2. Daling gemiddelde energierekening door lagere prijzen en verbruik
De prijs van energie en het verbruik bepalen de hoogte van de energierekening. De prijs kan, afhankelijk van het contract, maandelijks veranderen en voor het verbruik nemen we een gemiddeld jaarverbruik, vastgesteld door het CBS en voor de meest recente jaren geraamd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Rekening houdend met een geraamd afnemend elektriciteits- en gasverbruik is de gemiddelde energierekening in januari 2021 bijna 100 euro lager dan een jaar eerder (zie figuur 2.1).
Jaar | Maand | Gas 1) (euro per jaar) | Elektriciteit 2) (euro per jaar) |
---|---|---|---|
2018 | jan | 1122,28 | 497,64 |
2018 | feb | 1122,57 | 498,02 |
2018 | mrt | 1122,44 | 498,85 |
2018 | apr | 1115,51 | 497,19 |
2018 | mei | 1117,91 | 499,68 |
2018 | jun | 1125,51 | 503,83 |
2018 | jul | 1153,44 | 519,35 |
2018 | aug | 1155,28 | 520,38 |
2018 | sep | 1159,42 | 524,81 |
2018 | okt | 1167,60 | 530,41 |
2018 | nov | 1191,45 | 542,59 |
2018 | dec | 1187,32 | 540,37 |
2019 | jan | 1229,64 | 613,50 |
2019 | feb | 1227,11 | 617,62 |
2019 | mrt | 1216,21 | 612,47 |
2019 | apr | 1211,13 | 606,71 |
2019 | mei | 1203,70 | 604,24 |
2019 | jun | 1205,93 | 605,34 |
2019 | jul | 1187,83 | 599,30 |
2019 | aug | 1177,50 | 595,28 |
2019 | sep | 1175,15 | 596,38 |
2019 | okt | 1171,81 | 595,55 |
2019 | nov | 1174,65 | 596,67 |
2019 | dec | 1172,30 | 594,48 |
2020 | jan | 1249,20 | 363,02 |
2020 | feb | 1242,14 | 359,71 |
2020 | mrt | 1229,48 | 354,69 |
2020 | apr | 1215,00 | 347,97 |
2020 | mei | 1208,43 | 343,64 |
2020 | jun | 1202,96 | 341,60 |
2020 | jul | 1176,84 | 340,66 |
2020 | aug | 1177,97 | 343,27 |
2020 | sep | 1179,69 | 345,25 |
2020 | okt | 1181,52 | 345,51 |
2020 | nov | 1187,35 | 347,90 |
2020 | dec | 1190,58 | 347,93 |
2021 | jan | 1200,59 | 312,41 |
1)Het gasverbruik is gecorrigeerd voor temperatuur, zie toelichting Temperatuurcorrectie gasverbruik. 2)In het bedrag voor elektriciteit zit ook de vaste teruggave van de energiebelasting die op de elektriciteitsaansluiting wordt uitgekeerd. |
Jaarlijks daalt het gemiddelde gas- en elektriciteitsverbruik en (zie toelichting ‘Gemiddeld gas- en elektriciteitsverbruik’). Volgens de prognoses is in 2021 zowel het stroom- als het gasverbruik ongeveer een kwart minder dan in 2012 (zie figuur 2.2). Het gasverbruik is hierbij gecorrigeerd voor temperatuur (zie toelichting Temperatuurcorrectie gasverbruik) en bij het elektriciteitsverbruik wordt de zelf opgewekte stroom met zonnepanelen gesaldeerd met de totale levering; de zonnestroom telt dus niet mee in het verbruik. Omdat door isolatie minder gas verbruikt wordt, apparaten en lampen steeds energiezuiniger zijn en huishoudens een deel van hun eigen elektriciteit opwekken met zonnepanelen daalt het verbruik. Ook het aantal personen per huishouden daalt en nieuwbouwwoningen zijn de afgelopen decennia kleiner en energiezuiniger geworden.
Jaar | Gas (m3/jaar/woning) 1) | Elektriciteit (kWh/jaar/woning) 2) |
---|---|---|
2012 | 1549 | 3258 |
2013 | 1546 | 3197 |
2014 | 1385 | 3053 |
2015 | 1329 | 2962 |
2016 | 1339 | 2898 |
2017 | 1339 | 2834 |
2018 | 1332 | 2767 |
2019 | 1239 | 2741 |
prognose 2020 | 1217 | 2547 |
prognose 2021 | 1192 | 2464 |
Bron: CBS, 2012-2019 CBS, bewerking PBL; prognose 2020 en 2021 PBL | ||
1) Het gasverbruik is gecorrigeerd voor temperatuur, zie toelichting Temperatuurcorrectie gasverbruik. 2) Bij het elektriciteitsverbruik wordt de zelf opgewekte stroom met zonnepanelen gesaldeerd met de totale levering; de zonnestroom telt dus niet mee in het verbruik. |
Effect coronacrisis
De prognoses voor het verbruik in 2020 en 2021 zijn nog eens extra onzeker door het effect van de coronamaatregelen op het gemiddelde energieverbruik van huishoudens. Het effect hiervan verschilt per huishouden en is vooral afhankelijk van hoeveel mensen nu vaker thuis zijn. Er wordt veel meer thuis gewerkt en zelfs kinderen krijgen thuis les op afstand. Maar er zijn ook genoeg mensen die nog altijd buitenshuis werken (zoals mensen in de zorg, in de productie en in de bouw). Voor de huishoudens die meer thuis zijn zal het energieverbruik hoger zijn. Het gasverbruik stijgt doordat mensen die thuis zijn hun woning meer moeten verwarmen. Het elektriciteitsverbruik valt hoger uit doordat men meer gebruik maakt van computers en andere apparaten. Door de coronacrisis zal het energieverbruik van huishoudens toenemen, maar het is op dit moment nog niet duidelijk hoe groot dit effect is.
Ondanks de onzekerheid in de prognoses voor het verbruik, zijn deze prognoses wel het uitgangspunt voor deze notitie en gebruiken we deze in de berekeningen. Door corona ontstaat waarschijnlijk een trendbreuk tussen 2019 en 2020, maar bij de vergelijking tussen 2021 en 2020 heeft de coronacrisis in beide jaren effect. We gaan er vanuit dat de langjarige trendmatige afname doorzet in de coronatijd en dus ook opgaat voor de vergelijking van de verbruiken tussen 2021 en 2020. Het verbruik in 2021 en 2020 zal door de coronacrisis waarschijnlijk hoger liggen dan volgens de huidige ramingen. Als wordt aangenomen dat het corona-effect op het verbruik in beide jaren hetzelfde is, dan ligt het verbruik in 2021 ten opzichte van 2020 evenveel lager dan zoals dat volgt uit de meerjarige ramingen.
Prijs- en verbruikseffecten uitgesplitst
De totale gemiddelde verandering van de energierekening kunnen we uitsplitsen in prijs- en verbruikseffecten (zie toelichting ‘Het berekenen van prijs- en verbruikseffecten’). In Tabel 2.1 staat de opbouw van een energierekening in januari 2020 en januari 2021. Ook is aangegeven wat de effecten zijn van de prijsverandering en de verandering in gemiddeld verbruik. De vaste kosten veranderen alleen in prijs, niet in hoeveelheid. Het effect van een lager verbruik heeft daarom geen invloed op de transportkosten en de heffingskorting energiebelasting.
Stand | Verandering t.o.v. januari 2020 | Verandering t.o.v. januari 2020 | Verandering t.o.v. januari 2020 | Stand | |
---|---|---|---|---|---|
januari 2020 | Prijs | Verbruik | Totaal | januari 2021 | |
Gas, Transport | 185 | 2 | 0 | 2 | 188 |
Gas, Levering | 459 | -65 | -7 | -72 | 387 |
Energiebelasting en ODE | 605 | 34 | -13 | 21 | 625 |
Totaal jaarbedrag gas | 1249 | -29 | -20 | -49 | 1200 |
Elektriciteit, Transport | 242 | 16 | 0 | 16 | 257 |
Elektriciteit, Levering | 263 | -14 | -6 | -20 | 243 |
Energiebelasting en ODE | 385 | -2 | -13 | -15 | 371 |
Totaal jaarbedrag elektriciteit | 890 | 0 | -19 | -19 | 871 |
Heffingskorting | -527 | -31 | 0 | -31 | -559 |
Totale energierekening | 1612 | -60 | -39 | -99 | 1513 |
1) De onderliggende bedragen tellen niet precies op tot het totaal door afronding. |
De elektriciteit- en gasrekeningen verschillen flink. De gemiddelde jaarlijkse gasrekening daalde in januari 2021 met 49 euro ten opzichte van een jaar eerder (zie tabel 2.1), vooral door lagere leveringstarieven. De elektriciteitsrekening daalde met 50 euro, vooral doordat de hogere teruggave van energiebelasting (heffingskorting) via de elektriciteitsrekening wordt verrekend. Exclusief de hogere heffingskorting daalde de elektriciteitsrekening 19 euro. Het effect van een lager verbruik is bij elektriciteit en gas vrijwel hetzelfde, een gemiddelde besparing van 19 respectievelijk 20 euro.
De gehanteerde prijzen zijn werkelijke prijzen zoals huishoudens deze gemiddeld betalen. De verbruiken van 2020 en 2021 zijn prognoses. Hiervan zijn nog geen definitieve cijfers beschikbaar en ook de effecten van de coronamaatregelen zijn nog onbekend. Bovendien is het afnemend verbruik niet gelijk verdeeld over de huishoudens. Nog meer dan bij prijzen verschillen de verbruiken van jaar tot jaar tussen huishoudens. Sommige huishoudens veranderen niets aan hun gedrag of woning, terwijl anderen ingrijpende woningverbeteringen doorvoeren. Ook kan door bijvoorbeeld gezinsuitbreiding of veranderende leefomstandigheden het energieverbruik toe- of afnemen.