Conjunctuurenquête Nederland, derde kwartaal 2025

4. Ontwikkelingen tweede kwartaal 2025

Ondernemers worden in de COEN gevraagd naar ontwikkelingen van verschillende onderwerpen in het afgelopen kwartaal. Ze maken daarbij een vergelijking van het afgelopen kwartaal met het kwartaal daarvoor. Ondernemers geven dan per onderwerp aan of het is verslechterd, gelijk is gebleven of verbeterd. Als de vraag in iedere bedrijfstak wordt gesteld kan een cijfer voor het totale niet-financiële bedrijfsleven worden gemaakt.

4.1 Ontwikkelingen totale niet-financiële bedrijfsleven

In het afgelopen kwartaal waren er meer ondernemers met een toename van de omzet dan met een afname; daarmee is het saldo positiever dan een jaar eerder. De winstgevendheid was echter minder positief dan een jaar eerder. Verder zagen ondernemers hun orderontvangsten verbeteren, maar was het oordeel over de orderpositie per saldo nog negatief. Over de concurrentiepositie waren ondernemers nagenoeg even positief als vorig jaar. 

4.1.1 Ontwikkelingen 2e kwartaal
 juli 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)juli 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)
Omzet16,915,2
Orderontvangst8,85,7
Concurrentiepositie Nederlandse markt4,53,8
Winstgevendheid2,54,1
Orderpositie-4,3-4,4
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

4.2 Ontwikkelingen per bedrijfstak

De ontwikkelingen voor het totale niet-financiële bedrijfsleven geven een goed beeld op macro-economisch niveau. De uitkomsten voor de onderliggende bedrijfstakken geven een indicatie voor de ontwikkelingen op bedrijfstakniveau en zorgen daarmee voor gedetailleerdere informatie.

Toename van de orderontvangsten in de bouwnijverheid

In het afgelopen kwartaal zag per saldo bijna 9 procent van de ondernemers de orders toenemen. Ondernemers in de bouwnijverheid hadden met een saldo van 23,5 procent het vaakst een toename van de orderontvangsten, vaker dan een jaar geleden. In de industrie is het saldo van negatief naar positief gegaan ten opzichte van een jaar eerder. Alleen in de autohandel en -reparatie ervaarden ondernemers per saldo een afname van de orderontvangsten in het afgelopen kwartaal. Het saldo is hier sterk gedaald van -6 procent naar bijna -19 procent. 

4.2.1 Ontwikkeling orderontvangsten
 juli 2025 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)juli 2024 (Saldo % positieve antwoorden en % negatieve antwoorden)
Totaal (ex. financieel of nutsbedrijven)*8,85,7
Bouwnijverheid23,516,2
Detailhandel (niet in auto's)17,73,6
Horeca14,414,0
Vervoer en opslag10,710,9
Zakelijke dienstverlening10,56,2
Groothandel en handelsbemiddeling6,73,8
Industrie4,0-1,0
Verhuur en handel van onroerend goed2,71,3
Cultuur, sport en recreatie1,87,3
Informatie en communicatie1,53,9
Landbouw, bosbouw en visserij0,515,0
Autohandel en -reparatie-18,6-6,1
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

Dat ondernemers een toename hadden van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden is  nog niet terug te zien in het oordeel over de orderpositie. Er waren meer ondernemers die de orderpositie als (te) klein beschouwen dan (te) groot; daarmee is de stemming hierover per saldo negatief (ruim -4 procent). In bijna alle bedrijfstakken was het saldo over de orderpositie negatief of nagenoeg neutraal. Uitzondering is de bouwnijverheid waar per saldo ruim 16 procent van de ondernemers de orderpositie als groot beschouwde. 

Bezettingsgraad nagenoeg onveranderd

De bezettingsgraad in de industrie en de dienstverlening is nagenoeg hetzelfde als in het vorige kwartaal. De bezettingsgraad in de industrie ligt met 77,7 procent nog steeds onder het gemiddelde (81 procent) van de reeks vanaf 2012. Binnen de industrie ligt de bezettingsgraad het laagst in de textiel-, kleding- en lederindustrie (72,5 procent) en het hoogst in de elektrotechnische en machine-industrie en de overige industrie en reparaties. Bij laatst genoemde branche is de bezettingsgraad het sterkst gestegen ten opzichte van vorig kwartaal, van 78,6 naar 80,6 procent. 

De bezettingsgraad in de dienstverlening ligt met 89 procent net onder het gemiddelde (89,4) van de reeks vanaf 2012. Binnen de dienstverlening is de bezettingsgraad het hoogst in de verhuur en handel van onroerend goed (92,8 procent). Dit is ook de bedrijfstak waar de bezettingsgraad het sterkst gestegen is (+1,4%).

4.2.2 Bezettingsgraad
periode_label,Dienstverlening,Industrie januari 2021,86.5,80.0 april 2021,86.2,81.7 juli 2021,87.2,84.1 oktober 2021,88.7,83.8 januari 2022,87.3,83.6 april 2022,88.6,84.2 juli 2022,89.9,84.2 oktober 2022,89.7,82.7 januari 2023,89.3,82.6 april 2023,89.1,82.5 juli 2023,89.2,81.6 oktober 2023,89.1,81.0 januari 2024,88.6,78.4 april 2024,88.8,79.6 juli 2024,89.2,78.0 oktober 2024,89.1,77.1 januari 2025,89.2,77.2 april 2025,89.0,77.5 juli 2025,89.0,77.7   Dienstverlening (%)Industrie (%)
2021Januari86,580,0
2021April86,281,7
2021Juli87,284,1
2021Oktober88,783,8
2022Januari87,383,6
2022April88,684,2
2022Juli89,984,2
2022Oktober89,782,7
2023Januari89,382,6
2023April89,182,5
2023Juli89,281,6
2023Oktober89,181,0
2024Januari88,678,4
2024April88,879,6
2024Juli89,278,0
2024Oktober89,177,1
2025Januari89,277,2
2025April89,077,5
2025Juli89,077,7
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

De bezettingsgraad voor de industrie wordt op een andere manier bepaald dan voor de dienstverlening. Bij de industrie gaat het om de bezettingsgraad van de beschikbare productiecapaciteit. Bij de dienstverlening wordt de bezettingsgraad afgeleid uit de vraagtoename die bedrijven met hun huidige middelen aankunnen. Over het algemeen ligt de bezettingsgraad van de dienstverlening hoger dan die van de industrie. Dit heeft mogelijk te maken met het methodeverschil in de vraagstelling.