Data over zelfstandigen in zorg en welzijn: trends, ondernemingen, klanten

2. Aantal zelfstandigen op basis van de EBB

Op basis van de Enquête beroepsbevolking (EBB) blijkt dat het aantal zelfstandigen van 15 tot 75 jaar in zorg en welzijn de afgelopen tien jaar is toegenomen. In het derde kwartaal van 2015 werkten 117 duizend zelfstandigen in deze bedrijfstak, goed voor 8,9 procent van alle werkenden. Tien jaar later, in het derde kwartaal van 2025, waren dat er 175 duizend (10,2 procent).

Hoewel de lange termijn een duidelijke groei laat zien, is in de meest recente kwartalen juist een dalende trend zichtbaar. De afname van het aantal zelfstandigen past bij het beeld dat bedrijven, naar verwachting, minder zelfstandigen zouden inhuren in 2025, onder meer vanwege de handhaving met betrekking tot schijnzelfstandigheid.

2.1 Zelfstandigen (15 tot 75 jaar) in zorg en welzijn (incl. kinderopvang)
JaarKwartaalZelfstandigen (x 1000)
20153e kwartaal117
20154e kwartaal122
20161e kwartaal127
20162e kwartaal123
20163e kwartaal115
20164e kwartaal124
20171e kwartaal123
20172e kwartaal120
20173e kwartaal125
20174e kwartaal139
20181e kwartaal133
20182e kwartaal138
20183e kwartaal137
20184e kwartaal134
20191e kwartaal140
20192e kwartaal134
20193e kwartaal132
20194e kwartaal145
20201e kwartaal150
20202e kwartaal150
20203e kwartaal154
20204e kwartaal166
20211e kwartaal152
20212e kwartaal147
20213e kwartaal162
20214e kwartaal163
20221e kwartaal176
20222e kwartaal176
20223e kwartaal185
20224e kwartaal176
20231e kwartaal184
20232e kwartaal186
20233e kwartaal185
20234e kwartaal200
20241e kwartaal208
20242e kwartaal204
20243e kwartaal199
20244e kwartaal200
20251e kwartaal192
20252e kwartaal181
20253e kwartaal*175
Bron: CBS, EBB
*voorlopige cijfers

Zelfstandigen zonder personeel (zzp)

Verreweg het grootste deel van de zelfstandigen in zorg en welzijn werkt als zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Tussen het derde kwartaal van 2015 en het derde kwartaal van 2025 steeg het aantal zzp’ers van 89 duizend naar 141 duizend, dat is een groei in aandeel van 6,8 procent naar 8,2 procent van alle werkenden in zorg en welzijn. Het aantal zzp’ers bereikte een piek in het eerste kwartaal van 2024, met 166 duizend personen (9,9 procent van de werkenden). Vergeleken met een jaar eerder daalt sinds het eerste kwartaal van 2025 het aantal zzp’ers in zorg en welzijn voor het eerst. Sindsdien was het aantal zzp’ers iedere keer lager dan het voorgaande jaar.  

2.2 Aandeel zzp'ers (15 tot 75 jaar) in zorg en welzijn (incl. kinderopvang)
 Zelfstandige zonder personeel (zzp)Alle economische activiteiten ( % van de werkzame beroepsbevolking)Zorg en welzijn (incl. kinderopvang) ( % van de werkzame beroepsbevolking)
20153e kwartaal11,06,8
20154e kwartaal11,27,0
20161e kwartaal11,37,1
20162e kwartaal11,16,8
20163e kwartaal11,16,4
20164e kwartaal11,36,9
20171e kwartaal11,46,9
20172e kwartaal11,26,8
20173e kwartaal11,16,9
20174e kwartaal11,37,7
20181e kwartaal11,37,7
20182e kwartaal11,27,8
20183e kwartaal11,17,6
20184e kwartaal11,27,4
20191e kwartaal11,27,7
20192e kwartaal11,17,3
20193e kwartaal11,17,3
20194e kwartaal11,37,8
20201e kwartaal11,48,3
20202e kwartaal11,68,5
20203e kwartaal11,68,4
20204e kwartaal11,78,8
20211e kwartaal11,77,4
20212e kwartaal11,67,3
20213e kwartaal11,67,5
20214e kwartaal11,77,5
20221e kwartaal11,98,1
20222e kwartaal12,08,3
20223e kwartaal12,68,7
20224e kwartaal12,88,4
20231e kwartaal12,68,7
20232e kwartaal12,48,8
20233e kwartaal12,68,6
20234e kwartaal12,99,2
20241e kwartaal12,89,9
20242e kwartaal12,89,7
20243e kwartaal12,99,6
20244e kwartaal13,09,4
20251e kwartaal12,58,9
20252e kwartaal12,28,6
20253e kwartaal*12,18,2
Bron: CBS, EBB
* voorlopige cijfers

Binnen zorg en welzijn werkten in het derde kwartaal van 2025 de meeste zzp’ers in de branche overige zorg en welzijn (waaronder fysiotherapeuten, tandartsen, en samenwerkingsorganen op het gebied van gezondheidszorg), gevolgd door de huisartsen en gezondheidscentra. In deze branches is respectievelijk 25,0 en 16,7 procent van de werkenden zzp’er. De aandelen zijn het laagst in de gehandicaptenzorg, de ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg en de verpleging, verzorging en thuiszorg (allemaal minder dan 5 procent). 

2.3 Aandeel zzp'ers (15 tot 75 jaar) naar branche, 3e kwartaal 2025*
Branche zorg en welzijnAandeel zzp ( % van de werkzame beroepsbevolking)
Zorg en welzijn (incl. kinderopvang)8,2
Ziekenhuizen en overige med. spec. zorg4,3
Geestelijke gezondheidszorg11,1
Huisartsen en gezondheidscentra16,7
Overige zorg en welzijn25,0
Verpleging, verzorging en thuiszorg3,5
Gehandicaptenzorg2,5
Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk)8,0
Jeugdzorg8,0
Sociaal werk13,3
Bron: CBS, EBB
* voorlopige cijfers

Tussen het derde kwartaal van 2015 en het derde kwartaal van 2025 lopen de ontwikkelingen per branche sterk uiteen. In huisartsen en gezondheidscentra groeide het aantal zzp'ers van 4 duizend naar 10 duizend, en in het sociaal werk van 4 duizend naar 12 duizend. In beide branches steeg het aandeel met 5,9 procentpunt, de grootste toename van alle branches. De jeugdzorg liet een groei van 4,4 procentpunt zien. In de kinderopvang zette juist een daling in: het aantal zzp’ers nam af van 15 duizend naar 11 duizend, een terugval van 7 procentpunt.

2.4 Aandeel zzp'ers (15 tot 75 jaar) naar branche
 3e kwartaal 2015 ( % van de werkzame beroepsbevolking)3e kwartaal 2025* ( % van de werkzame beroepsbevolking)
Alle economische activiteiten11,012,1
Zorg en welzijn (incl. kinderopvang)6,88,2
Ziekenhuizen en overige med. spec. zorg2,74,3
Geestelijke gezondheidszorg10,011,1
Huisartsen en gezondheidscentra10,816,7
Overige zorg en welzijn23,725,0
Verpleging, verzorging en thuiszorg2,33,5
Gehandicaptenzorg1,92,5
Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk)15,08,0
Jeugdzorg3,68,0
Sociaal werk7,413,3
Bron: CBS, EBB
* voorlopige cijfers

De daling van het aantal en aandeel zzp’ers in zorg en welzijn in het 3e kwartaal van 2025 (ten opzichte van het 3e kwartaal van 2024) is in verschillende branches zichtbaar. De daling is het grootst in de huisartsen en gezondheidscentra (–4 procentpunt) en de kinderopvang (–3,9 procentpunt). In de ziekenhuizen nam het aantal zzp’ers juist licht toe van 10 duizend naar 11 duizend (het aandeel steeg van 3,7 naar 4,3 procent).

Zelfstandigen met personeel (zmp)

Het aantal zelfstandigen met personeel in zorg en welzijn is aanzienlijk kleiner dan het aantal zzp’ers. Tussen het derde kwartaal van 2015 en het derde kwartaal van 2025 nam het aantal zmp’ers toe van 25 naar 33 duizend. Het aandeel lag zowel in het derde kwartaal van 2015 als van 2025 op 1,9 procent van alle werkenden in zorg en welzijn. In het meest recente jaar is echter, net als bij zzp’ers, een daling zichtbaar: in het derde kwartaal van 2024 waren er nog 37 duizend zmp’ers (2,2 procent). Dit waren er nog 33 duizend (1,9 procent) in het derde kwartaal van 2025.

2.5 Aandeel zmp'ers (15 tot 75 jaar) in zorg en welzijn (incl. kinderopvang)
Zelfstandige met personeel (zmp)  Alle economische activiteiten ( % van de werkzame beroepsbevolking)Zorg en welzijn (incl. kinderopvang) ( % van de werkzame beroepsbevolking)
20153e kwartaal3,41,9
20154e kwartaal3,52,2
20161e kwartaal3,52,5
20162e kwartaal3,52,6
20163e kwartaal3,62,2
20164e kwartaal3,72,5
20171e kwartaal3,62,6
20172e kwartaal3,52,5
20173e kwartaal3,52,6
20174e kwartaal3,52,9
20181e kwartaal3,62,6
20182e kwartaal3,52,5
20183e kwartaal3,42,4
20184e kwartaal3,42,2
20191e kwartaal3,42,4
20192e kwartaal3,42,3
20193e kwartaal3,32,2
20194e kwartaal3,52,2
20201e kwartaal3,52,2
20202e kwartaal3,62,1
20203e kwartaal3,62,3
20204e kwartaal3,72,5
20211e kwartaal3,72,4
20212e kwartaal3,62,1
20213e kwartaal3,52,4
20214e kwartaal3,62,4
20221e kwartaal3,62,7
20222e kwartaal3,52,5
20223e kwartaal3,42,7
20224e kwartaal3,42,4
20231e kwartaal3,42,5
20232e kwartaal3,42,6
20233e kwartaal3,32,4
20234e kwartaal3,42,4
20241e kwartaal3,32,4
20242e kwartaal3,32,3
20243e kwartaal3,32,2
20244e kwartaal3,42,4
20251e kwartaal3,32,2
20252e kwartaal3,31,9
20253e kwartaal*3,21,9
Bron: CBS, EBB
* voorlopige cijfers

Binnen zorg en welzijn werken de meeste zmp’ers in de branche huisartsen en gezondheidscentra en in overige zorg en welzijn. In het tweede kwartaal van 2025 gaat het in de huisartsen en gezondheidscentra om 10 duizend werkenden (16,7 procent van alle werkenden daar) en in overige zorg en welzijn om 12 duizend werkenden (5,3 procent). In de overige branches werkt minder dan 2 procent van de werkenden als zmp’er. De daling van het aantal zmp’ers in het afgelopen jaar concentreert zich in de branche overige zorg en welzijn, waar het aantal afnam van 19 naar 12 duizend. 

2.6 Zmp'ers (15 tot 75 jaar) naar branche, 3e kwartaal 2025*
BrancheZelfstandigen met personeel (% van de werkzame beroepsbevolking)
Zorg en welzijn (incl kinderopvang)1,9
Ziekenhuizen en overige med. spec. zorg0,8
Geestelijke gezondheidszorg0,8
Huisartsen en gezondheidscentra16,7
Overige zorg en welzijn5,3
Verpleging, verzorging en thuiszorg0,2
Gehandicaptenzorg0,6
Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk)2,2
Jeugdzorg2,0
Sociaal werk1,1
Bron: CBS, EBB
* voorlopige cijfers