Methodebeschrijving minimumloonbanen (vanaf 2024)

4. Verschillen tussen oude en nieuwe berekeningswijze

Tussen de oude systematiek en de nieuwe systematiek bestaan de volgende verschillen:

a. Aanscherping telling minimumloonbanen

De wijze waarop minimumloonbanen geteld worden, is aangescherpt. Bij de oude systematiek werd bij het sommeren van de gegevens per halfjaar tevens onderscheid gemaakt naar leeftijd en dienstverband, voor zover deze gegevens binnen het halfjaar wijzigden. Voor jonge werknemers is het logisch om onderscheid te maken naar leeftijd, omdat de minimumjeugdlonen immers verschillen per leeftijdsjaar. Maar voor oudere werknemers is die noodzaak er niet. Ook het onderscheid voltijd/deeltijd is, zeker bij berekenen van uitkomsten op basis van uurlonen, niet nodig. Bij het sommeren van de gegevens per baan over (in beginsel) een halfjaar wordt daarom bij de nieuwe systematiek alleen voor de werknemers tot 21 jaar tevens onderscheid gemaakt naar leeftijd, mits deze binnen het halfjaar wijzigt.

Daarnaast gold bij de oude systematiek dat het berekende (volledige) maandloon zonder afronding werd vergeleken met het minimummaandloon. Als het berekende loon ook maar een fractie hoger was dat het minimumloon, telde de baan niet als minimumloonbaan. Daarom is bij de nieuwe systematiek overgestapt op uitkomsten die afgerond zijn op hele centen.

Door deze aanscherping worden ongeveer 2 procent minder banen geteld waarin het minimumloon of minder wordt verdiend (berekend voor de jaren 2020-2023).

b. Overgang op uurlonen

Bij de nieuwe systematiek wordt uitgegaan van de minimumuurlonen in plaats van de minimummaandlonen.

c. Banen rond het minimumloon

Bij de oude systematiek werden in de telling van het aantal minimumloonbanen alleen de banen inbegrepen waarin maximaal het minimumloon verdiend werd (rekening houdend met de leeftijd van de werknemer en met lonen die waren omgerekend naar volledige maandlonen). Daarnaast werd ook gepubliceerd over de banen waarin net iets meer dan het minimumloon werd verdiend (naast <= 100% ook ≤ 105%, ≤ 110%, ≤ 115%, ≤ 120% en ≤ 130%).

Deze uitkomsten omvatten echter ook banen waarin véél minder wordt verdiend dan het minimumloon. Dat geldt met name voor stagiaires. In stageplekken ligt de nadruk op leren. Er is dan ook geen sprake van een arbeidsovereenkomst en dus hebben stagiaires geen recht op het wettelijk minimumloon. Vaak wordt alleen een stagevergoeding gegeven. Deze banen tellen echter wel mee in de CBS-cijfers over banen van werknemers en de minimumloonbanen. Ongeveer 95 procent van de stagiaires verdient minder dan het minimumloon, waardoor in 2023 een kwart van alle minimumloonbanen stageplekken betrof (oude systematiek). Hierdoor geven de uitkomsten over banen met een loon dat kleiner of gelijk is aan het minimumloon geen goed beeld van de werknemersbanen die daadwerkelijk het minimumloon verdienen en daarvan afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud.

Naast stagiaires omvat de groep minimumloonbanen ook banen waarin het basisloon 0 euro bedraagt (gemiddeld 13 duizend banen). In deze banen bestaat het loon vaak alleen uit bijzondere beloningen.

Verder geldt, zoals hierboven al vermeld, dat de uitkomsten berekend zijn uit gegevens die zijn afgeleid uit andere gegevens, waarbij een deel van de gegevens ook benaderingsgewijs is verdeeld over de kalendermaanden. Het basisloon is afgerond op gehele euro’s en de opgegeven aantallen verloonde uren zijn in gehele uren.

Hierdoor kan het voorkomen dat in banen waarin exact het minimumuurloon wordt verdiend, in de statistische uitkomsten een uurloon wordt gevonden dat net iets afwijkt. In de eerste helft van 2024 gold een minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder van 13,27 euro. Als de werknemer 40 uur per week werkt, kan dat, onafgerond, voor een hele maand neerkomen op 2 300,13 euro en 173,33 uur (als gerekend wordt met 52/12 weken per maand). In het CBS-Polisbestand zijn deze gegevens afgerond tot 2 300 euro en 173 uur. Dát is een uurloon van 13,29 euro, dus 2 cent meer dan het minimumuurloon.

Op basis van het CBS-Polisbestand blijkt dat in slechts 22 duizend banen exact het minimumuurloon wordt verdiend: 13,27 euro in de eerste helft van 2024, 13,68 euro in de tweede helft van 2024 (zie tabel 4.1). Tot de meest-voorkomende uurlonen behoren echter ook uurlonen die net een paar cent onder of boven het minimumuurloon liggen.

4.1 Uurlonen die het vaakst voorkomen1)
1e helft 20242e helft 2024
eurox 1 000eurox 1 000
126,9827,026,9828,1
213,2719,813,6823,4
313,4018,713,6616,5
413,2515,013,6516,0
50,0014,813,6715,4
631,4413,813,7914,3
713,3713,213,8114,2
813,2412,613,7614,1
913,3812,10,0012,6
1028,9012,128,9012,6
1) Gemiddeld uurloon (basisloon / basisuren) per baan, per halfjaar. Aantal betreft het gemiddeld aantal banen.

Het uurloon dat het vaakst voorkomt, betreft een groep directeuren-grootaandeelhouders, voor wie het voorgeschreven gebruikelijk loon van 56 duizend euro in 2024 is opgegeven als 4 667 euro per maand, met een arbeidsduur van 173 uur per maand (40 uur per week).

Uitkomsten over de banen die rond het minimumloon betaald worden geven een beter beeld van de minimumloonbanen, dan uitkomsten waarin alleen de banen tot en met het minimumloon meetellen. Daarom wordt het aantal minimumloonbanen bij de nieuwe systematiek voortaan gepubliceerd volgens drie varianten: banen met een uurloon dat maximaal 5 procent afwijkt van het wettelijk minimumuurloon, banen met maximaal 10 procent afwijking en banen tot en met het wettelijk minimumuurloon. In CBS-publicaties worden de uitkomsten over de banen waarin het uurloon maximaal 5 procent afwijkt van het minimumloon voortaan centraal gesteld.

Voor de vergelijkbaarheid zijn ook uitkomsten 2020-2023 volgens deze nieuwe systematiek berekend. Daarbij zijn de minimummaandlonen voor die jaren omgerekend naar uurlonen, uitgaande van een arbeidsduur van 36 uur per week (overeenkomstig de arbeidsduur waarmee het wettelijk minimumuurloon voor de eerste helft van 2024 is vastgesteld). Andersom geldt dat de reeks met uitkomsten volgens de oude systematiek nog één jaar is aangevuld met cijfers over 2024. Daarbij zijn de minimumuurlonen 2024 omgerekend naar maandlonen, uitgaande van 36 uur per week.

Opvallend is het grote verschil tussen de oude uitkomsten 2020-2023 over minimumloonbanen waarin maximaal het minimumloon per maand wordt verdiend en de nieuwe uitkomsten over minimumloonbanen waarin maximaal het minimumloon per uur wordt verdiend: de nieuwe uitkomsten liggen in deze jaren gemiddeld 71 procent boven de oude uitkomsten. Een substantiële groep banen bij bedrijven met een voltijdarbeidsduur van 40 uur of 38 uur per week verdiende in die jaren iets meer dan het minimumloon, maar had een uurloon beneden het minimumloon per uur, als dat minimumloon per uur voor die jaren wordt berekend op basis van 36 uur per week.

Dat in 2023 het aantal minimumloonbanen volgens alle varianten piekt, hangt samen met de bijzondere verhoging van de minimumlonen in dat jaar. De minimumlonen waren in 2023 gemiddeld 12,9 procent hoger dan in 2022, waardoor de lonen bij banen die eerder nog net boven het minimumloon zaten, werden ingehaald door het minimumloon.

4.2 Aantal minimumloonbanen volgens oude en nieuwe systematiek
JaarNieuwe systematiek: uurloon +/- 10% minimumloon (x 1 000)Nieuwe systematiek: uurloon <= minimumloon (x 1 000)Nieuwe systematiek: uurloon +/- 5% minimumloon (x 1 000)Oude systematiek: loon <= minimumloon (x 1 000)
20201075,4760,1584,4438,4
20211052,3741,7570,9438,7
2022953,6661,9513,4401,0
20231194,4829,8640,7473,8
20241108,2491,4616,7293,8

De verandering van systematiek leidt ook tot forse verschillen in de samenstelling van de populatie minimumloonbanen. Bij de oude systematiek was in 2023 bijna de helft van alle minimumloonbanen voor werknemers jonger dan 25 jaar, in de nieuwe systematiek is in 2024 twee derde van de banen met een uurloon rond het minimumloon (+/- 5 procent) voor 25-plussers. Stagiaires tellen in de nieuwe systematiek nog maar nauwelijks mee, terwijl zij bij de oude systematiek goed waren voor een kwart van alle minimumloonbanen. Naar bedrijfstak bezien valt op dat in de zorg het aantal minimumloonbanen daalt; dat komt doordat dit bij de oude systematiek vooral stagiaires betrof.

4.3 Minimumloonbanen volgens oude en nieuwe systematiek (x 1 000)
20232024
Oude systematiekOude systematiek + aanscherping berekeningNieuwe systematiek: uurloon +/- 5%
minimumloon
Nieuwe systematiek: uurloon +/- 10%
minimumloon
Nieuwe systematiek: uurloon ≤ minimumloon
Totaal4744666171.108491
GeslachtMannen232227298530246
GeslachtVrouwen242239319578245
LeeftijdJonger dan 15 jaar33373
Leeftijd15-20 jaar7171317470
Leeftijd20-25 jaar154153162303153
Leeftijd25-30 jaar57558715562
Leeftijd30-35 jaar3331569637
Leeftijd35-40 jaar2625488129
Leeftijd40-45 jaar2423457626
Leeftijd45-50 jaar2322437225
Leeftijd50-55 jaar2424457524
Leeftijd55-60 jaar2221427122
Leeftijd60-65 jaar1817335718
Leeftijd65-75 jaar1616203618
Leeftijd75 jaar of ouder44365
DienstverbandVoltijd131129185321157
DienstverbandDeeltijd343337432787334
Soort baanDirecteur grootaandeelhouder11114712
Soort baanStagiaire11511512118
Soort baanWSW-er9921326
Soort baanUitzendkracht696610316681
Soort baanOproepkracht838212428187
Soort baanReguliere baan187183364621186
Bedrijfstak (sbi 2008)A Landbouw en visserij77152710
Bedrijfstak (sbi 2008)B Delfstoffenwinning00000
Bedrijfstak (sbi 2008)C Industrie3232498127
Bedrijfstak (sbi 2008)D Energievoorziening00001
Bedrijfstak (sbi 2008)E Waterbedrijven en afvalbeheer11121
Bedrijfstak (sbi 2008)F Bouwnijverheid98101710
Bedrijfstak (sbi 2008)G Handel959416430793
Bedrijfstak (sbi 2008)H Vervoer en opslag2221315119
Bedrijfstak (sbi 2008)I Horeca36357715045
Bedrijfstak (sbi 2008)J Informatie en communicatie101091611
Bedrijfstak (sbi 2008)K Financiële dienstverlening88365
Bedrijfstak (sbi 2008)L Verhuur/handel van onroerend goed33353
Bedrijfstak (sbi 2008)M-N Zakelijke dienstverlening133130188317149
Bedrijfstak (sbi 2008)O Openbaar bestuur191971119
Bedrijfstak (sbi 2008)P Onderwijs151591718
Bedrijfstak (sbi 2008)Q Gezondheids- en welzijnszorg6362234661
Bedrijfstak (sbi 2008)R Cultuur, sport en recreatie1313163213
Bedrijfstak (sbi 2008)S Overige dienstverlening9913239
 

Naast de aantallen minimumloonbanen wordt in de nieuwe StatLinetabellen ook een iets gedetailleerdere verdeling van de banen naar loonklassen gegeven. Deze verdeling is op basis van het uurloon van de werknemersbanen in verhouding tot het voor zijn of haar leeftijd geldende wettelijk minimumuurloon. Deze cijfers kunnen worden gezien als een verdere uitsplitsing van de drie verschillende aantallen minimumloonbanen zoals die bij de nieuwe systematiek worden gepubliceerd.

4.4 Banen van werknemers naar loonklasse, 2024
LoonklasseBanen van werknemers
Uurloon <90% minimumloon240,6
Uurloon 90-<95% minimumloon53,1
Uurloon 95-<=100% minimumloon197,7
Uurloon >100-<=105% minimumloon419,0
Uurloon >105-<=110% minimumloon438,4
Uurloon >110-<=120% minimumloon761,7
Uurloon >120-<=130% minimumloon685,5
Uurloon >130% minimumloon6250,0