5. Verwachtingen derde kwartaal 2025
Ondernemers worden in de COEN gevraagd naar verwachtingen over verschillende onderwerpen voor het lopende kwartaal. Ze maken daarbij een vergelijking van dit kwartaal met het kwartaal daarvoor. Ondernemers geven dan per onderwerp aan of het zal verslechteren, gelijk zal blijven of zal verbeteren. Als de vraag in iedere bedrijfstak wordt gesteld kan een cijfer voor het totale niet-financiële bedrijfsleven worden gemaakt.
5.1 Verwachtingen totale niet-financiële bedrijfsleven
Bij vier van de zes onderwerpen zijn er meer ondernemers die een verbetering verwachten dan een verslechtering; per saldo is de stemming hier dus positief. Over zowel de omzet als de inkooporders zijn ondernemers net als vorig jaar negatief. Met een saldo van 11 procent verwachten ondernemers een toename van de verkoopprijzen. Over de inkooporders zijn ondernemers met een saldo van -1,2 procent het meest negatief.
| juli 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | juli 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | |
|---|---|---|
| Verkoopprijzen | 11,0 | 10,8 |
| Investeringen | 0,6 | -0,2 |
| Winstgevendheid* | 0,6 | |
| Orderontvangst | 0,4 | -0,1 |
| Omzet | -0,8 | -0,2 |
| Inkooporders | -1,2 | -1,7 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||
| * Deze vraag was in juli 2024 nog niet beschikbaar | ||
5.2 Verwachtingen per bedrijfstak
De verwachtingen voor het totale niet-financiële bedrijfsleven geven een goed beeld op macro-economisch niveau. De uitkomsten voor de onderliggende bedrijfstakken geven een indicatie voor de verwachtingen op bedrijfstakniveau en zorgen daarmee voor gedetailleerdere informatie.
Helft bedrijfstakken negatief over winstgevendheid
In het derde kwartaal van 2025 verwachten bijna evenveel ondernemers een verbetering als verslechtering van de winstgevendheid. In de helft van de bedrijfstakken zijn ondernemers negatief hierover, het meest in de landbouw, bosbouw en visserij. Ten opzichte van een jaar geleden is het saldo in acht bedrijfstakken gedaald, in drie is het gestegen.
In de horeca was de grootste afname van het saldo ten opzichte van een jaar eerder. Het saldo ging van 4,5 procent een jaar geleden naar -11,5 procent in 2025. Ook in de cultuur, sport en recreatie is het saldo van positief naar negatief omgeslagen. In de zakelijke dienstverlening was de grootste toename zichtbaar. Hier nam het saldo toe van bijna 2 naar ruim 6 procent.
| juli 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | juli 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | |
|---|---|---|
| Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)* | 0,6 | |
| Informatie en communicatie | 12,2 | 15,4 |
| Bouwnijverheid* | 9,1 | |
| Zakelijke dienstverlening | 6,2 | 1,7 |
| Vervoer en opslag | 5,7 | 1,9 |
| Verhuur en handel van onroerend goed | 4,0 | 7,6 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 0,9 | 7,2 |
| Industrie | -0,8 | -0,2 |
| Cultuur, sport en recreatie | -1,5 | 4,7 |
| Autohandel en -reparatie | -7,0 | -9,2 |
| Detailhandel (niet in auto's) | -8,3 | -8,0 |
| Horeca | -11,5 | 4,5 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | -20,8 | -15,0 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||
| * Voor deze bedrijfstakken was de vraag in juli 2024 nog niet beschikbaar | ||
Ruim helft van de bedrijfstakken verwacht meer te investeren
Bijna evenveel ondernemers verwachten in dit jaar meer te investeren als minder te investeren. Daarmee zijn de investeringsverwachtingen als geheel nagenoeg gelijk aan een jaar geleden. Zeven van de twaalf bedrijfstakken verwachten per saldo meer te investeren.
Ondernemers in de verhuur en handel van onroerend goed zijn het meest positief over investeringen in dit jaar. Per saldo verwacht 17 procent meer te investeren. Vorig jaar was dit met bijna 25 procent nog hoger. Ten opzichte van vorig jaar zijn de verwachtingen het meest verbeterd binnen de vervoer en opslag. Hier nam het saldo toe van 3 naar 12 procent.
In de bouwnijverheid, de informatie en communicatie, de detailhandel en de horeca zijn ondernemers negatief over de investeringen. In de horeca zijn ondernemers met een saldo van -12 procent het meest negatief en hier nam het saldo ook het sterkst af ten opzichte van vorig jaar. In de industrie houden positieve en negatieve ondernemers elkaar nagenoeg in evenwicht.
| ,juli 2025,juli 2024 Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven),0.6,-0.2 ,, Verhuur en handel van onroerend goed,16.9,24.7 Vervoer en opslag,11.9,3.2 "Cultuur, sport en recreatie",3.0,14.0 Zakelijke dienstverlening,3.0,1.0 Autohandel en -reparatie,2.3,-10.4 Groothandel en handelsbemiddeling,1.3,-3.8 "Landbouw, bosbouw en visserij",1.3,0.4 Industrie,-0.2,-1.8 Bouwnijverheid,-0.8,5.0 Informatie en communicatie,-2.4,-4.0 Detailhandel (niet in auto's),-3.8,0.9 Horeca,-12.0,-6.2 | juli 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) | juli 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden) |
|---|---|---|
| Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven) | 0,6 | -0,2 |
| nan | nan | |
| Verhuur en handel van onroerend goed | 16,9 | 24,7 |
| Vervoer en opslag | 11,9 | 3,2 |
| Cultuur, sport en recreatie | 3,0 | 14,0 |
| Zakelijke dienstverlening | 3,0 | 1,0 |
| Autohandel en -reparatie | 2,3 | -10,4 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 1,3 | -3,8 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | 1,3 | 0,4 |
| Industrie | -0,2 | -1,8 |
| Bouwnijverheid | -0,8 | 5,0 |
| Informatie en communicatie | -2,4 | -4,0 |
| Detailhandel (niet in auto's) | -3,8 | 0,9 |
| Horeca | -12,0 | -6,2 |
| Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW | ||