Auteur: Stephen Chong, Kees van Leeuwen, Robin van den Oever, Marieke Rensman en Lia Siebeling
De economische rol van aardgas na de productiebeperkingen

4. De ontwikkeling van vraag en aanbod van aardgas sinds 2013

4.1 Verbruik naar sector en bedrijfstak

Aardgas wordt voor een groot deel verbruikt voor de warmtevoorziening van huishoudens en bedrijven. De vraag naar aardgas van huishoudens en kantoren is erg afhankelijk van de weersomstandigheden. In de winter is de vraag naar aardgas groter dan in de zomer en tijdens warme winters (zowel in Nederland als in de omringende landen) is de vraag minder dan tijdens koude winters. De vraag naar aardgas in de industrie is niet weersafhankelijk, omdat het als energiebron wordt verbruikt in het productieproces. Een voorbeeld hiervan is het kraken van ruwe aardolie of aardolieproducten in de olieraffinage.

Aardgas wordt ook verbruikt om elektriciteit op te wekken en voor niet-energetisch gebruik, waarbij het aardgas niet wordt omgezet in elektriciteit of warmte, maar in een ander (eind)product zoals kunstmest of andere chemische eindproducten.

4.1.1 Aardgasverbruik naar doel
 Energieomzetting (mld m3)Eigen verbruik energiesector (mld m3)Finaal energieverbruik (mld m3)Niet-energetisch gebruik (mld m3)
201316,483412321,65560821522,941548183,402843602
201415,285939971,40916271718,872037913,642969984
201513,97788311,37124802520,195892583,222748815
201614,853080571,25434439220,837282783,039494471
201715,927330171,28593996820,540284363,383886256
201815,636650871,36808846820,018957353,200631912
201918,214849921,35229067919,466034763,488151659
 

Het aardgasverbruik in Nederland is licht afgenomen van 44,2 miljard m3 in 2013 naar 42,5 miljard m3 in 2019. Deze daling had vooral te maken met het feit dat 2013 een relatief koud jaar was. Het aandeel van aardgas in de binnenlandse energievoorziening bleef in deze periode onveranderd 44 procent. Het geleidelijk dichtdraaien van de gaskraan heeft dus geen invloed gehad op het binnenlands gasverbruik.

Vanuit de bedrijfstakken bezien ging het leeuwendeel van het aardgas in 2019 naar de energiesector, gevolgd door de nijverheid en de woningen. Ondanks pogingen om meer woningen aardgasvrij te bouwen is het aardgasverbruik voor woningen slechts licht afgenomen.

4.1.2 Aardgasverbruik naar bedrijfstak
JaarEnergiesector (mld m3)Nijverheid (exclusief energiesector) (mld m3)Dienstverlening en landbouw (mld m3)Woningen (mld m3)
201312,71710,6489,23911,340
201412,24010,2597,5968,458
201510,83410,6708,0739,014
201611,71910,6168,0579,390
201712,33211,4098,0709,109
201812,26510,8407,8679,049
201914,59711,3627,7098,667
 

Het gasverbruik door de energiesector is sinds 2015 gestegen. Het meeste aardgas in de energiesector wordt verbruikt door elektriciteitsproducenten (84 procent in 2019), gevolgd door raffinaderijen (11 procent) en de olie- en gaswinning zelf (5 procent). De stijging in het aardgasverbruik van de energiesector wordt veroorzaakt door de elektriciteitsproducenten. De volgende paragraaf gaat dieper in op deze ontwikkeling.

Het aardgasverbruik door de nijverheid is licht gestegen van 10,6 miljard m3 in 2013 naar 11,4 miljard m3 in 2019. De chemie en de farmaceutische industrie waren goed voor meer dan de helft van het verbruik binnen de nijverheid. Het verbruik van aardgas steeg mee met de productie van deze twee sectoren. Aardgas wordt in deze sectoren namelijk verbruikt voor proceswarmte en voor niet-energetisch gebruik, bijvoorbeeld als grondstof voor de productie van kunstmest. Het gasverbruik in de voedings- en genotsmiddelenindustrie nam eveneens toe door de hogere productie. De voedingsmiddelenindustrie verbruikt aardgas voor diverse productieprocessen en voor verwarming van haar gebouwen.

4.1.3 Aardgasverbruik nijverheid, exclusief de energiesector
 Voedings- en genotmiddelenindustrie (mld m3)Chemie en farmaceutische industrie (mld m3)Overige nijverheid (mld m3)
20131,7725118486,3349131122,54028436
20141,8704581365,9905213272,398104265
20151,9146919436,4107424962,344391785
20161,9526066356,2875197472,375987362
20171,9873617696,9984202212,423380727
20181,9684044236,540284362,331753555
20192,1358609796,7677725122,458135861
 

4.2 Aanbod van aardgas, invoer en uitvoer

De huidige gaswinning draagt voor ongeveer driekwart bij aan het totale binnenlandse aardgasverbruik, dat 42,5 miljard m3 bedroeg in 2019. Om aan de resterende binnenlandse vraag naar aardgas te voldoen is Nederland steeds meer aardgas gaan importeren. In 2018 werd er voor het eerst meer aardgas in- dan uitgevoerd. Vooralsnog komt het meeste gas via pijpleidingen ons land binnen. De aanvoer in de vorm van vloeibaar gas (LNG) per schip is nog relatief klein, maar wel in opkomst.

4.2.1 In- en uitvoer van aardgas
 Totale uitvoer (mld m3)Totale invoer (mld m3)Invoer LNG (mld m3)Invoer gasvormig aardgas (mld m3)
201458,3481882529,531137971,1872289928,34390898
201552,6985869438,5760882,25163436,324454
201657,0440260743,515831,61145141,904379
201753,19111751,412552,07456149,337989
201851,63770457,7522575,91285151,839406
201945,17346556,1946449,87941646,315228
 

De uitvoer van aardgas is na 2013 gedaald door de productiebeperking in het Groninger veld, maar niet zo snel als de daling van de binnenlandse aardgaswinning. Dit komt doordat er steeds meer hoogcalorisch gas (zie kader) uit het buitenland wordt geïmporteerd en omgezet naar laagcalorisch gas, om vervolgens weer geëxporteerd te worden. Het laagcalorisch gas is namelijk door de jaren heen niet alleen in Nederland de standaard voor gasfornuizen en cv-ketels geworden. Ook in delen van Duitsland, België en Noord-Frankrijk wordt laagcalorische gas gebruikt.

Nederland exporteerde in 2019 nog ruim 45 miljard m3 gas naar afnemers in de ons omringende landen. Het merendeel werd via Duitse en Belgische pijpleidingen uitgevoerd, van waaruit verdere distributie plaatsvond naar andere omringende landen als Italië, Frankrijk en Zwitserland.

4.2.2 Uitvoer gasvormig gas naar bestemming
JaarBelgië (mld m3)Duitsland (mld m3)Verenigd Koninkrijk (mld m3)
201417,81832,5407,360
201515,96631,4693,683
201618,37332,1954,878
201718,28531,6772,110
201817,64828,1343,090
201913,99028,5431,659
 

Aan gasvormig aardgas werd bijna 22 miljard m3 vanuit Noorwegen geïmporteerd en uit Duitsland kwam bijna 17 miljard m3. Steeds meer Russisch gas komt Nederland binnen via de Duitse pijpleidingen, van waaruit verdere distributie volgt. Het gas dat vanuit België binnenstroomt komt oorspronkelijk uit het Verenigd Koninkrijk.

4.2.3 Invoer gasvormig gas naar herkomst
JaarBelgië (mld m3)Duitsland (mld m3)Denemarken (mld m3)Verenigd Koninkrijk (mld m3)Noorwegen (mld m3)
20141,7749,2380,5751,69515,062
20153,33111,8480,5462,12818,471
20163,59118,0300,7331,91917,632
20176,55016,6911,3401,28723,470
20185,64719,2280,2480,85425,863
20196,62916,8490,3770,90921,550
  

4.3 Vloeibaar gas (LNG)            

In 2019 werd bijna 10 miljard m3 vloeibaar gas per schip aangevoerd. Vijf jaar eerder was dat nog een ruime miljard m3. De invoer van vloeibaar gemaakt gas (LNG) is een alternatief voor gasvormig gas uit Nederland en buurlanden, waar de gasvelden uitgeput raken.

Vloeibaar aardgas heeft als voordeel dat het ongeveer zeshonderd keer minder volume heeft dan het oorspronkelijke gas, waardoor het gemakkelijker is om te transporteren vanuit andere landen. Tankschepen brengen het grootste deel van het vloeibare gas naar Gate terminal op de Maasvlakte. Van daaruit wordt het gas via het gastransportnet voor industriële toepassingen gedistribueerd. Een speciale installatie maakt de vloeibare LNG weer gasvormig. Kleinere volumes LNG worden via een overslagfaciliteit in vloeibare vorm overgepompt naar tankwagens en bunkerschepen. De tankwagens bevoorraden tankstations en binnenvaartschepen, de bunkerschepen leveren de brandstof aan zee- en binnenvaartschepen. 

 
4.3.1 Invoer aardgas
JaarGasvormig aardgas (mld m3)LNG (Liquefied Natural Gas) (mld m3)
201428,3441,187
201536,3262,250
201641,9041,612
201749,4481,520
201851,8405,899
201946,0669,883

4.4 De ondergrondse opslag van aardgas 

In Nederland wordt steeds meer gas opgeslagen. De opslag nam vooral toe na de productiebeperking van de Groninger velden in 2014. Door in de zomer gewonnen gas op te slaan kan in de winter alsnog worden voldaan aan de extra vraag naar gas.

Het toegenomen belang van de voorraden is vooral te zien in de voorraadmutaties op kwartaalbasis. De zomer is een gunstig moment om gas in te kopen en (tijdelijk) op te slaan, omdat de prijzen dan lager liggen. In het tweede en derde kwartaal worden de voorraden opgebouwd en in het eerste en vierde kwartaal worden deze weer onttrokken.

4.4.1 Voorraadmutaties aardgas per kwartaal
JaarKwartaalVoorraadmutaties aardgas (mld m3)
20131e kwartaal-5,121
20132e kwartaal3,117
20133e kwartaal3,165
20134e kwartaal-1,352
20141e kwartaal-1,263
20142e kwartaal1,957
20143e kwartaal2,126
20144e kwartaal-1,449
20151e kwartaal-7,092
20152e kwartaal5,050
20153e kwartaal5,640
20154e kwartaal-3,198
20161e kwartaal-6,454
20162e kwartaal5,647
20163e kwartaal4,185
20164e kwartaal-5,802
20171e kwartaal-6,139
20172e kwartaal5,491
20173e kwartaal5,878
20174e kwartaal-4,093
20181e kwartaal-7,945
20182e kwartaal5,530
20183e kwartaal6,239
20184e kwartaal-1,662
20191e kwartaal-3,548
20192e kwartaal3,794
20193e kwartaal3,024
20194e kwartaal-3,007
 

Voor de opslag van aardgas worden gedeeltelijk lege gasvelden of zoutcavernes gebruikt. Er zijn op verschillende plekken in Nederland opslagplaatsen. Bij Grijpskerk wordt hoogcalorisch aardgas opgeslagen, voornamelijk bedoeld voor industriële doeleinden. Bij Norg gaat het om opslag van laagcalorisch gas, vooral voor huishoudelijk gebruik. Bergermeer is primair gericht op de handel in gas terwijl de bergingen in Alkmaar en Zuidwending vooral zijn bedoeld voor het opvangen van een plotseling verhoogde vraag naar aardgas gedurende enkele dagen.[1]



[1] TNO (2020).