Impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2022

4. Vergroting bereik Veilig Thuis

Het is van belang dat het bereik van Veilig Thuis als het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling zo groot mogelijk is; iedereen met een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling moet de weg naar Veilig Thuis zo snel mogelijk kunnen vinden.

In dit hoofdstuk worden uitkomsten over het eerste halfjaar van 2022 getoond, op basis van het CBS onderzoek Beleidsinformatie Veilig Thuis. In deze periode hebben de Veilig Thuis organisaties 66 155 keer advies (en ondersteuning) gegeven. Dit is 2 procent meer dan in het eerste halfjaar van 2021. Daarnaast hebben de Veilig Thuis organisaties 59 985 meldingen ontvangen in het eerste halfjaar van 2022; dit is 1 procent minder dan in het eerste halfjaar van 2021.

4.1 Aantal gestarte adviezen en ontvangen meldingen bij Veilig Thuis
Onderwerpen_3Gestarte adviezen (Aantal)Ontvangen meldingen (Aantal)
1e halfjaar 20195314565075
2e halfjaar 20195454066730
1e halfjaar 20205857564505
2e halfjaar 20206347562910
1e halfjaar 20216754560880
2e halfjaar 20216662558500
1e halfjaar 2022*6615559985

56 procent van de adviezen in het eerste halfjaar van 2022 zijn gegeven aan beroepsmatige adviesvragers, het aandeel van de politie hierin is zeer beperkt (5 procent; zie figuur 4.2). 43 procent van de adviezen is gegeven aan burgers.

4.2 Gestarte adviezen door Veilig Thuis naar organisatie adviesvrager
Categories11e halfjaar 2022* (%)1e halfjaar 2021 (%)1e halfjaar 2020 (%)
Preventieve basisvoorzieningen1,91,92,1
Huisarts2,32,22,7
Overig gezondheidszorg4,34,24,4
GGZ4,64,65,4
Kinderopvang1,41,21,3
Onderwijs8,98,68,8
Jeugdhulp/zorg7,77,49
Politie4,63,62,9
Justitie en veiligheid, exclusief politie2,63,43,3
Maatschappelijk werk6,46,67
Beroepsmatig overig11,410,78,7
Burger42,844,842,9
Onbekend1,10,91,5
1) Hieronder wordt verstaan: GGD, jeugdgezondheidszorg, verloskundigenpraktijk, kraamzorg, ambulance 2) Hieronder wordt verstaan: ziekenhuis, verzorgings- of verpleeghuis, gehandicaptenzorg

Het merendeel van de meldingen aan Veilig Thuis in het eerste halfjaar 2022 is gedaan door de politie11) (67 procent; zie figuur 4.3a). Het aandeel meldingen van de politie is iets gestegen ten opzichte van het eerste halfjaar van 2021 (64 procent).

Figuur 4.3b toont het percentage meldingen door de overige soorten melders. De overige beroepsmatige melders nemen 25 procent van alle meldingen voor hun rekening, 8 procent van alle meldingen is gedaan door burgers. Een groot aantal professionals is op basis van de wet ‘Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ verplicht om een stappenplan te doorlopen als hij of zij vermoedens heeft van huiselijk geweld of kindermishandeling12). Dit geldt voor professionals die werkzaam zijn in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en justitie.

4.3a Ontvangen meldingen Veilig Thuis gesplitst naar politie en overig
Categories1Politie (%)Overig (%)
1e halfjaar 202066,533,5
1e halfjaar 202164,235,8
1e halfjaar 2022*66,633,4

4.3b Ontvangen meldingen Veilig Thuis naar organisatie melder 1)
Categories11e halfjaar 2022* (%)1e halfjaar 2021 (%)1e halfjaar 2020 (%)
Preventieve basisvoorzieningen3,63,52,9
Huisarts1,111,2
Overig gezondheidszorg3,83,73,4
GGZ1,61,71,8
Kinderopvang0,30,30,3
Onderwijs43,93,4
Jeugdhulp/zorg22,82,7
Justitie en veiligheid, exclusief politie1,21,11
Maatschappelijk werk2,42,22,2
Beroepsmatig overig55,94,9
Burger89,39,3
Onbekend0,40,40,6
1) Vanwege de leesbaarheid is het percentage meldingen van de politie niet opgenomen in de figuur. 2) Hieronder wordt verstaan: GGD, jeugdgezondheidszorg, verloskundigenpraktijken, kraamzorg, ambulance. 3) Hieronder wordt verstaan: ziekenhuis, verzorgings- of verpleeghuis, gehandicaptenzorg.

In de contacten met de adviesvrager c.q. melder vraagt Veilig Thuis ook hoe lang zij dénken dat het geweld of de mishandeling al duurt. Hierbij kan gekozen worden uit een aantal categorieën. De ervaring leert dat adviesvragers en melders dit soms een moeilijke vraag vinden en het eigenlijk niet weten. De Veilig Thuis medewerk(st)er probeert de adviesvrager/melder toch een categorie te laten kiezen, waarbij er vaak gekozen wordt voor de kortste categorie (‘niet langer dan een week’) als men het écht niet weet. In de praktijk blijkt dat dit gegeven desondanks soms niet gevuld wordt in de administraties van Veilig Thuis en de duur van het geweld dus onbekend blijft; deze gevallen zijn meegeteld in de categorie ‘niet langer dan een week’. In figuren 4.4a en 4.4b is te zien wat de vermoedelijke duur van het geweld is bij de gestarte adviezen en de ontvangen meldingen. Bij adviezen dacht 40 procent van de adviesvragers in het 1e halfjaar 2022 dat het geweld niet langer dan een week duurde. Twee jaar eerder was dat 29 procent. In 46 procent van de meldingen in het 1e halfjaar 2022 gaf de melder aan dat de duur van het geweld niet langer dan een week was. In het eerste halfjaar 2020 was dit nog 37 procent. Het is onbekend in hoeverre de hierboven geschetste knelpunten bij het vastleggen van de vermoedelijke duur van geweld een rol spelen bij deze toename bij zowel de meldingen als de adviezen.

4.4a (Vermoedelijke) duur van het geweld van gestarte adviezen
Categories1Duur geweld: niet langer dan 1 week (aantal)Duur geweld: > 1 week, < 1 maand (aantal)Duur geweld: > 1 maand, < 6 maanden (aantal)Duur geweld: > 6 maanden, < 1 jaar (aantal)Duur geweld: > 1 jaar,< 5 jaar (aantal)Duur geweld: langer dan 5 jaar (aantal)
1e halfjaar 201916880551010550826087703175
2e halfjaar 201915300674511705900588302955
1e halfjaar 202017025738512940922089753030
2e halfjaar 202020370781013500958590003205
1e halfjaar 202123680848513305951093053265
2e halfjaar 202124970820512845880587753025
1e halfjaar 2022*26660787512465800082252930

4.4b (Vermoedelijke) duur van het geweld van ontvangen meldingen
Categories1Duur geweld: niet langer dan 1 week (aantal)Duur geweld: > 1 week, < 1 maand (aantal)Duur geweld: > 1 maand, < 6 maanden (aantal)Duur geweld: > 6 maanden, < 1 jaar (aantal)Duur geweld: > 1 jaar,< 5 jaar (aantal)Duur geweld: langer dan 5 jaar (aantal)
1e halfjaar 20193127548609430727096602580
2e halfjaar 2019263406295119109025103902770
1e halfjaar 2020237206730117658780107952705
2e halfjaar 202024750680511100816594902605
1e halfjaar 202124145717510565751589552525
2e halfjaar 20212457566809500686084902395
1e halfjaar 2022*2771563609075640081202320

Bij ontvangst van een melding schat Veilig Thuis als eerste de aard en de ernst van de melding in; dit is de zogeheten veiligheidstaxatie. In 40 procent van de ontvangen meldingen betrof het een melding van acute en/of structureel onveilige casuïstiek; in het 1e halfjaar van 2021 was dit 43 procent. In de overige gevallen ging het bijvoorbeeld om een eenmalige onveilige situatie, om een multi-problematische leefsituatie of waren er geen zorgen over de veiligheid. Het aantal meldingen waarbij er geen zorgen waren over de veiligheid daalde in de periode 2019 tot en met 2021 gestaag van 4 370 in het eerste halfjaar van 2019 naar 2 805 in het tweede halfjaar van 2021. In het eerste halfjaar 2022 is dit aantal licht gestegen naar 3 065 meldingen.

40% van de ontvangen meldingen betrof een melding van acute en/of structureel onveilige casuïstiek

Op basis van de veiligheidstaxatie besluit Veilig Thuis of ze de vervolgstappen bij Veilig Thuis zelf beleggen, of dat ze de melding overdragen aan een lokale hulpverlenende instantie, die dan aan de slag gaat met de betrokkenen. Ook kijken ze of er al een hulpverlener betrokken is bij het gezin. In dat geval kijkt Veilig Thuis, samen met de hulpverlener, of deze de melding mee kan nemen in het hulptraject en of ondersteuning van Veilig Thuis hierbij nodig is. De vervolgstappen kunnen ook belegd worden bij het cliëntsysteem zelf óf er kan besloten worden dat in het geheel geen vervolgstappen nodig zijn. Ook kan het een nieuwe melding betreffen op een al lopende casus. In dat geval neemt Veilig Thuis de informatie uit de nieuwe melding mee in de lopende casus.

Als de vervolgstappen bij Veilig Thuis zelf worden belegd zijn er twee mogelijkheden: de dienst ‘Onderzoek’ of de dienst ‘Voorwaarden en Vervolg’. De dienst ‘Onderzoek’ is gericht op het bevestigen of weerleggen van de gemelde vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en het vervolgens zo nodig vaststellen van veiligheidsvoorwaarden en inzetten van vervolghulp. De dienst ‘Voorwaarden en Vervolg’ is gericht op het organiseren van de directe veiligheid van de betrokkenen en het inzetten van vervolghulp.

Om een beeld te krijgen van de gekozen vervolgstappen, is gekeken naar alle casussen waarbinnen een veiligheidsbeoordeling is uitgevoerd en/of waarbinnen Veilig Thuis een dienst ‘Onderzoek’ of ‘Voorwaarden en Vervolg' is gestart in een bepaalde periode. In het eerste halfjaar van 2022 is in 74 procent van deze casussen besloten tot een directe overdracht (naar het lokale veld, een reeds betrokken hulpverlenende instantie, een multidisciplinair team of naar het cliëntsysteem zelf). In 12 procent is een dienst ‘Onderzoek’ gestart en in 16 procent een dienst ‘Voorwaarden en Vervolg’. Ten opzichte van het eerste halfjaar van 2021 is er iets vaker (2 procentpunt) een directe overdracht geweest gestart en iets minder vaak (2 procentpunt) een dienst ‘Voorwaarden en Vervolg’ gestart.

4.5 Percentage casussen naar vervolgstap na veiligheidsbeoordeling
Categories11e halfjaar 2020 (%)2e halfjaar 2020 (%)1e halfjaar 2021 (%)2e halfjaar 2021 (%)1e halfjaar 2022* (%)
Overdracht buiten VT76,276,972,472,974,4
Onderzoek9,19,212,512,312,3
Voorwaarden en Vervolg16,916,418,117,716,3

11) De cijfers in deze paragraaf over het aantal meldingen bij Veilig Thuis door de politie (op basis van Beleidsinformatie VT) wijkt af van de cijfers op basis van de politieregistraties in hoofdstuk 5. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen hoe deze verschillen kunnen worden geduid. 
12) https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/meldcode.