Methodebeschrijving minimumloonbanen (vanaf 2024)

1. Inleiding

Sinds 1969 is de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van kracht in Nederland. Deze wet geeft werknemers recht op een minimum beloning voor geleverde arbeid. Al vanaf 1971 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bij hoeveel werknemers het minimumloon verdienen.

In deze wet was sprake van minimumlonen per maand, per week en per dag. Deze bedragen worden in beginsel elk halfjaar verhoogd. Vanaf 2024 is echter overgegaan op een minimumloon per uur. Vanwege deze verandering wordt het aantal minimumloonbanen nu geteld volgens een nieuwe systematiek, waarbij wordt uitgegaan van het minimumuurloon. Verder wordt in het vervolg niet alleen gepubliceerd over het aantal banen van werknemers waarin maximaal het voor zijn of haar leeftijd geldende wettelijk minimumloon wordt verdiend, maar ook over de aantallen banen waarin het uurloon maximaal 5 procent of 10 procent afwijkt van het minimumloon.

In deze methodebeschrijving wordt in paragraaf 2 eerst kort ingegaan op de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De berekeningswijze van minimumloonbanen wordt in paragraaf 3 beschreven, waarna in paragraaf 4 de verschillen tussen de oude uitkomsten en de nieuwe uitkomsten worden weergegeven. In paragraaf 5 wordt ingegaan op diverse bijzonderheden rond de telling van het aantal minimumloonbanen, waarna in paragraaf 6 een korte opsomming volgt van de verschillende publicaties over minimumloonbanen.

Bij alle cijfers in deze methodebeschrijving zijn de bedrijfstakken huishoudens en extraterritoriale organisaties buiten beschouwing gelaten, tenzij nadrukkelijk anders staat vermeld.