2. Ondernemersvertrouwen
Het ondernemersvertrouwen is een stemmingsindicator van het Nederlandse bedrijfsleven. Bij het beoordelen van de uitkomsten kan men ervan uitgaan dat hoe optimistischer of pessimistischer de ondernemers gestemd zijn, des te meer de waarde van het ondernemersvertrouwen positief of negatief zal afwijken van de nullijn. De indicator is opgebouwd uit het ongewogen seizoengecorrigeerde gemiddelde van de saldo’s uit twee vragen. Deze twee vragen betreffen de ontwikkeling en verwachting van het economisch klimaat. Het ondernemersvertrouwen van het totale Nederlandse bedrijfsleven is een gewogen gemiddelde van de vertrouwensindicatoren van de onderliggende bedrijfstakken.
2.1 Ondernemersvertrouwen totale niet-financiële bedrijfsleven
Het ondernemersvertrouwen is voor het zestiende kwartaal op rij negatief en komt in het vierde kwartaal van 2025 uit op -4,0. Daarmee is het cijfer nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het vorige kwartaal (-3,8). Het ondernemersvertrouwen ligt nagenoeg op het gemiddelde (-3,7) van de reeks vanaf 2012.
Ondernemers zijn sinds eind 2022 structureel minder negatief over de verwachting van het economisch klimaat dan over de ontwikkeling van het economisch klimaat. Hoewel dit patroon in het tweede kwartaal van 2025 werd doorbroken, zijn ondernemers voor het tweede kwartaal op rij minder negatief over de verwachting dan over de ontwikkeling.
| Jaar | Maand | Ondernemersvertrouwen (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | Ontwikkeling economisch klimaat (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | Verwachting economisch klimaat (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) |
|---|---|---|---|---|
| 2021 | jan | -11,1 | -14,7 | -7,6 |
| 2021 | apr | 0,2 | -5,6 | 6,0 |
| 2021 | jul | 13,3 | 13,1 | 13,5 |
| 2021 | okt | 14 | 15,1 | 12,9 |
| 2022 | jan | -0,5 | -2,0 | 0,9 |
| 2022 | apr | -7,3 | -6,6 | -8,1 |
| 2022 | jul | -10,5 | -11,2 | -9,8 |
| 2022 | okt | -20,8 | -19,4 | -22,1 |
| 2023 | jan | -12,2 | -13,3 | -11,1 |
| 2023 | apr | -6,5 | -7,9 | -5,0 |
| 2023 | jul | -7 | -8,0 | -6,0 |
| 2023 | okt | -9,2 | -11,1 | -7,3 |
| 2024 | jan | -7,1 | -10,0 | -4,2 |
| 2024 | apr | -5,8 | -9,2 | -2,4 |
| 2024 | jul | -3,4 | -5,6 | -1,2 |
| 2024 | okt | -3,2 | -6,3 | -0,2 |
| 2025 | jan | -5,4 | -8,4 | -2,4 |
| 2025 | apr | -7,5 | -6,9 | -8,1 |
| 2025 | jul | -3,8 | -6,0 | -1,6 |
| 2025 | okt | -4,0 | -6,1 | -1,9 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||||
2.2 Ondernemersvertrouwen per bedrijfstak
Het totaalcijfer voor het ondernemersvertrouwen is nagenoeg gelijk gebleven maar nog steeds negatief. Dat geldt ook voor de meeste bedrijfstakken, alleen in de informatie en communicatie is het ondernemersvertrouwen positief. Bij drie bedrijfstakken (horeca, bouwnijverheid en de industrie) is het ondernemersvertrouwen gestegen, bij zes bedrijfstakken is sprake van een daling. In de detailhandel, de autohandel en -reparatie en de landbouw, bosbouw en visserij bleef het ondernemersvertrouwen nagenoeg gelijk.
| ,oktober 2025,juli 2025 Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven),-4.0,-3.8 ,, Informatie en communicatie,1.3,3.5 Zakelijke dienstverlening,-1.4,0.6 Bouwnijverheid,-2.9,-5.2 Vervoer en opslag,-3.0,-0.9 Industrie,-3.4,-4.4 Detailhandel (niet in auto's),-4.8,-4.7 "Cultuur, sport en recreatie",-5.1,-1.7 Autohandel en -reparatie,-5.7,-5.2 Groothandel en handelsbemiddeling,-6.9,-5.0 Horeca,-8.4,-13.2 Verhuur en handel van onroerend goed,-9.4,-1.5 "Landbouw, bosbouw en visserij",-16.7,-16.3 | oktober 2025 (Gemiddelde van de deelvragen) | juli 2025 (Gemiddelde van de deelvragen) |
|---|---|---|
| Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven) | -4,0 | -3,8 |
| Informatie en communicatie | 1,3 | 3,5 |
| Zakelijke dienstverlening | -1,4 | 0,6 |
| Bouwnijverheid | -2,9 | -5,2 |
| Vervoer en opslag | -3,0 | -0,9 |
| Industrie | -3,4 | -4,4 |
| Detailhandel (niet in auto's) | -4,8 | -4,7 |
| Cultuur, sport en recreatie | -5,1 | -1,7 |
| Autohandel en -reparatie | -5,7 | -5,2 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | -6,9 | -5,0 |
| Horeca | -8,4 | -13,2 |
| Verhuur en handel van onroerend goed | -9,4 | -1,5 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | -16,7 | -16,3 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||
Sterkste daling bij de verhuur en handel van onroerend goed
In de verhuur en handel van onroerend goed daalde het ondernemersvertrouwen het sterkst. Het cijfer ging van -1,5 in het derde kwartaal van 2025 naar -9,4 in het vierde kwartaal van 2025. Ondernemers in deze bedrijfstak zijn negatiever over de gerealiseerde ontwikkelingen (-11,3) dan over hun verwachtingen voor het economisch klimaat (-7,5). Ook in de informatie en communicatie daalde het ondernemersvertrouwen (-2,2). Deze verslechtering komt vooral doordat ondernemers negatiever zijn over de ontwikkeling van het economisch klimaat in het afgelopen kwartaal. Het saldo daarvan ging van 1,3 in juli 2025 naar -3,1 in oktober 2025, terwijl het saldo voor de verwachting van het economisch klimaat gelijk bleef. Het ondernemersvertrouwen blijft het meest negatief in de landbouw, bosbouw en visserij.
Ondernemersvertrouwen sterkst gestegen in de horeca
Hoewel nog steeds negatief, is het ondernemersvertrouwens in de horeca het sterkst verbeterd. Het cijfer ging van -13,2 in het derde kwartaal van 2025 naar -8,4 in het vierde kwartaal van 2025. Deze stijging komt vooral door een toename in de verwachting voor het economisch klimaat, het saldo daarvan steeg van -17,4 naar -8,4. Over de ontwikkeling van het economisch klimaat bleven horecaondernemers nagenoeg even negatief. Ook in de bouwnijverheid (+2,3) en in industrie (+1,0) nam het ondernemersvertrouwen toe.
2.3 Ondernemersvertrouwen naar regio
Net als het landelijke cijfer is het ondernemersvertrouwen in vrijwel alle provincies negatief in het vierde kwartaal van 2025. In zeven van de twaalf provincies is het ondernemersvertrouwen gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. De sterkste dalingen deden zich voor in Groningen en Noord-Holland, waar het cijfer met 4,8 daalde. In Groningen daalde het ondernemersvertrouwen van -7,2 naar -12,0, en in Noord-Holland van 0,6 naar -4,2. Ook in Fryslân (-9,0) en Zeeland (-8,6) is de stemming duidelijk onder het landelijk gemiddelde. De grootste stijging was in Gelderland, waar het ondernemersvertrouwen verbeterde van -6,1 naar -2,1. Ook in Utrecht , Limburg en Zuid-Holland verbeterde de stemming. In Fryslân, Drenthe, Overijssel en Noord-Brabant bleef het vertrouwen nagenoeg gelijk.
| Provincie | Statcode |
|---|---|
| Groningen (PV) | -12,0 |
| Fryslân (PV) | -9,0 |
| Drenthe (PV) | -3,2 |
| Overijssel (PV) | -5,6 |
| Flevoland (PV) | -3,6 |
| Gelderland (PV) | -2,1 |
| Utrecht (PV) | 0,6 |
| Noord-Holland (PV) | -4,2 |
| Zuid-Holland (PV) | -3,1 |
| Zeeland (PV) | -8,6 |
| Noord-Brabant (PV) | -5,3 |
| Limburg (PV) | -5,6 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | |