1 Horeca,13.1,14.2 "Landbouw, bosbouw en visserij",12.3,10.9 Autohandel en -reparatie,10.0,7.3 Industrie,9.9,8.8 Groothandel en handelsbemiddeling,8.9,7.7 Detailhandel (niet in auto's),8.1,8.9 Zakelijke dienstverlening,7.6,8.8 Bouwnijverheid,0.8,0.0 oktober 2025 (% bedrijven)oktober 2024 (% bedrijven)
Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)10,48,7
Verhuur en handel van onroerend goed30,128,4
Cultuur, sport en recreatie23,723,5
Vervoer en opslag16,37,2
Informatie en communicatie15,08,1
Horeca13,114,2
Landbouw, bosbouw en visserij12,310,9
Autohandel en -reparatie10,07,3
Industrie9,98,8
Groothandel en handelsbemiddeling8,97,7
Detailhandel (niet in auto's)8,18,9
Zakelijke dienstverlening7,68,8
Bouwnijverheid0,80,0
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

Met bijna 22 procent ligt het aandeel ondernemers dat onvoldoende vraag als belangrijkste belemmering ervaren iets hoger dan een jaar geleden (20,4 procent). Binnen de bedrijfstakken zijn de ontwikkelingen echter verschillend. De sterkste toename deed zich voor in de groothandel en handelsbemiddeling, waar dit aandeel steeg met 4,4 procentpunt, en in de zakelijke dienstverlening (+3,2). De grootste afname was zichtbaar in de verhuur en handel van onroerend goed, waar het aandeel daalde van 10,8 naar 4,8 procent. Maar ook in de bouwnijverheid (-3,7), informatie en communicatie (-2,4) en cultuur, sport en recreatie (-1,6) nam het aandeel ondernemers dat onvoldoende vraag ervaart af. In de industrie blijft het aandeel ondernemers dat onvoldoende vraag ervaart met 30,4 procent het hoogst van alle bedrijfstakken. 

6.2.2 Onvoldoende vraag als belangrijkste belemmering
,oktober 2025,oktober 2024 Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven),21.8,20.4 ,, Industrie,30.4,27.8 Groothandel en handelsbemiddeling,29.7,25.3 Informatie en communicatie,23.8,26.2 Horeca,23.4,22.1 Vervoer en opslag,22.0,21.6 Autohandel en -reparatie,19.9,20.3 Zakelijke dienstverlening,19.7,16.5 "Landbouw, bosbouw en visserij",18.3,15.5 Detailhandel (niet in auto's),16.0,13.2 "Cultuur, sport en recreatie",12.8,14.4 Bouwnijverheid,8.8,12.5 Verhuur en handel van onroerend goed,4.8,10.8 oktober 2025 (% bedrijven)oktober 2024 (% bedrijven)
Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)21,820,4
Industrie30,427,8
Groothandel en handelsbemiddeling29,725,3
Informatie en communicatie23,826,2
Horeca23,422,1
Vervoer en opslag22,021,6
Autohandel en -reparatie19,920,3
Zakelijke dienstverlening19,716,5
Landbouw, bosbouw en visserij18,315,5
Detailhandel (niet in auto's)16,013,2
Cultuur, sport en recreatie12,814,4
Bouwnijverheid8,812,5
Verhuur en handel van onroerend goed4,810,8
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW