1. Inleiding
Op 10 oktober 2010 heeft een staatskundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden plaatsgevonden. Op deze datum werd het land de ‘Nederlandse Antillen’ ontbonden. De Nederlandse Antillen bestond op dat moment uit vijf eilanden: Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Aruba was eerder ook onderdeel van de Nederlandse Antillen, maar kreeg in 1986 de ‘status aparte’. Dit betekende dat zij een zelfstandig land werden, maar nog wel een onderdeel waren van het Koninkrijk der Nederlanden.
Vanaf de staatkundige transitie in 2010 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden uit vier landen: Curaçao, Aruba, Sint Maarten en Nederland. De eerste groep landen wordt ook aangeduid met de afkorting CAS-landen. Het land Nederland bestaat uit een Europees gedeelte en uit een Caribisch deel. Caribisch Nederland bestaat uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor deze drie eilanden wordt ook wel de term ‘bijzondere gemeenten’ en de afkorting BES-eilanden gebruikt. 'Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden', ook wel 'Nederlandse Caraïben' of 'Nederlands Caribisch gebied'.
Sinds de staatkundige hervorming op 10 oktober 2010 is het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verantwoordelijk voor de statistische informatievoorziening over de drie eilanden van Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius). Om invulling te geven aan deze verantwoordelijkheid is ook een meerjarenprogramma opgesteld (CBS, 2023). Ook publiceert het CBS op StatLine periodiek cijfers over Caribisch Nederland voor een breed aantal thema’s. De CAS-landen hebben ieder hun eigen statistiekbureau: Central Bureau of Statistics Curaçao, Central Bureau of Statistics Aruba en op Sint Maarten het Department of Statistics.
Ook de tekstuele publicaties van het CBS over de Nederlandse Caraïben zijn sinds de staatskundige hervorming volledig gericht op Caribisch Nederland, een enkele uitzondering daargelaten (Hermans en Kösters, 2019). Voor het publiek in het Europees deel van het Koninkrijk betekent dit ook dat er in de pers relatief weinig over statistische ontwikkelingen in de CAS-landen wordt geschreven. Ter gelegenheid van het vijftienjarig jubileum van het huidige staatsbestel is daarom besloten om alle zes de eilanden die oorspronkelijk de Nederlandse Antillen vormden weer eens op een rijtje te zetten. Dit artikel is daarvan het resultaat. Centraal hierin staat de vraag waar de zes eilanden staan als het gaat om zaken als bevolking, taal, arbeidsparticipatie en welvaart. En: hoe hebben zij zich de afgelopen vijftien jaar ontwikkeld?
De cijfers die voor de CAS-landen zijn gebruikt zijn afkomstig van bovengenoemde statistiekbureaus. Niet alle cijfers bleken voor alle eilanden voorhanden. Ook zijn er soms verschillen in gebruikte methodes en het verslagjaar. Er is geen poging gedaan om het effect van verschillende methodes te kwantificeren. Er is geen analyse gedaan naar de oorzaak van verschillen in ontwikkelingen, maar her en der worden wel verklaringen uit de literatuur aangehaald. Wat overblijft is een beeld van de verschillen (en de overeenkomsten) tussen de eilanden, met een kleine slag om de arm wat betreft de vergelijkbaarheid van de opgevoerde cijfers. Het artikel richt zich op eenieder die zich eens wil verdiepen in de zes eilanden aan de hand van de voornaamste sociaaleconomische gegevens.
Hoofdstuk 2 beschrijft de gebruikte databronnen en de onderzoeksmethode. Hoofdstuk 3 gaat over het inwonertal van de zes eilanden en hoe dit zich de afgelopen vijftien jaar heeft ontwikkeld. Ook de bevolkingssamenstelling, de gesproken talen en de religie van de inwoners komen erin aan de orde. Hoofdstuk 4 gaat in op de arbeidsparticipatie en het onderwijsniveau. Hoofdstuk 5 staat stil bij de economie. Hoe groot zijn de economieën, hoe hebben deze zich ontwikkeld en hoe zijn ze opgebouwd? In dit hoofdstuk wordt ook ingegaan op toerisme en inflatie. Het laatste hoofdstuk, de conclusie, zet de belangrijkste bevindingen op een rijtje.