Auteur(s): Daniëlle den Dulk & Hans Langenberg
De Nederlandse Caraïben vijftien jaar na de staatskundige hervorming

6. Conclusie

In totaal is het inwoneraantal van het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden met een kleine 10 procent toegenomen na de staatskundige transitie, naar 340 duizend inwoners in 2025. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een toename van de bevolking op Bonaire: deze is met bijna 70 procent (11 duizend inwoners) gestegen sinds 2011. De toename van inwoners op Bonaire wordt grotendeels veroorzaakt doordat er meer mensen op het eiland zijn komen wonen dan dat er zijn vertrokken.

De bevolking is gemiddeld ouder dan vijftien jaar geleden. Voor alle eilanden geldt dat er meer vijfenzestigplussers wonen dan in 2011 of een vergelijkbaar jaar. Op Curaçao is de toename van senioren het sterkst; het aantal vijfenzestigplussers steeg daar van 15,3 procent in 2015 naar 13,8 procent in 2011.

Veel eilandbewoners zijn niet afkomstig van de eilanden zelf: voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldt dat een derde van de inwoners uit 2024 ook daadwerkelijk binnen het BES-gebied is geboren. Voor Bonaire en Saba geldt dat het aandeel inwoners geboren in Caribisch Nederland is afgenomen met respectievelijk 10 en 8 procentpunt. Er zijn meer personen met een Nederlandse herkomst of een Midden- en Zuid Amerikaanse herkomst gaan wonen. Voor Aruba (62 procent) en Sint Maarten (41,6 procent) ligt het aandeel inwoners dat geboren is binnen het CAS-gebied veel hoger.

Op alle zes de eilanden heeft het merendeel van de bevolking betaald werk. De arbeidsparticipatie voor de CAS-landen ligt echter structureel lager dan die van de BES-eilanden, en de werkloosheid juist hoger. Wel is het zo dat de werkloosheid de afgelopen jaren op alle eilanden is afgenomen. Een bekend probleem op de eilanden is dat jongeren van de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden elders gaan studeren, bijvoorbeeld in Europees Nederland, en dat zij na hun studie niet terugkeren naar het eiland. Het gevolg van deze wegtrekkende jongeren is dat het gemiddelde opleidingsniveau van inwoners van de zes eilanden relatief laag is. Het wegtrekken en wegblijven van hbo- en wo-geschoolden kan invloed hebben op de lokale arbeidsmarkt en op de economieën van de eilanden.

Het bbp per inwoner ligt overduidelijk het hoogste op Sint Eustatius en het laagst op Curaçao en Sint Maarten. Dat van de overige drie eilanden is vergelijkbaar. De economie van Sint Eustatius groeide vanaf 2013 wel het traagst, dat van Bonaire het snelst. De prijzen zijn vanaf 2011 het snelst gestegen op Curaçao en op Aruba het traagst.